Excuses

Wanneer en waarom biedt een land of een regering zijn excuses aan?

‘Wat gebeurd is, had nooit ofte nimmer mogen gebeuren’, zei de Britse premier David Cameron op 15 juni in het Lagerhuis. Hij had het over Bloody Sunday, een aanslag van het Britse leger op de burgerbevolking van de Noord-Ierse stad Londonderry in januari 1972. Britse soldaten schoten daar toen dertien vreedzame, ongewapende betogers dood.

In 1998 richtte toenmalig premier Tony Blair een commissie op die moest onderzoeken wat er die dag in Londonderry precies was gebeurd. Nu, twaalf jaar later, is die commissie tot het besluit gekomen dat het Britse leger zich daar toen toch wel een beetje heeft bezondigd aan ‘serious and widespread loss of fire discipline’.

Het had iets minder omfloerst gekund maar goed, het rapport heeft de nieuwe premier Cameron ertoe bewogen zich publiekelijk te verontschuldigen. ‘Wat op Bloody Sunday is gebeurd, was ongerechtvaardigd en niet te verantwoorden’, zei hij op 15 juni. En toen kwam het: ‘On behalf of the government – and indeed of our country – I am deeply, deeply sorry.’

Op 31 mei doodde het Israëlische leger negen Turken aan boord van een wat schimmig hulpkonvooi dat op weg was naar Gaza. Turkije boos, natuurlijk. Het land vraagt nu al weken dat Israël zijn excuses zou aanbieden. Israël piekert er niet over. Turkije nog bozer.

Waarbij we toch moeten opmerken dat die Turken in 1915 een miljoen Armeniërs in de pan hebben gehakt en het nog steeds vertikken om zich daarvoor te excuseren.

Excuses vragen is nu eenmaal makkelijker dan excuses aanbieden.

En België? Vijftig jaar na het einde van het koloniale terreurbewind in Congo mogen wij graag fijne boeken lezen over Congolese geschiedenis en anekdotische verhaaltjes opdissen over de sabel van wijlen koning Boudewijn, maar officiële, expliciete excuses van de Belgische staat aan het Congolese volk? Ammehoela.

In april 2000 excuseerde toenmalig premier Guy Verhofstadt zich wél zeer expliciet bij het Rwandese volk, voor de medeverantwoordelijkheid van de Belgen bij de volkerenmoord in 1994. ‘In naam van mijn land en volk smeek ik om vergeving’, zei Verhofstadt toen. Maar Rwanda was nooit een Belgische kolonie.

België draagt meer verantwoordelijkheid voor de ellende van Congo dan voor het verdriet van Rwanda, en dus excuseren we ons makkelijker tegenover Rwanda dan tegenover Congo.

Het verschijnsel intrigeert me: wanneer en waarom biedt een land of een regering zijn excuses aan? Wat was het eerste land dat zich ooit heeft verontschuldigd, en waarvoor dan? Wat halen excuses uit? Voelt zo’n Cameron iets als hij ‘I am deeply, deeply sorry’ zegt? Is het aanbieden van excuses een oprechte spijtbetuiging of tactiek? Cheap talk? Voelt een geschoffeerd land zich echt beter als het schoftland eenmaal ‘sorry’ heeft gezegd?

Volgens de Amerikaanse politicologe Melissa Nobles kunnen officiële excuses drie betekenissen hebben. Eén: een staat die zich excuseert erkent formeel dat hij in het verleden onrechtvaardig heeft gehandeld, en dat de geschiedenis dus moet worden herijkt. Twee: een dergelijke erkenning biedt vaak een historische verklaring voor de achterstand van minderheidsgroepen. Drie: excuses betekenen dat de voorwaarden om tot een natie te behoren en de plichten die daarbij horen, opnieuw worden bekeken.

In The Politics of Official Apologies (Cambridge University Press, 2008) gaat het Nobles vooral om die derde betekenis. Ze onderzoekt de excuuseisen van inheemse bevolkingen en minderheden in Canada, Nieuw-Zeeland, Australië en de VS, en gaat na hoe lokale en nationale overheden op die eisen hebben gereageerd. In de meeste gevallen leidden excuses van de overheid ertoe dat gediscrimineerde groepen rechten, bezittingen en mogelijkheden krijgen die hen eerder waren afgenomen of nooit vergund.

Excuses gaan niet noodzakelijk gepaard met het betalen van materiële schadevergoedingen. Soms weigeren regimes zich te excuseren precies uit angst voor schadeclaims. Soms dienen excuses én schadevergoeding in de eerste plaats het eigenbelang van wie zich verontschuldigt. Zo bood de Italiaanse premier Silvio Berlusconi in september 2008 zijn excuses aan aan Libië – van 1912 tot 1943 een Italiaanse kolonie – met als bijkomende belofte dat hij 5 miljard euro in Libië zou investeren. Ik kan me niet voorstellen dat Berlusconi echt wakker lag van Libische werkloosheidscijfers.

Soms zijn officiële excuses ingegeven door oprechte spijtgevoelens. Maar vaker zijn het retorische, tactische manoeuvres, bedoeld om de belangen van uitbuiters en schoften te dienen én te camoufleren. Excuses kunnen dan ook een ondraaglijk gevoel van superioriteit uitdrukken. Sorry zegt alleen wie zegezeker is, wie het zich kan permitteren. De Engelsen gebruiken ‘excuse’ en ‘apology’ door elkaar.

‘Excuse’ (excusare, ex + causa) betekent (zich) verontschuldigen. Maar ‘apology’ (van het Griekse ‘apologeisthai’) betekende oorspronkelijk zich verdédigen, zich rechtvaardigen. Altijd interessant om die tweede betekenis in gedachten te houden wanneer een overheid zich excuseert.

Frank Albers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content