Vorige zaterdag opende Els De Temmerman een nieuw opvangcentrum voor kindsoldaten in Congo. Tegelijk leidt ze sinds één jaar The New Nation, een krant in Zuid-Sudan. Precies een kwarteeuw pendelt De Temmerman nu tussen journalistiek en hulpverlening. ‘Ik heb me altijd toegespitst op mensen die lijden. Dan zie je de essentie van de mens. Alle verpakking valt weg.’

In Kampala zitten de bomen rond het parlementsgebouw vol reusachtige maraboes. Hun uitwerpselen kleuren de straten van de Oegandese hoofdstad wit. In het parlement is er momenteel een krachtmeting bezig met president Yoweri Museveni, die al sinds 1986 aan de macht is. Een opstandig parlementslid werd eind vorig jaar dood aangetroffen. Volgens de autoriteiten nam ze een overdosis cocaïne om af te slanken. Volgens critici werd ze vergiftigd. De dokter die het post-mortemonderzoek deed, werd aangehouden.

Het is bijna twintig jaar geleden dat ik Els De Temmerman voor het laatst zag, tijdens de genocide in Rwanda, maar ze is nog altijd even druk en dynamisch. Ze is net terug van Juba, de hoofdstad van Zuid-Sudan, dat in 2011 onafhankelijk werd. Ze is haar krant The New Nation aan het redigeren, maar de verhalen komen niet binnen, het internet valt plat, er is een probleem met de reclame, en ze moet voortdurend uitleg geven aan de man van de lay-out, die een zwart T-shirt draagt met het opschrift Soldier in God’s Army.

Sinds vorig jaar reist De Temmerman voortdurend heen en weer tussen Oeganda, waar ze woont en moeder is van een anderhalf jaar oude tweeling, en Zuid-Sudan, waar ze werkt. En waar alles voor haar begon.

Els De Temmerman: Ik heb altijd gezegd dat ik op een dag naar Zuid-Sudan zou terugkeren. In 1987 en 1988 werkte ik voor Artsen zonder Grenzen in een vluchtelingenkamp in Safaha, op de grens tussen het noorden en het zuiden van Sudan. Ik was verantwoordelijk voor het meten en wegen van ondervoede kinderen. Ons voedsel werd tegengehouden door de autoriteiten, en elke dag bleven er maar nieuwe vluchtelingen toestromen. Ik was 25 jaar en ik moest beslissen wie we nog in leven hielden en wie we lieten sterven. Afschuwelijk.

Je schreef daarna in een artikel: ‘Safaha, ik zal er nooit van genezen.’

De Temmerman: Het heeft me getraumatiseerd. Het was fout om kampen op te richten op de grens tussen noord en zuid, waardoor er mensen in de handen van de vijand liepen en uitgehongerd werden. In 1988 maakten de Verenigde Naties bekend dat daar 500.000 mensen verhongerd zijn!

Het jaar daarop zijn we samen met een vrachtvliegtuig naar Juba gevlogen, dat toen nog door de rebellen belegerd werd. Je wilde absoluut terug?

De Temmerman: (zucht) Ik zal nooit vergeten hoe het vliegtuig van heel hoog in een soort kurkentrekkerlanding naar beneden moest duiken om buiten het bereik van de rebellen te blijven. Sindsdien heb ik altijd mijn werk in Zuid-Sudan willen afmaken. Die kans kwam er enkele jaren geleden toen ik ontslag nam bij New Vision, de grootste krant van Oeganda. Ik was daar al sinds 2007 hoofdredacteur. Op een dag eiste de ceo, de vroegere woordvoerder van de regering, dat ik een speech van president Museveni op de voorpagina zou zetten. Hij zei dat het een bevel was. Toen ben ik opgestapt.

Maar je wist toch van bij het begin dat het een regeringskrant was?

De Temmerman: Ja, maar mijn onafhankelijkheid was in het contract gegarandeerd. De krant is ook beursgenoteerd en is nog maar voor 53 procent eigendom van de regering. In mijn laatste jaar bij de krant heb ik verscheidene grote corruptieschandalen aan de kaak kunnen stellen. Vooral over de organisatie van de top van het Gemenebest in 2007, die wel 100 miljoen euro gekost heeft. Ik werd na die artikels geïntimideerd en bedreigd. Ik durfde niet meer thuis te slapen. Ik heb toen het kabinet van Museveni gebeld, en hij gaf me via zijn secretaresse toen zelf het groene licht om ermee door te gaan.

In je nieuwe krant in Zuid-Sudan staat in het colofon dat ze gepubliceerd wordt door een ngo ‘with the support of the Government of Belgium’.

De Temmerman: Ik had na mijn ontslag weer contact gekregen met Luka Biong Deng, een studiegenoot in Leuven. Hij was de rechterhand geworden van Salva Kiir, die nu president van Zuid-Sudan is. Hij vroeg me om in Juba een krant op te starten. We hebben de ngo Sudan Advocacy for Development opgericht en een project ingediend bij Buitenlandse Zaken. Brussel heeft 1,66 miljoen euro toegezegd voor het gebouw en de werking gedurende vijf jaar. Dat is 40 procent van het budget, de rest moeten we zelf bijeenzoeken. Bijna een jaar geleden is het eerste exemplaar van The New Nation verschenen. Het is een weekblad, maar het duurt wel twee weken om de krant te verspreiden, want er zijn nauwelijks wegen. De helft wordt gratis in scholen uitgedeeld. De journalisten hebben we zelf moeten opleiden.

Een Engelstalige krant voor een bevolking waarvan driekwart analfabeet is, is dat een prioriteit?

De Temmerman: Engels is de nationale taal, ook in het onderwijs. Er zijn nauwelijks lesboeken beschikbaar. De krant wordt er door radiostations letterlijk voorgelezen. Er staat niet alleen nieuws in, maar ook informatie over landbouw, gezondheid, milieu enzovoort. Kennis is noodzakelijk voor ontwikkeling én voor verzoening.

In je eerste maanden brak er al meteen weer oorlog uit?

De Temmerman: Zuid-Sudan heeft zich afgescheiden na een referendum, maar er moeten nog precieze akkoorden komen over de oliewinning, de boedelscheiding, de grensafbakening. Het gevolg is dat sinds het uitbreken van de vijandelijkheden de olieproductie is stilgelegd, wat rampzalig is voor Zuid-Sudan, want 98 procent van de staatsinkomsten komt van olie. ‘We zullen de insecten in het zuiden verdelgen’, riep Omar Al-Bashir, de president van noordelijk Sudan. Een akelige uitspraak, die me toch aan Rwanda ’94 doet denken. Ik moet mijn journalisten temperen om niet al te patriottisch te schrijven en zich aan de feiten te houden.

Het gevolg is dat er weer grote voedseltekorten zijn, net als in je eerste periode in Sudan?

De Temmerman: De mensen sterven nu niet van de honger, maar ze lijden wel honger. Dit jaar zullen volgens de VN 2,4 miljoen mensen rechtstreekse voedselhulp nodig hebben, wat toch een derde van de bevolking is.

In volle burgeroorlog in Somalië heb ik je nog op een vliegtuig van het Rode Kruis moeten zetten omdat je doodziek was. Je moet zowat alle tropische ziekten al gehad hebben?

De Temmerman: Ja, cholera, malaria, tyfus, dengue, noem maar op. Mijn leven heeft een paar keer aan een zijden draadje gehangen.

In Mogadishu is toen ook je vriend Wim omgekomen.

De Temmerman: (stil) Ja, hij was geluidstechnicus en is in 1991 doodgeschoten. Ik heb drie keer een zware depressie gehad door mijn Afrikaanse problemen. De eerste keer na Safaha in Sudan, toen heb ik maanden voor mij uit zitten staren. De tweede keer na de dood van Wim in Somalië. Ik heb toen twee maanden eigenlijk niets anders gedaan dan huilen. En de derde keer na mijn reportages tijdens de genocide in Rwanda in ’94. Ik was toen bezeten om bijna letterlijk élke massaslachting te zien en te verslaan. En maar lijken tellen. Ik woonde in Nairobi en was daar bang van alles en iedereen. De Volkskrant heeft toen zelfs een Amerikaanse psycholoog betaald, maar na enkele sessies ben ik ermee gestopt.

Ik kwam je tegen aan de Tanzaniaanse grens en we zijn toen met de Tutsirebellen meegetrokken naar Kigali. Achteraf werd je in België onder vuur genomen omdat je partij zou hebben gekozen voor de Tutsi’s?

De Temmerman: (verontwaardigd) Ik werd onder druk gezet om beide partijen evenveel aan bod te laten komen. Stel je voor, pakweg een miljoen doden, en dan moet je gaan uitzoeken wie Hutu of Tutsi is? Op den duur werd alles in twijfel getrokken in België. Je rapporteert over een van de ergste genocides in de geschiedenis en achteraf verwijten ze dat je te veel partij koos voor de slachtoffers! In al mijn oorlogen heb ik mij altijd toegespitst op mensen die lijden.

Waarom trekt dat lijden je zo aan?

De Temmerman: In diepe ellende ga je naar de essentie van de mens. Dan valt alle verpakking weg. En dan zie je hoe ongelooflijk sterk de mens is, zelfs om een genocide te verwerken. En ook dat onze problemen in het Westen zeer relatief zijn en we gelukkig moeten zijn met alle kansen die we krijgen.

België is voor jou nu meer onherbergzaam gebied dan Afrika. Zeg je nu: ‘Afrika, ik zal er nooit van genezen’?

De Temmerman: Ja, dat is zo. Afrika zit heel diep in mij. Ik vind dat veel mensen in België ongelukkig zijn om futiele dingen. De verzuring is zo groot. En de bekrompenheid. Ook in de media, die zo commercieel geworden zijn. Maar zo krijg je gesloten samenlevingen, en die zijn altijd gevaarlijk. Of het nu om een land, een sekte, een familie of iets anders gaat. Ik zie het als een journalistieke taak om die geslotenheid te doorbreken. Exposure. Weet je, ik was voor het eerst in Noord-Oeganda voor een reportage en ik werd zo geschokt door het lot van de kindsoldaten, waar toen niemand om gaf. Het ongelooflijk wrede Verzetsleger van de Heer (LRA) van sekteleider Joseph Kony werd gewoon genegeerd door de wereld. Ik schreef in 2000 mijn boek De meisjes van Aboke, over de 139 ontvoerde scholieren van zuster Rachele. Later sprak ik met Sam Kolo, de gewezen woordvoerder van het LRA, en hij zei dat hij de Engelse editie van mijn boek had gelezen. Hij had toen meteen tegen Kony gezegd: dit is gevaarlijk, want het toont de wereld voor het eerst wat het LRA echt is.

En Kony heeft je met de dood bedreigd?

De Temmerman: In 2002. Dat werd officieel meegedeeld aan de Belgische ambassade. Op een gedode rebellenleider was een papier gevonden met een lijst van mensen die moesten worden uitgeschakeld. En daar stond mijn naam tussen. Toen heb ik zes maanden een lijfwacht gekregen van de Oegandese regering.

Beschouw je het Rachele rehabilitatiecentrum voor kindsoldaten, dat je van 2003 tot 2006 in Lira in Noord-Oeganda leidde, als je grootste project?

De Temmerman: Het waren zware jaren, maar ook gelukkige jaren. De verhalen waren zo verschrikkelijk en de aantallen zo groot. Het ging om tienduizenden ontvoerde kinderen. Ik was begonnen met het betalen van schoolgeld aan ex-kindsoldaten en had daarvoor de vzw Sponsoring Kinderen Oeganda opgericht. Maar de schoolresultaten waren soms niet goed, en dat bleek met hun trauma’s te maken te hebben. We hebben het rehabilitatiecentrum volgens de ‘exposure method’ aangepakt: kinderen hun verhaal laten vertellen, acteren, tekenen enzovoort. En dat werkte. Het gaf enorme voldoening om die wrakken van kinderen geleidelijk te zien openbloeien. In de ergste periode, in 2003-2004, zaten de rebellen rond Lira en sliep ik letterlijk voor de deur van de slaapzaal.

Je hebt het centrum na drie jaar stopgezet, omdat er geen nieuwe kinderen meer toekwamen. Maar ook omdat je een burn-out had?

De Temmerman: Ik kon de confrontatie niet meer aan. Toen er wéér een bus door rebellen werd overvallen, haakte ik af. De wreedheden werden me te veel. Het rehabilitatiecentrum is daarna een school geworden.

Maar je bent wel nog op zoek gegaan naar Kony om hem te interviewen?

De Temmerman: Ik ben in 2006 met een Oegandese collega van New Vision door Zuid-Sudan en Congo gereden, maar we zijn toen door het Congolese regeringsleger vreselijk behandeld en beroofd. De BBC heeft een interview gehad, en daarin zat Kony zo te raaskallen dat hij een ‘freedom fighter‘ was dat ik er daarna geen zin meer in had. Ik heb wel met zijn kennissen gesproken en een psychologische analyse gevraagd. Daaruit blijkt dat hij vermoedelijk een paranoïde schizofreen is.

Nu ben je weer verantwoordelijk voor een nieuw opvangcentrum voor kindsoldaten in Dungu in Congo.

De Temmerman: Op verzoek van de VN-missie in Congo. Ze wilden een centrum zoals het Rachele rehabilitatiecentrum. Het Verzetsleger van de Heer is sinds 2006 niet meer actief in Oeganda, maar wel in Congo en de Centraal-Afrikaanse Republiek. Ik heb de vraag eerst nog afgewimpeld, maar toen ik de kinderen in Dungu zag, was ik weer zo geschokt dat ik er toch aan begonnen ben. We zijn vorig jaar meteen gestart in voorlopige gebouwen en hebben al 68 kindsoldaten met hun familie herenigd. Nu verblijven er 83 in het opvangcentrum. Het centrum is gebouwd door de Amerikaanse ngo Invisible Children, die vorig jaar de film Kony 2012 maakte, die op YouTube 100 miljoen keer bekeken werd. Maar de transportproblemen en onveiligheid zorgden voor vertraging. België heeft 1,2 miljoen euro vrijgemaakt.

België heeft je altijd veel financiële steun gegeven. Je bent getrouwd met gewezen parlementslid Johan Van Hecke. Hebben goeie politieke contacten je geholpen?

De Temmerman: Nee, helemaal niet. In 2002 heb ik zelf, samen met twintig kindsoldaten, minister van Buitenlandse Zaken Louis Michel langs de kant van de weg aangeklampt toen hij hier op missie was. Hij wist totaal niet wie ik was, maar hij raakte geboeid. En dan heb ik mijn eerste voorstel voor een project ingediend, net zoals anderen.

Wat blijft er nog over van het Verzetsleger van de Heer?

De Temmerman: Men schat dat er nog een 400 rebellen overblijven, onder wie de topmannen die door het strafhof in Den Haag gezocht worden. In de streek van Dungu was er onlangs nog een incident. Volgens mijn informatie zit Kony zelf in Sudan, ongeveer in de grensstreek waar ik in 1987 begon te werken. Net naast een kamp van het noordelijke leger, dat hem blijft steunen, tot op de dag van vandaag.

Waarom zijn het Oegandese leger, de VN-troepen en sinds twee jaar zelfs honderd Amerikaanse militairen er nooit in geslaagd een gek als Kony op te pakken?

De Temmerman: (blaast) Als je het hen officieel vraagt, zeggen ze dat het zo’n uitgestrekt gebied is, bijna allemaal dicht regenwoud, en dat hij zich voortdurend verplaatst. Hij heeft als een dier leren overleven in het oerwoud. Maar wetenschappelijke onderzoekers zeggen mij dat je met satelliettechnologie zelfs een chimpansee kunt terugvinden. Waarom sturen ze dan geen drone naar Kony? Ooit zei een militaire attaché van de Britse ambassade in Kampala mij: we moeten Museveni laten doen, want zolang hij met Kony bezig is, zal hij niet opnieuw oorlog voeren in Congo.

Kony is voor Museveni altijd het alibi geweest om zijn macht en zijn leger uit te breiden?

De Temmerman: Ik geloof dat niet. Wel waar is dat een aantal officieren in het leger daarvan profiteren. Zo werden er veel spooksoldaten betaald, want in oorlogsgebied is dat moeilijk te controleren. Maar Museveni ziet het LRA als een smet op zijn blazoen en wil vooral handel en stabiliteit in Oeganda.

Je hebt vaak de kritiek gekregen dat je te nauw gelieerd was aan Museveni.

De Temmerman: Ik had nauwe contacten toen ik in Noord-Oeganda werkte. Ook al omdat hij informatie van mij wilde over wat er echt gebeurde. Hij belde me soms twee keer per week. Ik zag hem in het State House of op zijn ranch. Maar toen ik hoofdredacteur van New Vision werd, raakte ik nog amper bij hem. En nu heb ik al vier jaar niets meer van hem gehoord. Ik weet dat hij ontgoocheld in me is.

Verscheidene westerse landen, waaronder België, hebben nu zelfs een deel van hun steun bevroren omdat zo veel geld voor het noorden verdwenen is?

De Temmerman: De corruptie is een van de grootste problemen in Oeganda. De druk is zo groot om voor je familie en je clan te zorgen. Dat is gelieerd aan dat andere grote probleem: de bevolkingsexplosie. Op dat vlak is Oeganda bijna koploper in de wereld. Elke vrouw heeft nog gemiddeld zes à zeven kinderen. Ik heb dat ooit tegen Museveni gezegd. Hij antwoordde: we hebben een grote bevolking nodig om ons te beschermen tegen de Arabieren! Geboortebeperking is nog een groot taboe. In het Westen moet je economisch produceren, of je wordt gemarginaliseerd. Hier moet je kinderen produceren, of je wordt verstoten. Hoe vaak ben ik niet uitgelachen omdat ik geen kinderen had!

Je hebt altijd getwijfeld of het zinvol was om nog kinderen op de wereld te zetten?

De Temmerman: (lacht) Ja, maar als moeder van een tweeling word ik hier nu op handen gedragen. Nalongo noemen ze mij nu, een eretitel. Vroeger was het met mijn soort leven absoluut niet evident. Ik ben blij dat ik nu oud en rijp genoeg ben. In België krijgen mensen kinderen in de drukste jaren van hun leven, wanneer ze hun carrière beginnen, hun huis bouwen enzovoort. Ze gaan kapot van de stress. Ik heb intussen al veel projecten in mijn leven achter mij liggen. Maar mijn tweeling is mijn mooiste project.

DOOR CHRIS DE STOOP IN OEGANDA

‘Cholera, malaria, tyfus, dengue… Mijn leven heeft al vaak aan een zijden draadje gehangen.’

‘De bevolkingsexplosie is het grote probleem in Afrika. Hier moet je kinderen produceren, of je wordt verstoten.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content