Jean-Pierre Van Rossem: ‘Vergeet mij maar’

Jean-Pierre Van Rossem: 'Ik heb er spijt van dat ik mijn tweede vrouw Niki zo vaak bedrogen heb.' © Belga

Droeve melancholie is wat overblijft van de man. Treurnis. De flamboyante dagen zijn weg. Vlak voor zijn zeventigste verjaardag spreken wij Jean-Pierre Van Rossem. ‘Vergeet mij maar.’

Als mijn kinderen me geen gelukkige verjaardag wensen, dan zal die 29e mei passeren zonder het te beseffen. Ik trek me dat niet aan, een verjaardag. Wat maakt het uit? Ik zit nu in het laatste deel van mijn leven, ja.”

Je hebt een, licht uitgedrukt, bewogen leven achter de rug. Hoe kijk je zelf terug?

(blaast) Ik heb één echt verkeerde keuze gemaakt. Toen ik dertig was, kon ik professor in de informatica worden. Ik heb dat niet gedaan, ik heb voor het geld gekozen. Mijn leven zou er totaal anders uitgezien hebben. Ik zou nooit in die wereld van de haute finance terecht zijn gekomen waar iedereen sjoemelt voor dood.

Heb je spijt van je gesjoemel?

(gelaten) Mja, hoe moet ik dat uitleggen? Je drijft mee in dat milieu, je staat er niet bij stil dat je een brug te ver gaat. Daar is toch niets meer aan te veranderen? (feller) Ik ben het wel beu altijd als oplichter afgeschilderd te worden. In 2004 heeft het Mensenrechtenhof mij gelijk gegeven. Maar ja, wie schrijft dat?

Je klinkt bitter.

Als je ziet dat 69 procent van de Vlamingen achter onze regering staat, dan ja, bon. In zo’n land heb ik niets meer te zoeken.

Jean-Pierre Van Rossem

Iedere keer een boek van mij verschijnt, moet ik lezen dat het door een oplichter geschreven is. (zucht) Kan zo iemand niet schrijven misschien? Ik krijg het daarvan. Ik ben in elk geval zo verbitterd geworden dat ik beslist heb hier weg te gaan. Ten laatste binnen het jaar. Ik ben nu bezig aan een boek over de economische crisis. Als dat klaar is, laat ik het uitgeven in Nederland en verhuis ik naar daar. Amsterdam waarschijnlijk. Daar kun je nog genieten van je vrijheid. Of Friesland. Ik ga ook de Nederlandse nationaliteit aanvragen. De Belgische wil ik niet meer. (zucht diep) België, wat een land zonder ruggengraat. Als je ziet dat 69 procent van de Vlamingen achter onze regering staat, dan ja, bon. In zo’n land heb ik niets meer te zoeken.

Herken je je nog in de Van Rossem van de jaren tachtig en negentig?

Toch wel, ik kan ook fier zijn. Ik heb als enige Belg een eigen Formule 1-team op poten gezet. Ik ben verkozen in het parlement, ook al staken ze mij vier dagen voor de verkiezingen in de bak om politieke redenen.

Je hebt altijd gestoeft met je uitgebreide lijst BV’s, filmsterren en ministervrouwen met wie je geslapen hebt.

Maar man, die lijst, daar ben ik niet meer mee bezig. (aarzelend) Ik had dat allemaal niet moeten doen. Ik heb veel tijd verloren aan chique madams, gewoon om ermee te paraderen. Dat machogedrag, ik heb daar spijt van. Echt. (zwijgt even) Ik heb er spijt van dat ik mijn tweede vrouw Niki zo vaak bedrogen heb. Ik had haar dat nooit mogen aandoen. Ik had bij haar moeten blijven.

Laat ze mij maar vergeten als ik dood ben. Als ze mijn laatste boek over economie maar niet vergeten.

Jean-Pierre Van Rossem

Vrees je de dood?

Helemaal niet. Als er een einde aan moet komen, dan is dat zo. De mens moet zijn finaliteit beseffen. (gelaten) Laat ze mij maar vergeten als ik dood ben. Als ze mijn laatste boek over economie maar niet vergeten. (De Zondag/Paul Cobbaert)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content