De peuterpuberteit: 10 do’s en don’ts

© Getty Images/iStockphoto

Al lijkt de peuterfase een moeilijke periode, je kan er als ouder volop van genieten als je weet hoe je het best reageert. 10 do’s en don’ts.

Al lijkt de peuterfase een moeilijke periode, je kan er als ouder volop van genieten als je weet hoe je het best reageert. 10 do’s en don’ts.

  1. Verwacht niet dat je peuter sneller van begrip is dan hij voor zijn leeftijd kan zijn. Blijf rustig herhalen. Na een tijdje leert hij het wel. Probeer alles wat je wil veranderen ten minste gedurende drie weken.
  2. Gebruik trucjes om zijn boosheid af te leiden. Bedenk leuke spelletjes, bv. als hij zijn schoenen niet aan wil trekken : “Oh wat is dat voor een gek voetje, dat wil niet in die schoen?!”
  3. Praat pas tegen je kind als je zijn volle aandacht hebt. Mopperen verliest snel effect. Peuters reageren eerder op wat je doet dan op wat je zegt.
  4. Geef je kind veel aandacht als het gezellig en lief is. Zo leert het dat negatieve aandacht helemaal niet nodig is.
  5. Als je peuter zich misdraagt, haal hem weg uit de situatie en besteed er verder geen aandacht aan.
  6. Dwing je kind niet om te eten, laat het maar even knoeien. Tafelmanieren komen later wel.
  7. Projecteer je eigen angsten niet op je peuter. Maakt de dokter jou onrustig ? Vraag je partner om te gaan.
  8. Peuters ontwikkelen zich snel, maar soms wil de uk weer een baby zijn. Die regressie heeft een functie in zijn groeiproces en is een pauze om nieuwe energie op te doen. Laat maar even.
  9. Zeg niet tegen een peuter dat hij te groot is voor een speen of een knuffel. Het is zijn veilige troost.
  10. Bouw gewoontegedrag af door je kind af te leiden en speen of knuffel even weg te leggen.Stel geen hoge eisen aan een kind dat moe en hangerig is.

Marianne Meire

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content