‘Jullie moeten lekker veel neuken’ (Asis Aynan)

© Friso Spoelstra
Benno Barnard
Benno Barnard Lees hier de columns van de Nederlandse dichter en essayist Benno Barnard.

Benno Barnard breekt een lans voor ‘Gebed zonder eind’, een verhalenbundel van de christelijk-islamitische Marokkaanse schrijver Asis Aynan: ‘Hollandser dan ikzelf’.

Asis Aynan is een tamelijk briljante jonge Amsterdamse Berber, die korte essays, columns en reisverhalen heeft verzameld in ‘Gebed zonder eind’, een boek over het jong, Amsterdams en Berbers zijn. Existentiële problematiek! Maar hoewel hij filosoof is, schuwt hij de grap en de anekdote niet. Al overweegt de ernst.

Boevenstaat

Marokko noemt hij zonder aarzelen een ‘boevenstaat’, en de oude koning Hassan II een ‘gewetenloze mensendoder’; aldus wijst hij de automatische vereenzelviging van de Berbers en dat ondemocratische land af. Hij verfoeit de sociale controle in de gemeenschap van zijn jeugd, die hij als ‘de lokale geheime dienst’ omschrijft. Hij worstelt met de islam en de verstikkende realiteit van wijken waar ‘voor dichters, schrijvers, denkers, schilders en theatermakers’ geen ruimte is. Hij koestert weerzin tegen fundamentalisme, tegen de hypocrisie van de moslim die zijn bier thuis drinkt, tegen imams die levensadvies verstrekken maar niets van de wereld gezien hebben, tegen dubbelzinnige figuren als Abu Jahjah.

‘Jullie,’ zegt hij tegen religieus bevlogen Berberse generatiegenoten, ‘jullie moeten neuken. Lekker heel veel neuken,’ wat een onverwachte maar verfrissende wending aan het begrip kut-Marokkaantjes geeft. Ja, zijn identiteit is als een tegenstander die hem telkens weer uitdaagt. Op een bepaald moment noemt Aynan zichzelf een ‘christelijk-islamitische’ Berber: dat vat de verwarring wel goed samen.

Vrijgevochten zoon

Maar deze zo Hollandse berber (‘hoe zeg je 72 in het Frans?’), deze contemporaine jonge Amsterdammer, minnaar, cognacdrinker, epicurist, deze ‘vrijgevochten jongen (…) die de normen en regels van het ouderlijk huis van zich heeft afgeschud’, komt onvermijdelijk zijn vader tegen, die ‘ooit in een djellaba en met extreem veel haar op zijn kin’ geld inzamelde voor een moskee. Wonderlijke anamorfose van mijn eigen vader-de-dominee! Die Berbervader is de liefdevol bekritiseerde en kritisch omhelsde hoofdfiguur van het lange laatste hoofdstuk, dat ik niet onbewogen heb gelezen.

En dan is er zijn taalverliefdheid, zijn gevoel voor stijl, zijn honger naar woorden. Ik ben het kind van geletterde mensen, mijn vader heeft veel gepubliceerd, dus het is logisch dat ik op taal gespitst ben. Aynan is het kind van analfabeten: om de tegenovergestelde reden geldt voor hem hetzelfde. Hij lijdt aan psoriasis; in plaats van over dat lot te zeuren, ziet hij zijn voornaam Asis in het woord. Zijn stijl is vaak meesterlijk; zijn gebruik van Jiddische woorden als ‘gein’ ontroert me, al gebruikt hij ze niet om mij te ontroeren; ‘uitkafferen’ (‘kaffer’ betekent ‘ongelovige’) klinkt anders uit zijn mond. Zelfs zijn weinige taalfouten zijn van de goed geïntegreerde soort: ‘echtgenoot’ voor ‘echtgenote’, of is dat antiseksistisch bedoeld? Tot diep in zijn taal bespeur ik een fusie tussen iets christelijks en iets islamitisch – en een boek lang heb ik me daarover verbaasd.

Hersenloos links

Ik ben licht getraumatiseerd door mijn ervaring met de religieuze psychopaten van Sharia4Belgium en, vooral, de reactie daarop van een bepaald soort hersenloos links, dat zich nooit verontschuldigd heeft maar zwijgt nu leden van diezelfde organisatie sjiieten het hoofd afsnijden. Des te verheugder was ik via de spiegel van dit boek iets te kunnen zien van de intieme wereld van de tweede generatie, en van de rijke onrust in het hoofd van een begaafd kind, dat in de moderniteit thuishoort maar de weg kent in een ons vreemde oudheid.

O mochten er in deze verwarde tijden toch een paar honderd van dit soort jongens opstaan!

Asis Aynan, ‘Gebed zonder eind’, Uitgeverij Jurgen Maas, 160 blz., 14,95 euro

Benno Barnard

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content