Review | Boeken

Paul Theroux’ bikkelhard adieu aan Afrika

© Coverafbeelding Atlas Contact

Reisschrijver Paul Theroux (72) is terug van een reis door West-Afrika. ‘Laatste trein naar Zona Verde’ werd een bittere zwanenzang van een briljant maar ontgoocheld schrijver.

Boeken als ‘De grote spoorwegcarrousel’ en ‘De oude Patagonië-express’ maakten van Paul Theroux een bekend auteur. Boeken over treinreizen door Azië en sporen van het Amerikaanse Boston naar Argentinië. In totaal schreef hij meer dan veertig boeken, zowel fictie als non-fictie. Tien jaar geleden trok hij voor ‘Dark Star Safari’ in oostelijk Afrika van noord naar zuid, van Caïro naar Kaapstad. Nu trachtte hij over land van Kaapstad noordwaarts West-Afrika af te reizen. Van Kaapstad naar Timboektoe, via Namibië, Angola, Gabon, Nigeria. Trachtte! Want bijna halfweg zijn tocht keerde hij terug. In Luanda, de hoofdstad van Angola, vond hij dat hij genoeg had gezien.

Bitter

‘Laatste trein naar Zona Verde’ is een boek vol bitterheid en teleurstelling, geschreven met emotie en nu en dan niet helemaal politiek correct. Het werd voor Theroux, die in de jaren zestig les gaf in onder meer Malawi en Oeganda, een droevige reis. Drie mensen, met wie hij tijdens zijn jongste reis bevriend raakte, overleden. De een werd gedood door een olifant, een andere vermoord tijdens een overval, een derde kreeg een hartaanval. Zelf werd Theroux in Namibië beroofd van zijn creditcard en hij verloor op die manier zo’n 40.000 euro. Het maakte zijn reis niet aangenamer.

Ironie

Theroux kiest niet de meest comfortabele manier om te reizen. Omdat hij zo veel mogelijk gewone mensen wil ontmoeten, opteert hij voor krakende, gevaarlijke bussen en ander min of meer openbaar vervoer in krakkemikkige auto’s. En natuurlijk ergert hij zich. Over het eten bijvoorbeeld. Het stukje kippenvlees dat hij en route aangeboden krijgt, zit vol stinkende vliegen. En toch gaat hij ervan eten. Omdat hij honger heeft. Aan ironie heeft het Theroux nooit ontbroken. Hij ergert zich aan het feit dat in de sloppenwijken van Zuid-Afrika toeristische wandelingen worden georganiseerd en schrijft met zelfspot dat hij in een chique limo van zijn hotel naar een armoedig busstation wordt gebracht om in een door en door verroeste bus te stappen met een dronken chauffeur achter het stuur.

Onechte ‘echte mensen’

Afrika gaat er volgens Theroux helemaal niet op vooruit. Voor een doorgewinterd reiziger heeft hij nog veel illusies, houdt hij vast aan een zekere romantiek en voelt hij zich vaak bedrogen. Jarenlang had hij ervan gedroomd in Namibië ooit de ‘echte mensen’ te ontmoeten. Een subgroep van de !Kung (Bosjesmannen) die met klikklanken spreken en van oudsher jagers-verzamelaars waren en vrijwel geen geld gebruikten. Theroux ontmoet ze met pijl en boog, graafstok en mooie dierenhuiden, kleurrijke kralen… Mensen die nog alles weten over sporen van wild, vuur maken met stokjes. Toen hij ze later opnieuw tegenkwam, hadden ze versleten westerse kleren aan, vale T-shirts, afdankertjes uit Europa en Amerika. Ook dan leken ze Theroux nog ‘echte mensen’. ‘Maar misschien zag ik wat ik graag wilde zien’, merkt hij droogjes op.

Einde der tijden

Apocalyptisch, zo is het portret van Afrika dat Theroux ons schetst. Platgebrande dorpen, vuile steden, landmijnen, onmogelijk te berijden wegen, honger. Vooral in Angola, een en al corruptie, is het slecht. Nochtans een van de rijkste landen van West-Afrika, aldus Theroux. Hij wordt er afgesnauwd en Angolese schrijvers weigeren hem te ontmoeten. Theroux houdt niet van grote steden, maar Luanda is ongeveer het ergste wat hij ooit heeft meegemaakt. ‘Zo zal de wereld eruitzien wanneer het einde der tijden is aangebroken’, zegt de vriend die later aan een hartaanval sterft.

Bono & Madonna

Overdrijft Theroux? Ik denk dat hij een eerlijk man is die vaak emotievol reageert. Rap en hiphop, ‘halfanalfabete muziek’, moeten het terloops ontgelden: ‘Het geluid van stedelijk Afrika is niet het harmonieuze, hypnotische ritme van een trommel, maar schreeuwerige rap en zijn tegenhanger, het hese gezang van psalmen door leden van de evangelische kerk.’ Zware twijfels heeft Theroux – en hij is niet alleen – over hulp à la Bono en Madonna. Vedetten die de honger en ellende van Afrika gebruiken om hun eigen al niet kleine ego nog groter te maken. Minder terloops stelt hij de hulp aan Afrika in het algemeen in vraag. Waar gaat het geld heen? Naar moordzuchtige dictators met ‘de ethische normen van een fruitvliegje’? En werkt caritatieve hulp niet contraproductief? Al even zware bedenkingen heeft Theroux bij de vele Chinezen die hem doen denken aan de vroegere kolonisten.

Investeren

Toch noemt Theroux zich geen Afrika-pessimist: ‘Als je de corrumperende uitvloeisels van die buitenlandse steun wegneemt, zou uit de alom heersende wanhoop iets productiefs kunnen voortkomen en zou rebellie kunnen leiden tot verkiezingen, die op lange termijn verbetering in de toestand zouden kunnen brengen. Investeren is een beter initiatief dan het eindeloos verstrekken van donaties.’

Paul Theroux, ‘Laatste trein naar Zona Verde’, Atlas Contact, 413p., 24,95 euro, ISBN 978 90 450 2451 6

Fred Braeckman

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content