In 2014 kwamen 22 personen in België om het leven door koolstofmonoxidevergiftiging.
Koolstofmonoxidevergiftiging heeft vorig jaar 22 dodelijke slachtoffers gemaakt. Dat blijkt uit cijfers van het Antigifcentrum. Het waren er minder dan in 2013 (26), wat volgens dokter Marijke Fortuin van het centrum een gevolg is van de zachtere temperaturen vorig jaar. Ze pleit voor een duidelijk premiesysteem om de vervanging van oude badkamergeisers te versnellen.
CO of koolstofmonoxide ontstaat bij slechte verbranding van gas, kolen, stookolie, benzine of hout. Het gevaar van CO is dat het niet te zien of te ruiken is. Daarom wordt het ook de ‘stille moordenaar’ genoemd. Belangrijke bronnen van CO zijn defecte warmwatertoestellen in de badkamer en individuele verwarmingstoestellen in de living of slaapkamer.
Koude weer
Er gebeurden vorig jaar 387 CO-ongevallen met 841 slachtoffers, van wie er 22 overleden zijn. In 2013 telde het Antigifcentrum 538 ongevallen met 1.251 slachtoffers, van wie 26 dodelijk. ‘De daling van de cijfers is voornamelijk een gevolg van het weer’, zegt Fortuin.
‘Normaal hebben we een stuk of dertig vorstdagen, terwijl het er vorig jaar maar drie waren. En we weten dat bij koud weer het aantal CO-vergiftigingen hoger ligt.’
In de koudere eerste twee maanden van dit jaar zijn al minstens negen doden gevallen. Toch stelt het centrum de laatste jaren een zeer geleidelijke daling van het aantal slachtoffers vast. Voor Fortuin is het vooral belangrijk dat onveilige toestellen in badkamers vervangen worden, want daarmee gebeuren de meeste ongevallen.
Vals gevoel van veiligheid
Na 1995 gemaakte badgeisers moeten een terugslagbeveiliging hebben, waardoor het toestel bij gevaar uitvalt. Mensen moeten volgens Fortuin gestimuleerd worden om sneller oude toestellen te vervangen. Ze suggereert om daarvoor een premie in te voeren. Er zijn in het verleden wel premies geweest, maar die waren naar verluidt niet eenvoudig genoeg. Een CO-melder is dan weer geen aanrader, klinkt het.
‘Die geven een vals gevoel van veiligheid’, zegt Fortuin. ‘CO-melders zijn lang niet zo efficiënt als rookmelders. Het zijn chemische detectoren die pas alarm slaan als er al een gevaar is ontstaan. In een kleine ruimte kan de wachttijd tot het alarm afgaat zo lang zijn dat het slachtoffer al niet meer in staat is iets te doen. We leggen dus beter de nadruk op veilige toestellen.’ (Belga/AVE)
