Magali De Reu

‘Ja ik heb asperger, nee ik hou niet van treinen en postzegels’

Magali De Reu Ondernemer, journalist, podcaster en auteur van 'Aut of the Box'

Veertien was ze toen ze de diagnose ‘asperger’ (vandaag autismespectrumstoornis) te horen kreeg. Volgens het diagnosecentrum zou ze nooit een leven kunnen leiden zonder intensieve begeleiding. Vandaag reist ze de wereld rond als freelancejournaliste.

Ik ben geen doorsneeautist. Ik ben niet die zonderling die in uw kindertijd telkens alleen op de speelplaats rondhing. Integendeel, ik ben een spraakwaterval en vertoon op het eerste gezicht geen vreemd gedrag.

Maar laat dat nu net zowel een zegen als een vloek zijn. Ik heb het soort autisme dat geen autisme is. Ik heb onzichtbaar autisme.

Buitenbeetje binnen de lijntjes

In ons onderwijs bestaan klassen uit heterogene groepen. Een twintigtal leerlingen krijgen hetzelfde lesaanbod en dat in één bepaald tempo.

Ja ik heb asperger, nee ik hou niet van treinen en postzegels.

Maar ieder van ons heeft toch een andere ontwikkeling en achtergrond gehad? Verdienen wij dan geen individuele behandeling? Misschien, op voorwaarde dat u volgens het CLB (Centrum voor Leerlingenbegeleiding, nvdr.) onder een bepaalde categorie valt. Ik had, dankzij mijn diagnoseformulier, dat geluk. Yes?

De begeleiding die ik genoot, omvatte onder andere een persoonlijke weekplanning. Ik zou op vaste tijdstippen eten, gaan slapen en mijn huiswerk maken. Volgens de DSM-5 (Amerikaans handboek dat in de meeste landen als standaard in de psychiatrische diagnostiek dient, nvdr.) heeft iemand met autismespectrumstoornis (ASS) zoals ik namelijk nood aan die routine.

Mijn problemen lagen elders en mijn aspie-uitlatingen manifesteerden zich eerder op sociaal en emotioneel vlak. Ik was innemend in de klas, maar besefte dan weer niet dat het onbeleefd was de leerkracht te onderbreken. Sociaal in de omgang was ik ook, alleen drong ik mezelf te vaak op bij klasgenootjes om er werkelijk bij te kunnen horen.

De buitenwereld merkte die anomalieën op en al snel werd ik uitgesloten en gepest. Ik werd een angsthaas, iemand die in de klas voortdurend om zich heen keek. Ik werd bang om te worden geviseerd, en mijn angst werd al snel een zelfvervullende voorspelling.

Met de beste intenties greep de school in en werden er sessies georganiseerd met de leerlingen. Over mij.

‘Magali is een beetje vreemd, bekijkt de dingen zwart-wit en leeft in haar eigen wereld.’

Die gesprekken leverden weinig op – per slot van rekening leek het niet te gaan om noemenswaardige tekortkomingen. En ik had er – in tegenstelling tot ‘de klassieke autist’ – geen problemen mee oogcontact met andere mensen te maken. Meer nog, ik had best een goed gevoel voor humor en vertoonde helemaal geen intellectuele achterstand. En nee, ik had ook geen vreemde passie voor treinen en postzegels.

Wel was ik hypersensitief en kon ik snel overwonnen worden door angsten en stress, waarna mijn vreemde kant de kop opstak. Wanneer klasgenootjes mij niet leuk vonden, fixeerde ik me daarop en werd alles rondom me van ondergeschikt belang. Ik probeerder dan echt alles te doen om er toch bij te horen. Kreeg ik mijn zin niet, begonnen de huilbuien en ervoer ik intense woede die elke situatie alleen maar verergerde.

Niemand dacht aan mijn ASS, ik werd herleid tot een moeilijk kind. Tezelfdertijd moest ik als buitenbeentje thuis binnen de lijntjes kleuren en de opgelegde routines volgen. Of ik niet naar een school kon gaan voor kinderen met ASS? Nee, ik functioneerde te goed om in het hokje van uitgesproken autisten te passen. Maar ik functioneerde niet goed genoeg om werkelijk bij ‘de normale mensen’ te horen. Isolatie werd mijn deel.

Geen voorkeursbehandeling, aub

Eén ding moet u weten over ASS: het is een ontwikkelingsstoornis met betrekking tot de informatieverwerking van onze hersenen.

Wij u003cemu003easpiesu003c/emu003e zijn echte kameleons, door anderen te observeren wéten we op ons achttiende best goed hoe we ons moeten gedragen in bepaalde situaties.

Dat eerste deel betekent dat sommige kenmerken doorheen de adolescentie naar de achtergrond verschuiven. Wij aspies zijn echte kameleons, door anderen te observeren wéten we op ons achttiende best goed hoe we ons moeten gedragen in bepaalde situaties.

Maar het tweede deel, over de informatieverwerking, verandert niet. Iemand met ASS zal altijd bijzonderheden ervaren met sociale interactie, communicatie en interesses. Dat deerde mij niet, ik wist dat ik voor de rest van mijn leven wilde schrijven.

Vastbesloten als ik was, werd ik gekozen uit tweehonderd sollicitanten-copywriters voor een positie in een groot bedrijf. Maar een groot bedrijf houdt veel verantwoordelijkheden in. U weet wel, omgaan met tientallen medewerkers met elk een eigen persoonlijkheid en eigen verwachtingen. Ook komt er flink wat bureaucratie en hiërarchie bij kijken.

Al snel werd ik op de vingers getikt voor ongepast gedrag, lag ik in de clinch met collega’s en na zes maanden werd ik met deze mooie woorden aan de deur gezet: ‘schrijven kan je, maar in het beste geval ligt enkel jouw eigen kinderboek voor jou in het verschiet’. Het lag niet aan mij of mijn karakter, maar aan mijn prestaties.

Uit pure wanhoop nam ik jobs aan tegen mijn zin, waardoor het grondig fout begon te lopen. Een burn-out later vond ik het welletjes geweest. Genoeg met verwoede pogingen om mee te draaien met de maatschappij. Ik werd, tegen alle adviezen in, zelfstandig schrijfster en hier sta ik dan.

Mijn tekortkomingen heb ik nog steeds, maar ik heb ze naar mijn hand gezet. Ik link bijvoorbeeld mijn directe persoonlijkheid aan het belang van duidelijke afspraken voor mijn klanten. Ik weet wat ik kan en zet dat in de verf.

Toch is er nog een pak werk aan de winkel, willen we voorkomen dat mensen met ASS, mensen als ik, zich geïsoleerd voelen in onze maatschappij. Dat kan met een ander onderwijssysteem, maar dat is een andere discussie. Een goed begin is in elk geval werken aan bewustzijn. Mensen moeten vatten dat ASS een breed spectrum bestrijkt met verschillende varianten. Dat autisme zich bij mannen anders ontwikkelt dan bij vrouwen staat buiten kijf. Dat ieder individu met ASS een andere behandeling behoeft, nog meer. Niemand wil een voorkeursbehandeling, maar wel een traject op maat dat de integratie van mensen met ASS vereenvoudigt. Wanneer je hier in je jeugd niet van kan genieten, wordt het verdomd moeilijk gedijen op de werkvloer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content