In geen week tijd formuleert de SP.A twee totaal verschillende vormen van vermogenswinstbelasting. Wat wil ze nu eigenlijk – behalve makkelijk scoren?

Een vermogenswinstbelasting noemen ze het niet bij de SP.A, wel een vermogenswinst bijdrage. Wat houdt het in? SP.A-voorzitster Caroline Gennez pleitte in de krant De Morgen voor een vermogenswinstbijdrage ter vervanging van de roerende en onroerende voorheffing. ‘Het principe is eigenlijk eenvoudig’, zegt Gennez. ‘Bereken het volledige vermogen van elk gezin, minus de eigen woning tot een waarde van 400.000 euro, minus de spaarcenten tot 50.000 euro per gezinslid. Wat dan nog overblijft – aandelen, obligaties, ander vastgoed – wordt geschat, zoals ook een woning wordt geschat. Vervolgens wordt vastgelegd hoe groot de aangroei van dat vermogen het voorbije jaar is geweest. Op die opbrengst wordt dan een bijdrage betaald. Is het crisis geweest en is dat vermogen niet aangegroeid, dan betaalt de bezitter daar ook niet voor.’

Ze gaat verder: ‘We hebben becijferd dat de vermogenswinstbijdrage in het beste geval, met een aanslagvoet die in de buurt van de Nederlandse 4 procent ligt, gemiddeld tot ruim 8 miljard euro zou opbrengen. Het afschaffen van de onroerende en roerende voorheffing zou voor de schatkist een verlies van 5,3 miljard betekenen. Volgens onze berekeningen heb je dan nog jaarlijks tot 3 miljard euro over om de lasten op arbeid te verlagen.’

Alle kranten en bladen namen haar verhaal blindelings over. Maar klopt het wel? In Nederland is er bijvoorbeeld geen aanslagvoet van 4 procent op vermogenswinst. Op onze vraag naar meer details stuurt de SP.A vier dagen later een ‘Visietekst’ waar iets heel anders wordt gepresenteerd. In schabouwelijk Nederlands staat daar dat de SP.A wil vertrekken van het volledige vermogen, met uitzondering van de nettowaarde van het eigen huis (maximaal 400.000 euro), een vrije som voor elke partner (50.000 euro) en elk kind (2000 euro). Vervolgens legt men op basis van het verleden het percentage vast dat een gemiddeld vermogen jaarlijks groeit. In Nederland is dat bepaald op 4 procent. Op die vastgelegde jaarlijkse groei wil de SP.A een belasting heffen die even hoog is als de gemiddelde belasting op arbeid, ‘bijvoorbeeld 30 procent’.

Het voorstel in de Visietekst verschilt dus op vrijwel elk punt van wat Gennez vertelt. Er is geen vrijstelling 50.000 euro per gezinslid, voor elk kind is het maar 2000 euro. De jaarlijkse groei van het vermogen zal niet geschat worden, de gemiddelde groei wordt juist vastgelegd en geldt voor alle vermogens. Daarop moet je dan ‘bijvoorbeeld 30 procent’ belasting betalen, dus de aanslagvoet ligt ook niet in de buurt van 4 procent, zoals de voorzitster zegt. En ook als het crisis is, betaal je dus want de fiscus gaat ervan uit dat je vermogen jaarlijks het vastgelegde percentage groeit. Er klopt dus niets van Gennezs uitleg. Ook die 3 miljard meeropbrengst is niet zo zeker als ze laat uitschijnen: ‘mogelijk 1 tot 3 miljard’ staat in de Visietekst (blz. 29).

Er is veel te zeggen voor een vermogenswinstbelasting, maar door uit haar nek te kletsen over wat ze zelf een ‘eenvoudig principe’ noemt, draagt de SP.A-voorzitster niet bij tot een ernstig debat. Ze onderstreept wel dat inhoud voor haar niet belangrijk is, als ze maar de pers haalt, als het maar lijkt alsof de SP.A het geld bij de grote vermogens wil halen. Schoneschijnsocialisme.

door Ewald Pironet

Er klopt niets van Gennezs uitleg over vermogenswinstbijdrage.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content