Review | Boeken

Thrillerauteur Jos Dewit zoekt weer de grens op

© GF
Lukas De Vos
Lukas De Vos Europakenner

Ooit won Jos Dewit de Vlaamse debuutprijs. Tegenwoordig gaat hij als thrillerschrijver door het leven en toont hij in ‘Weg’, al zijn derde spannende boek, zijn veelzijdig talent met de half-Tunesische Zeiz als nukkige detective in de hoofdrol.

Een boek dat per se op de Boekenbeurs moet verschijnen valt geregeld tussen de plooien. In het geval van Weg, Jos Dewits derde thriller, is dat bijzonder jammer. Het is gewetensvol geschreven, het speelt in op de actualiteit, de dialogen zijn volstrekt natuurlijk, de karaktertekening genuanceerd, de plot getrimd en in de hand gehouden, en de topoi van het genre vrijwel automatisch ingepast.

Half-Tunesisch

Zijn hoofdpersonage, commandant Kareem Zeiz (van hoofdinspecteur bevorderd, ondanks een hangend onderzoek naar gebrek aan respect voor de regels, die in een vorige episode zijn vriend-collega Sterckx bijna het leven, maar in elk geval zijn ballen kostte), is de traditionele, nukkige einzelgänger, genre Morse of Frost of Witse, maar met dien verstande dat hij half-Tunesisch is, en in een wat besloten provincie als Limburg moeilijk tot samenwerking en vertrouwen noodt.

Zeiz wil in afwachting van een uitspraak, en eventuele bestraffing, door het Comité P, dat de politiediensten controleert, een aflopend onderzoek niet laten afsluiten, om drie redenen: hij heeft een persoonlijke band met de verdwijning van jonge vrouwelijke vluchtelingen uit open opvangtehuizen (zijn vorig liefje, de Tibetaanse Pema, is al zes maand spoorloos); hij verdenkt enkele superieuren ervan onoorbare betrekkingen te onderhouden met misdadigers (ook de flikkenoorlog is in volle gang); en hij is gewoon te koppig om toe te geven dat er weinig nieuwe sporen zijn (hij werd sowieso al met de nek aangekeken, “hij was een pestlijder geworden, een collega aan wie je niet gelinkt wil worden”).

Radicalisering

Dewit schuift handig en toch begrijpelijk verschillende lagen door elkaar: de radicalisering van jonge moslims, de onderdrukking van vrouwen, de ongeïnteresseerde aanpak van Fedasil, de corruptie in hogere politieke regionen, het latente racisme, de ongrijpbaarheid van de internationale misdaadbendes die hun terrein verleggen als de grond hun te heet onder de voeten wordt, de uitwassen die tot snuff movies leiden (of tot pure arrogante decadentie zoals de zaken DSK en Sewell in de werkelijkheid aantonen), de sensatiezucht van de media, de moed der wanhoop bij de echte misdaadjagers. De ontrafeling van deze uitermate complexe maatschappelijke verwevenheid zorgt voor een reeks verdwijningen, folteringen en moorden, zonder dat de lezer de draad verliest en of zich vastloopt in nevenplots. Dewit is een echte schaakmeester, voor wie het wereldse schouwtoneel zijn speelbord is.

Iedereen heeft geheimen, iedereen wringt al eens de pols om van de vigerende wetten. Omdat iedereen zijn eigen, soms ongrijpbare agenda heeft. Waarom houdt de prediker Aka Seciri contact met Ibrahim Sultani en zijn zus Parwana Sultani ? Welke band is er tussen de Nepalese Amber Kumar en Parwana, die zelf een besmuikte band heeft met Shirzad Shirzad, een jongere van buiten het asielcentrum ? Waarom wordt de doortrapte ex-politieman Jan Kosse vermoord na contacten met Zeiz ? Hoe wezenlijk is het ingrijpen van het gangsterduo Boa (een tot vrouw omgebouwde man) en de fameuze kickbokser Wald ? Welke rol spelen de advokaten, de inlichtingendienst, de Nederlandse collega’s (want een flink stuk van de aktie speelt zich af in het grensgebied bij Maastricht, en later in Zeeland) ? Waarom moet Zeiz, die uiteindelijk steun krijgt van zijn Brusselse leermeester Lesage en van de geheimagente Karen Simonton, tegen beter weten in een gesloten dossier blijven opvolgen ?

Grensgevoel

Grensgevoel, dat is het hoofdthema van Dewit. De grens tussen verleiding en zelfrespekt. De grens tussen wanhoop en zelfvernietiging. De grens tussen verdraagzaamheid en machtsmisbruik. De grens tussen internationale misdaad en nationale onderzoeksmetodes. De grens tussen geslachten. De grens tussen kruiperigheid en bescheidenheid. Een centrale rol is weggelegd voor de (waarnemend) directeur van het opvangcentrum bij Sint-Truiden, de dubieuze kommunikatiespecialist Steven Sannel, die er verborgen ondeugden op nahoudt. Hij vormt de rode draad in de schijnbaar middelpuntvliedende ontwikkelingen. Het voordeel van Zeiz is dat hij van jongs af aan de verschillende samenlevingskonflicten zelf heeft doorleefd, en daar nu zijn praktische én emotionele intelligentie aan dankt.

De opening is bijzonder sterk, en zorgt meteen voor een flink stuk paranoia. Teddy Wald maakt zijn opwachting in een camper. Hij maakt zich zorgen om camerabeelden van het opvangtehuis. Als hij daarop staat, en dat weet hij, sluipt er slordigheid in zijn efficiency, en dat kunnen hooggeplaatste, anonieme gangsterbazen maar weinig waarderen. Want in een vuilniscontainer is het lijk gevonden van Ibrahim. Die maar vier vingers heeft. Ongeluk, zelfmoord, moord, enscenering ? De toon is direkt gezet, de sfeer die wordt opgeroepen is er een van achterdocht en beklemming. Wantrouwen, dubbelspel, en hebzucht heersen. Die suggestieve omgeving werkt Dewit voorbeeldig uit. Hij hanteert een dodelijk sekure stijl, die zich vrijwel nooit te buiten gaat aan beelddiarree of overbodige omschrijvingen. (Er zijn luttele uitschuivers, zoals “”een afrastering waarlangs onkruid omhoogschoot, als een zwaar verwaarloosde bikinilijn”, of “het Komitee P haar onderzoek”). Maar Dewit heeft de vlotte schrijfstijl in de vingers, hij kan een spanningsboog opbouwen zonder zich te verliezen in kunstmatige nevenplots of een beschrijvingsbrij, hij slaagt er zelfs in (pornografische) seksscènes op een nuchtere, beheerste én leesbare manier te brengen. Dewit hoedt zich voor overdaad (zelfs niet in de meest bloederige passages), hij etaleert evenmin zijn kennis. Dat maakt de hele roman zo krachtig en geslepen.

Vluchtelingen en asielzoekers

Ik had het kunnen weten, maar het was me ontgaan. Jos Dewit heeft in 1997 de debuutprijs gewonnen met de verhalenbundel Grensbewoners, kleine geschiedenissen van kleine mensen in een achtergesteld gebied. Want Dewit is van de grensgemeente Lanaken, al maakt hij evengoed gebruik van zijn geografische en professionele ervaring. Hij leeft in Hasselt, heeft een tweede verblijf in Gelsenkirchen (zoals Wald), hij kent de problematiek van vluchtelingen en asielzoekers. Hij gaf immers Nederlands aan anderstalige “nieuwkomers”, hij heeft zich geworpen op de ontheemding en de uitwijkingsdrama’s. Hij is vertrouwd met het asielzoekerscentrum van Fedasil in Bevingen (bij Sint-Truiden).

En hij is niet aan zijn proefstuk toe: met die andere Limburger, Ludo Enckels, had hij grensinspecteur Zeiz (allochtoon-autochtoon) al opgevoerd in De Mayonaisemoorden (2011), dat ook opent met de vondst van het lijk van een jonge Marokkaan, en in Operatie Monstrans (2012, andermaal over jongerenmisbruik). Kareem Zeiz is nu een volwassen, “ronde” romanfiguur geworden. Minder exuberant dan Jos Pierreux’ Luk Borré, minder pedant dan Geeraerts’ Vincke en Verstuyft, minder aanstellerig dan Lauryssens’ Sofie Simoens, minder voorspelbaar dan Aspes Van In en Versavel, minder middelmatig dan Thomas Berg bij Jo Claes, minder pretentieus dan Aebi’s Maud Gelderman, minder nadrukkelijk kwetsbaar dan Coppers’ Liese Meerhout.

Complex en ingenieus

Het enige risico dat Dewit loopt is dat zijn thrillers té ingenieus en veelgelaagd worden, of dat Zeiz in volgende avonturen dreigt een karikatuur van zichzelf te worden. Het is moeilijk om een complex karakter van een buitenbeentje als Zeiz, met zijn inhibities, zijn trauma’s, zijn vooringenomenheid en zijn scherp ontledingsvermogen volledig in de hand te houden. In Weg is dat grandioos gelukt. Alleen een literaire verzwakking kan het genie van Dewit doen afkalven.

Dewit heeft de lat voor zichzelf van in den beginne erg hoog gelegd. Geen eenvoudige whodunit, maar evenmin een oratio pro domo van de Nieuwe Vlaming. Geen psychologisch drama, en evenmin een regelrechte aanval op de bestaande instellingen. Juist die schakering, die verschietende kleuren van een roman als een facettenbol in een disco geven vaart, diepgang, en geëngageerdheid hun vanzelfsprekendheid. Dewit is geen zeloot, maar een piloot voor wie op verstandige wijze om wil gaan met de snelle globalisering van gemeenschappen, waar tot voor kort alles eenduidig, veilig, beschermend en sakraal was. Die tijd is voorgoed voorbij. Dewit is de heraut van de ontluistering. En dus van de condition humaine.

Lukas De Vos

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content