Ann Peuteman

‘Hoog tijd om te beseffen dat we best zonder drank kunnen’

Elke reden is goed om een fles open te trekken. Zeker in de eerste weken van een nieuw jaar. ‘Toch zullen we minder nonchalant met alcohol moeten leren omgaan’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘En niet alleen omdat we zo gehecht zijn aan ons rijbewijs.’

Een glas cava op een gezond en geslaagd nieuwjaar! Nog één! En – waarom niet – nog een laatste. En dan uiteindelijk toch nog one for the road. Wat drinken we allemaal graag. Zonder wijn, bier of gin tonic kun je toch geen verjaardag, promotie of geboorte vieren? En hoe kun je nu aperitieven zonder aperitief? ‘Onlangs heb ik op een feestje de hele tijd cola gedronken omdat ik nog een heel eind naar huis moest rijden’, vertelde een vriendin me onlangs. ‘Daar kreeg ik op den duur een ontzettend opgeblazen gevoel van. Ik vond er niets aan.’ Zij is niet de enige die soms zwaar tegen haar zin op frisdrank overschakelt. Zeker nu er, in de weken net na nieuwjaar, op elke straathoek wel een politieman met een ademtest klaarstaat.

Hoog tijd om te beseffen dat we best zonder drank kunnen

Een op de tien Belgen heeft een alcoholprobleem. Dat betekent dat een vrouw meer dan 14 of een man meer dan 21 glazen per week drinkt. Overmatig drankgebruik verhoogt het risico op tientallen ziektes, waaronder kanker, diabetes en vaatziekten. Om nog van de sociale gevolgen te zwijgen. Toch zoekt maar een minderheid hulp. Wie er uiteindelijk in slaagt om alcohol grotendeels of volledig af te zweren, heeft het vaak heel moeilijk om dat vol te houden. In onze samenleving is elke reden nu eenmaal goed om een fles open te trekken. Wie een glas weigert, moet wel een moslim of een bekeerde zatlap zijn.

Ook mensen die officieel geen drankprobleem hebben maar wel geregeld meer dan een paar glazen drinken, ondervinden daar de nadelen van. Ze voelen zich moe en suf, zijn weinig productief en hebben de volgende dag vaak een kater. ‘Een paar keer per week drink ik terwijl ik aan het koken ben en bij het eten in totaal drie of vier wijntjes’, vertelde een kennis me afgelopen week. ‘Gevolg: na de afwas lig ik uitgeteld op de bank en de rest van de avond doe ik niet veel meer.’ Wel is hij consequent: als hij gedronken heeft, kruipt hij niet meer achter het stuur. Dat kan bijlange niet van iedereen gezegd worden.

Alcohol in het verkeer

Alle BOB- en andere campagnes ten spijt is het nog altijd behoorlijk aanvaard om ‘een beetje aangeschoten’ in de auto te stappen. Dat doen we allemaal wel eens. ‘Ik ben nog bloednuchter. Maar als ik moet blazen, hang ik eraan’, zeggen we dan. Nu er meer en meer wordt gecontroleerd, zeggen mensen wel vaker dat ze minder risico’s willen nemen. Niet zozeer door water te drinken in plaats van wijn, maar wel door sluipwegen te nemen om alcoholcontroles te omzeilen. Anderen nemen dan weer liever de fiets omdat de kans dat ze moeten blazen als ze over het fietspad naar huis slingeren een pak kleiner is.

Alcohol staat niet voor niets op de lijst van harddrugs.

Al begint de boodschap nu toch heel zachtjes door te dringen. Na het handvol dodelijke ongevallen met vluchtmisdrijf van de laatste tijd en de dreiging van nultolerantie voor alcohol in het verkeer, beginnen steeds meer mensen in te zien dat ze misschien toch beter wat minder nonchalant met drank kunnen omgaan. Alcohol staat niet voor niets op de lijst van harddrugs. In deze tijden van grote voornemens beweren dan ook heel wat mensen dat ze dit jaar minder zullen drinken, en dat is een nobel streven. Alleen is de reden dat iets minder: ze willen een paar kilo’s afvallen of zware boetes vermijden. Dat is nog iets anders dan onder ogen zien dat we niet altijd alcohol nodig hebben om bij te praten, iets te vieren of tot rust te komen. Toch zouden we daar uiteindelijk toe moeten komen. Al zal dat de obligate nieuwjaarsrecepties er straks niet boeiender op maken. Integendeel.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content