De koning in tijden van terreur

Koning Filip © Belga

Voor koning Filip waren de aanslagen in Brussel zijn eerste grote ramp die hij als koning moest opvangen. De meeste van zijn collega’s hebben al aan den lijve moeten ondervinden hoe moeilijk het is om als koning(in) te moeten optreden als je volk zo diep geraakt is.

Na de aanslagen in Brussel op 22 maart belden verschillende monarchen meteen naar koning Filip om hem hun steun te betuigen, hem een hart onder de riem te steken en wie weet hem ook met raad bij te staan. De koningen Willem-Alexander van Nederland, Felipe van Spanje, Abdullah van Jordanië en Mohammed VI van Marokko hebben hem persoonlijk gebeld. Van koning Harald van Noorwegen, Carl Gustaf van Zweden, Prins Albert van Monaco en Koningin Elizabeth van Groot-Brittannië ontving de Belgische vorst een rouwtelegram. Voor Filip was het zijn eerste grote ramp die hij als koning moest opvangen. De meeste van zijn collega’s hebben – en sommige al meer dan eens – reeds aan den lijve moeten ondervinden hoe moeilijk het is om als koning(in) te moeten optreden als je volk zo diep geraakt is.

Rampen

‘Wetende wat ik nu weet, zou ik het heel anders hebben aangepakt. Ik zou meteen teruggekomen zijn’

Koning Albert

Elk land wordt weleens getroffen door een natuurramp. En ook dan is het noodzakelijk te tonen dat je als koning(in) meelijdt met je onderdanen. Zo huilde koning Carl Gustaf in 2004 dikke tranen op televisie toen een 1000-tal landgenoten in Thailand door de tsunami getroffen waren. Natuurrampen zou je oneerbiedig ‘makkelijke’ rampen kunnen noemen. Tegen de grillen van de natuur is niemand opgewassen. Meer dan kritiek omdat er niet genoeg voorzorgsmaatregelen genomen waren, krijgt een koning(in) op dat moment niet te verduren. Veel moeilijker had koning Harald van Noorwegen het in 2011 toen bleek dat 77 slachtoffers waren gevallen bij de dubbele aanslag van de extreemrechtse Anders Breivik. Hoe kon zoiets in zijn land gebeuren? Hetzelfde gold voor koning Albert die in 1996, drie jaar na zijn aantreden, af te rekenen kreeg met de Dutrouxcrisis. Felle kritiek kreeg Albert toen hij zijn vakantie niet onderbrak om zijn landgenoten een hart onder de riem te komen steken. ‘Wetende wat ik nu weet, zou ik het heel anders hebben aangepakt. Ik zou meteen teruggekomen zijn’, vertelde koning Albert in het interview met RTL na zijn troonsafstand. Maar hoe ernstig hij dit ook meent, meer dan zijn volk sneller komen troosten had hij dan ook niet gekund.

Persoonlijk leed

Tal van koninklijke hoofden hebben al persoonlijk ervaren hoe is het om een dierbare te verliezen. De dood van Lord Mountbatten heeft kroonprins Charles nooit echt kunnen verwerken. De oom van prins Philip was als een tweede vader voor hem. In Spanje heeft Felipe jarenlang moeten toezien hoe zijn vader willens nillens in het land moest blijven. Koning Juan Carlos was lange tijd het hoofddoelwit van de Baskische afscheidingsbeweging ETA. Dat was de reden waarom hij nooit naar buitenlandse gebeurtenissen zoals huwelijken ging. De veiligheidsdiensten konden niet verzekeren dat er hem in het buitenland niets zou overkomen. De hele Oranjefamilie heeft letterlijk met eigen ogen gezien hoe een auto zich op Koninginnedag 2009 in Apeldoorn een weg baande tussen honderden toeschouwers, wat uiteindelijk acht doden eiste, inclusief de dader. De Oranjefamilie was het werkelijke doelwit geweest van Karst Tates. Prinses Mette verloor zelf een stiefbroer bij de moordpartij van Breivik. Hertogin Sarah van York heeft geluk gehad. Zij was op 11 september 2001 op weg naar het WTC in New York maar kwam te laat op de afspraak omdat haar taxi vastzat in het verkeer.

Lees deze maand in Royals over hoe de koninklijke familie in het verleden ook persoonlijk bedreigd werd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content