‘Trump is het uur van de wraak’

© Gettyimages

In zijn meesterlijke nieuwe roman brengt Colson Whitehead een ongemakkelijke waarheid in herinnering: Amerika is gebouwd op slavernij, en ‘blank versus zwart’ is er nog lang geen verleden tijd. ‘Als puntje bij paaltje komt, wíllen we racisme niet aanpakken.’

In 2016 beleefde de Afro-Amerikaanse schrijver Colson Whitehead zijn grote doorbraak. Vier maanden voor zijn zesde roman The Underground Railroad van de persen zou rollen, selecteerde talkshowlegende Oprah Winfrey hem al voor haar Book Club. President Barack Obama nam het boek mee op vakantie, en in het najaar regende het prijzen, met de National Book Award als klapstuk. De eerste 200.000 exemplaren zijn al de deur uit, en deze maand ligt ook de Nederlandse vertaling De ondergrondse spoorweg in de rekken.

De pageturner zoomt in op de Underground Railroad, zoals het clandestiene netwerk van onderduikadressen en sluipwegen heette waarlangs in de negentiende eeuw 80.000 à 100.000 ontsnapte slaven van de zuidelijke naar de noordelijke Amerikaanse staten, of zelfs Canada, zijn gesmokkeld. Bij Whitehead is die Railroad een échte spoorweg, met heuse machinisten en verborgen perrons. Het verhaal begint op een katoenplantage in Georgia, vanwaar de zestienjarige slavin Cora de vlucht neemt, samen met haar vriend Caesar. De spoorweg brengt hen in tal van staten, en confronteert hen met de vele gezichten van racisme. Eerst verblijven ze in South Carolina, een ogenschijnlijk liberale regio waar de overheid niettemin een sterilisatie-programma voor zwarte vrouwen opzette. Dan gaat het naar North Carolina, waar Afro-Amerikanen ter vertier worden gelyncht en eindigen aan bomen langs de zogenoemde Freedom Trail. Ondertussen wordt Cora op de hielen gezeten door Ridgeway, een premiejager.

Het succes van films als Django Unchained en 12 Years a Slave illustreerde de voorbije jaren al de grote belangstelling voor de Amerikaanse slavernij, en voor een Afro-Amerikaanse schrijver lijkt het thema voor de hand te liggen. Maar wie Whiteheads vorige romans las, te beginnen met zijn debuut De Intuïtionist uit 1999, kan zich amper voorstellen dat deze postmoderne, cynische New Yorker zich waagt aan een Hut van oom Tom voor volwassenen, en dat hij ironie en bijtende humor kan inruilen voor een radicaal andere toon. ‘Ik begrijp wat je bedoelt’, zegt hij schouderophalend. ‘Maar zelf zie ik die ommezwaai niet. Ik heb me altijd al over geschiedenis, identiteit en ras gebogen. In een ander register, weliswaar, maar dat wordt telkens bepaald door het verhaal. De ondergrondse spoorweg liet zich gewoon niet ironisch vertellen. Daarvoor was de gruwel waaraan mijn voorvaderen zijn onderworpen simpelweg te groot.’

COLSON WHITEHEAD: Het idee voor dit boek had ik begin deze eeuw al, toen ik mijn tweede roman inleverde – De John Henry Dagen, waarin ik de negentiende-eeuwse Afro-Amerikaanse volksheld John Henry plaatste naast de hedendaagse, parasiterende journalist J. Sutter. Maar in die dagen durfde ik dat idee niet aan. Ik heb nog drie romans nodig gehad om een betere schrijver te worden, en een wijzer man.

Ik wist ook dat De ondergrondse spoorweg een ware beproeving zou worden. Ik ben ervoor moeten afdalen in de kerkers van de menselijke wanhoop – alleen op die manier kun je recht doen aan zo veel lijden. Als je in je eerste hoofdstuk bijvoorbeeld een tienermeisje neerzet dat besluit te vluchten, dan mag je het seksuele misbruik niet verzwijgen dat aan die vlucht is voorafgegaan. Lees er de orale geschiedenissen van ex-slaven op na, opgetekend door de schrijvers van het Amerikaanse Federal Writers’ Project in de jaren dertig: álle jonge zwarte meisjes zijn verkracht. Het hoorde bij hun leven, zoals de start van hun menstruatie en de ontwikkeling van hun borsten.

Waren die orale geschiedenissen uw belangrijkste bron van inspiratie en informatie?

WHITEHEAD: Als kind en tiener heb ik uiteraard tal van verhalen, tv-series en films over slavernij gelezen en gezien. Roots, de serie naar de roman waarin de Afro-Amerikaanse schrijver en journalist Alex Haley de mondeling overgeleverde geschiedenis van zijn familie vertelde, herinner ik me bijvoorbeeld van toen ik acht was. Maar mijn perspectief is veranderd. Ik ben niet meer de student die meeleeft met de drama’s die Harriet Ann Jacobs beschrijft in haar autobiografie Incidents in the Life of a Slave Girl uit 1861. Ondertussen heb ik zelf een dochter van twaalf. Nu stel ik me voor: hoe zou het voelen om machteloos te moeten toekijken terwijl je kind wordt vermoord?

Toen ik in 2014 aan De ondergrondse spoorweg begon, heb ik eerst vier maanden lang research gedaan. Om me de taal en de leefwereld van slaven als Cora eigen te maken. Om het verschil te zien tussen kleine en grote plantages. Maar meer nog: om de horror van de slavernij te vatten. Ik heb ontdekt dat de historische waarheid veel gruwelijker is dan we willen geloven.

In 2014 was het politiegeweld tegen Afro-Amerikanen veelvuldig voorpaginanieuws. Hebben de dood van de achttienjarige Michael Brown in Ferguson of de Black Lives Matter-beweging uw boek beïnvloed?

WHITEHEAD: Helemaal niet. Het verhaal van Brown en alle anderen die zijn doodgeschoten, terwijl de schuldige agenten vrijuit gingen, is niet nieuw. Die waarheid heb ik al vroeg onder ogen leren zien, toen ik in de jaren tachtig in Manhattan opgroeide. Ik kwam dan wel uit een gegoed milieu en ging – zoals ik in 2009 heb beschreven in Sag Harbor, een roman over mijn jeugdvakanties in het gelijknamige strandoord – naar blanke privéscholen. Maar dat maakt niet uit. Zodra ik de deur uitging, wist ik: ik ben vogelvrij.

Sindsdien is alleen de registratie van die realiteit veranderd. Technologische vooruitgang maakte het makkelijker om bewijzen te verzamelen, en het internet ondersteunde netwerken van drukkingsgroepen en journalisten die vlot met elkaar kunnen communiceren. Het statistiekje wordt daardoor beter bijgehouden, en het is bij meer mensen bekend. Geregeld leidt dat tot een conversatie over racisme. Maar het is telkens weer dezelfde conversatie, die telkens weer wegebt zonder dat er een fundamentele verandering komt. Als puntje bij paaltje komt, wíllen we de oorzaken van racisme niet aanpakken. Het is te diep geworteld, te wijd verspreid. Het bestaat in honderd tinten, die alleen op het eerste gezicht van elkaar verschillen. Dat maakt het zo hardnekkig.

In de VS werd De ondergrondse spoorweg met de National Book Award bekroond. Geeft dat niet aan dat de bereidheid groeit om het maatschappelijke debat over racisme te voeren?

WHITEHEAD: Het doet me ontzettend veel plezier – en het heeft me zelfs verwonderd – dat zo veel mensen mijn boek lezen en erdoor worden geraakt. Maar telkens als ik lezers ontmoet, krijg ik dezelfde reactie. Ze zijn geschokt door de lotgevallen van Cora, Caesar en hun vrienden, en vragen: ‘Heb je de feiten niet aangedikt, uit effectbejag?’ Dat jaagt me op de kast. Ik heb alles tenslotte zorgvuldig uitgezocht. De straffen waaraan mijn personages worden onderworpen, zijn níét uit de lucht gegrepen.

Dat ongeloof geeft aan hoe weinig we weten, en hoe selectief onze herinnering is. Deels komt dat door ons onderwijs. Lees de Amerikaanse schoolboeken: daarin is er veel aandacht voor Abraham Lincoln, de president die een einde maakte aan de slavernij, en voor Martin Luther King en de progressieve blanken die hem steunden, maar wat wás segregatie precies, en welke impact had ze op het zelfbeeld van de zwarte bevolking? Daarop gaan ze niet in. Wat wil je ook? De inhoud van het Amerikaanse onderwijs wordt voor het leeuwendeel bepaald door een conservatief, blank, racistisch establishment.

Je kunt het ook op een persoonlijker niveau bekijken. Wie heeft zin om eraan te worden herinnerd dat er slavenbloed kleeft aan zijn overgrootvaders fortuin? Een verhaal over volharding, pioniersmentaliteit, geniale ondernemingszin en veel zakelijk vernuft is geruststellender als verklaring voor blanke welvaart, toch?

Waar ziet u dan wél vooruitgang?

WHITEHEAD: Mijn kinderen – behalve een twaalfjarige dochter heb ik een zoontje van drie – hebben meer Afro-Amerikaanse rolmodellen dan ik destijds: schrijvers, kunstenaars, acteurs, regisseurs, muzikanten, activisten. Nog nooit hadden jonge zwarten zo veel mogelijkheden, nog nooit ging er zo veel geld om in onze gemeenschap. En dan hadden we de voorbije jaren de Obama’s nog. Een president die eruitziet als ik, dat kan tellen als referentiepunt. Als kind had ik me dat nooit kunnen voorstellen. Ik was al blij met het verhaal van John Henry. Mijn fascinatie voor die mythische spoorwegarbeider uit het midden van de negentiende eeuw was grenzeloos. In een wedstrijd van mens tegen machine had hij een stoomboor verslagen: dat een Afro-Amerikaan zoiets kon! Na die inspanning stierf hij van uitputting, maar dat maakte zijn impact alleen groter. Hij werd een tragische held.

De vooruitgang in de rassenrelaties is zo traag, omdat de weerstand zo gigantisch is. Dat frustreert me mateloos. Waarom denk je dat we nu veroordeeld zijn tot Donald Trump, een president die erger is dan een personage uit een slechte komedie? Acht jaar lang heeft blank, reactionair Amerika zijn nagels afgebeten bij de gedachte dat een zwarte man ons land bestuurde. Dit is het uur van de wraak. De afranseling van links, progressief Amerika door de vertegenwoordigers van een racistische en seksistische onderstroom.

Kun je Barack Obama wel een Afro-Amerikaan noemen? Hij is het kind van een blanke moeder, en groeide op bij zijn blanke grootouders. In zijn autobiografie schrijft hij ook dat het zijn vrouw Michelle was die hem in Chicago met de zwarte realiteit heeft laten kennismaken.

WHITEHEAD:(opgewonden) Wat een onzin! Denk je dat het racisme afneemt, dat politie en overheidsdiensten je anders behandelen als je meer geld hebt of een goede opleiding hebt gehad? Wat telt is wat de blanke ziet – niet wat jij bent. Herinner je de Jim Crow-wetten, die de rassenscheiding legaliseerden na 1890. Of de zogenoemde ‘one drop’-regel: één druppel zwart bloed maakt je zwart.

Ik ben ooit tegengehouden toen ik met een bevriende Afro-Amerikaanse dokter onderweg was. Zijn auto had een dokterskenteken, moet je weten. Gevolg: de agent die onze papieren controleerde, was ervan overtuigd dat we hem gestolen hadden. Uiteindelijk verontschuldigde hij zich en zei: ‘Ik heb nog nooit een zwarte arts gezien.’ Dat zegt toch genoeg?

Toen bekend werd dat Trump de verkiezingen gewonnen had, voelde ik me ontredderd. Hij bezorgt me nog altijd slapeloze nachten. Ik zie mijn eigen angst terug in de ogen van veel mensen. Ja, Hillary Clinton heeft tweeenhalf miljoen stemmen méér gekregen, en dat moet ons hoop geven. En sommigen houden zich sterk: ‘Nixon en Reagan hebben we tenslotte óók overleefd’, zeggen ze. Maar daar zijn we telkens niet zonder kleerscheuren afgekomen. Vier jaar lang onze adem inhouden, is geen optie. Er wacht ons een gemene tijd.

Door CATHERINE VUYLSTEKE

‘Álle jonge slavinnen zijn verkracht. Het hoorde bij hun leven, zoals de start van hun menstruatie en de ontwikkeling van hun borsten.’

‘Telkens als ik lezers ontmoet, krijg ik dezelfde reactie: “Heb je de feiten niet aangedikt, uit effectbejag?” Dat jaagt me op de kast.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content