Caroline Copers (ABVV)

Het discriminatieprobleem verdwijnt niet mee met het begrip ‘allochtoon’

Caroline Copers (ABVV) Algemeen secretaris Vlaams ABVV.

Het weggommen van het begrip ‘allochtoon’ riskeert de discriminatieproblematiek onder de mat te vegen, stelt Caroline Coppers van het Vlaams ABVV.

In de Septemberverklaring van de Vlaamse regering zal u er tevergeefs naar speuren: “allochtonen” komen er niet in voor. Wel “nieuwe Vlamingen”. De recente oproep van de krant De Morgen om het containerbegrip “allochtonen” voortaan te weren uit de berichtgeving lijkt alvast door onze beleidsmakers opgepikt. Maar verdwijnt daarmee ook de discriminatie uit de arbeidsmarkt?

Voor die valkuil wil ik toch wel even waarschuwen.

What’s in a name? Ook in het arbeidsmarktbeleid is de woordkeuze vaak van veel groter belang dan doorgaans wordt aangenomen. Denk maar aan de verschillende connotaties die er schuilen achter het gebruik van “werkloze” dan wel “werkzoekende”.

In dat arbeidsmarktbeleid, en in het economische discours in het algemeen trouwens, gaan er vandaag steeds meer stemmen op die pleiten voor meer individuele verantwoordelijkheid van de burger, in casu vooral de werknemer en de werkzoekende.

Uiteraard is die er, ook als het gaat over het zoeken naar werk. En uiteraard is de individuele situatie van een werkzoekende, met alle details daarin, vaak allesbepalend voor zijn of haar kansen om snel aan de bak te geraken. Maar dat mag er niet toe leiden dat we onze ogen gaan sluiten voor collectieve oorzaken van werkloosheid.

Frappante verschillen


De verschillen tussen wie onder het containerbegrip “allochtonen” valt en de “Belgen” zijn op het vlak van kansen op de arbeidsmarkt zo frappant, dat we niet anders kunnen dan concluderen dat er hier meer aan de hand is dan louter individuele oorzaken.

Een korte greep aan vaststellingen ter illustratie (uit het VDAB-rapport ‘Allochtonen op de Vlaamse arbeidsmarkt’, mei 2012). Ik zal proberen daarbij het woord “allochtoon” te mijden.

Wie van buitenlandse origine is, raakt bij ons moeilijker aan de bak dan in de rest van de EU. De kloof met de autochtonen blijft bovendien even groot wanneer we enkel de hoogopgeleiden bekijken.

Ze hebben een lager inkomen dan de autochtonen en een groter armoederisico. België bekleedt de tweede plaats (na Griekenland) op vlak van risico op armoede of sociale uitsluiting bij wie in het buitenland geboren is.

Mensen met een migratieachtergrond zijn oververtegenwoordigd in sectoren en beroepen met zwaar en ongezond werk en/of minder gunstige arbeidsvoorwaarden op vlak van statuut, loon en arbeidstijdregelingen. Zij werken meer in seizoensarbeid, in uitzendarbeid en in jobs met onregelmatige uren.

En ook wanneer men werkloos wordt, blijven de verschillen bestaan: Na 1 jaar werkloosheid is slechts 44% van hen terug aan de slag, tegenover 58% van de autochtonen.

De meeste van deze verschillen blijven overeind wanneer we het onderscheid maken tussen mensen met of zonder diploma, of mensen met een hogere of een lagere opleiding. En zoals gezegd zijn de tegenstellingen hier bij ons groter dan in de meeste andere EU-landen.

Containerdenken

De collectieve oorzaak die we daaruit kunnen afleiden ligt voor de hand. Opleiding, bijscholing, taalachterstand wegwerken… het zijn allemaal belangrijke maatregelen om iets te doen aan de problemen die “allochtonen” op de arbeidsmarkt ondervinden.

Maar de geciteerde cijfers tonen aan dat dit niet het hele verhaal uitmaakt en dat we ook moeten inzetten op het bestrijden van discriminatie.

Wie discrimineert, denkt in containerbegrippen en de beste manier om discriminatie te detecteren en te identificeren als wat ze is, namelijk structureel en niet incidenteel of individueel, is vaak net om met dezelfde containerbril naar de beschikbare data te kijken. Pas dan gaan we er het belang van inzien en er ook iets aan willen doen.

Het weggommen van het begrip ‘allochtoon’ riskeert de discriminatieproblematiek onder de mat te vegen. Of het nu gaat om mensen met een migratieachtergrond (hier geboren), migranten uit EU-landen of niet EU-landen, van buitenlandse origine, enzovoort…ze worden allemaal gediscrimineerd vanwege de vooroordelen die opgewekt worden door de naam waarmee zij hun sollicitatiebrief ondertekenen.

Nultolerantie

Zoals het Vlaamse regeerakkoord trouwens stelt: nultolerantie voor discriminatie dient het uitgangspunt te zijn. Niet alleen om morele redenen, maar ook omdat we deze talenten nodig hebben in onze economie en op onze krappe arbeidsmarkt.

Alleen kijken naar individuele verantwoordelijkheid en opleidingsniveau staat gelijk aan het negeren van een belangrijk deel van het probleem én de oplossing. Het stuitte me dan ook tegen de borst toen Vlaams minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) twee maanden geleden alweer met enige gelatenheid reageerde op het zoveelste bericht over discriminatie, ditmaal in de uitzendsector (een steekproef van de sector zelf wees uit dat 29% van de uitzendkantoren over de schreef gaat).

De minister bracht in prime time de boodschap dat discriminatie nu eenmaal overal bestaat, dat er toch vooruitgang is, dat we vooral moeten werken aan het opleidingsniveau, dat hij over onvoldoende bevoegdheden beschikt… Dat is niet wat ik versta onder nultolerantie.

En weet u wat: in de beleidsbrieven van diezelfde minister, nochtans ook bevoegd voor het Vlaamse diversiteitsbeleid, was het woord “allochtonen” slechts met mondjesmaat terug te vinden. Om maar te zeggen dat ook het niet gebruiken van een term meerdere doelen kan dienen…

Caroline Copers, algemeen secretaris Vlaams ABVV

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content