Adolf Hitler: van kunstenaar tot Führer

Als beeldend kunstenaar was Adolf Hitler noch kladschilder, noch zondagsschilder, zo blijkt uit de ruim 800 gedocumenteerde afbeeldingen van werken van Hitler.

Dat stelt de Nederlandse historicus Lambert Giebels in ‘Hitler als kunstenaar’, een korte biografie over de ambities van de dictator als beeldend kunstenaar.

Eigenlijk tracht de vorig jaar overleden PvdA-politicus, biograaf en historicus Giebels een antwoord te geven op de vraag of de eerste dertig jaar van Hitler een voorafspiegeling zijn van zijn latere jaren. Die eerste periode toonde hij zich een ijverig schilder, aquarellist, tekenaar. Hij maakte ook decorontwerpen en vooral architectonische schetsen. Een werkcatalogus bevat ruim achthonderd gedocumenteerde afbeeldingen van werken van Hitler, vanaf zijn jeugd tot 1943. Nochtans, zo schrijft Giebels, heeft voor zover bekend geen biograaf de ontwikkeling van Hitlers kunstzinnige aspiraties op de voet gevolgd: ‘Terwijl het deze aspiraties zijn en niet zijn politieke ambities die de eerste dertig jaar van zijn leven hebben bepaald’.

Een probleem bij het identificeren van Hitlers beeldende kunst is het feit dat immens veel vervalsingen in omloop zijn. Toen hij kanselier werd bleek zijn werk, dat ooit op straat was verkocht, heel waardevol te zijn. Vervalsingen waren legio. Ook al omdat het werk – en de vele handtekeningen – niet moeilijk te vervalsen waren. En niet zonder enige zelfspot zou Hitler ooit hebben gezegd dat men vooral moest letten op de figuurtjes. Als hun afbeelding onbeholpen was, mocht men aannemen dat het werk authentiek was.

Veel van wat Giebels schrijft over de jeugdjaren van de toekomstige Führer steunt op het boek van August Kubizek van wie in 1953 ‘Adolf Hitler, mein Jugendfreund’ verscheen. De twee leerden elkaar kennen in 1905 en hun vriendschap duurde tot 1908. Toen verdween Hitler plotseling uit het leven van Kubizek om opnieuw op te duiken toen hij in 1933 rijkskanselier werd. Een niet onbelangrijke band was hun gemeenschappelijke bewondering voor de opera’s van Wagner. Kubizeks boek kreeg nogal wat kritiek, vooral omdat hij de gruwel van Hitlers beleid zo goed als onvermeld laat. Algemeen wordt toch aanvaard dat de herinneringen van de latere musicus wel tot de meest authentieke horen. Brigitte Hamann die als een experte van Hitlers Weense periode wordt beschouwd, is het daarmee grotendeels eens. In zijn periode als kunstenaar toont Hitler zich een wat schuchtere jongeman, een soms haveloze vagebond met faalangst en een immense zelfverbeelding.

Tot de kunstacademie is hij niet toegelaten, om studies voor ‘bouwmeester’ te beginnen heeft hij te weinig achtergrond. Volgens Giebels doet zijn beeldend werk niet onder voor het peil van de meeste studenten aan de kunstacademie, heeft hij veel oog voor detail en knoopt hij met zijn naturalisme aan bij de traditie van de negentiende-eeuwse Oostenrijkse schilderkunst en een coryfee als Feuerbach. Maar zijn werk was ook vlak, zonder leven… Niettemin lukte het hem in Wenen en München op een zeker moment toch aan de kost te komen. Met het toen revolutionaire werk van Klimt en Schiele in Wenen of Der Blaue Reiter in München had hij geen band.

Een voorafschaduwing van de latere antisemiet, oorlogsmisdadiger, bluffer, gokker vindt Lambert Giebels in Hitlers periode als kunstenaar nauwelijks. In 1919 heeft een soort transformatie plaats. Dan verbindt Hitler zijn lot aan de duistere DAP, de Deutsche Arbeiterpartei die later de NSDAP zou worden. In 1938 verbiedt de Führer nog langer te publiceren over zijn beeldende kunst. Goebbels verbiedt het tentoonstellen van zijn werk. De leider van de Hitlerjugend Baldur von Schirach, leider van de Hitlerjugend: ‘Adolf Hitler is tegelijkertijd de eerste Führer en de eerste kunstenaar van ons rijk’.

Lambert Giebels’ postuum verschenen biografie brengt niet meteen veel nieuwe elementen. Ze geeft wel een mooie en soms kritische samenvatting van een vrij onbekende periode uit de eerste jaren van een aspirant-kunstenaar die later een gruwelijke dictator en massamoordenaar werd. Hoe Hitler die stap zette, is niet echt duidelijker gemaakt. De vraag is of dat ooit zal kunnen.

Fred Braeckman

Lambert Giebels, Hitler als kunstenaar, Wenen 1907-München 1919, Balans, 175p., 17,95 euro, ISBN 978 94 600 3574 6

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content