Jan Cornillie (SP.A)

‘Wat moet een vreemdeling eigenlijk nog doen voor N-VA om één van ons te zijn?’

Jan Cornillie (SP.A) Voormalig directeur van de studiedienst van SP.A en kandidaat voor de partij in 2019

‘N-VA wil niet gezien worden als een partij die ‘voorrang’ verleent aan vreemdelingen, zelfs als hun situatie objectief extra ondersteuning behoeft’, schrijft Jan Cornillie (SP.A). Hij vraagt zich af wat Theo Francken zal doen als een rijke vreemdeling in België zijn belastingen niet eerlijk betaalt.

“Om tot onze gemeenschap te behoren, moet iedereen onze taal spreken, onze wetten gehoorzamen en belastingen betalen zodat iedereen die zich aan de regels houdt gelijkwaardig als Brit zijn of haar kansen in het leven kan benutten.” 83% van de Britten schaart zich achter deze stelling in een peiling van de denktank British Future. Voor lange tijd dacht ik dat N-VA voor een strenge, conservatieve versie van deze uitspraak stond. Maar ik begin te twijfelen. Het lijkt erop dat een streng burgerschapsidee stap voor stap verlaten wordt voor een ronduit antivreemdeling- en antimoslim-houding. Wat moet een vreemdeling eigenlijk nog doen voor N-VA om één van ons te zijn?

‘Wat moet een vreemdeling eigenlijk nog doen voor N-VA om één van ons te zijn?’

Even terug naar die vorige week: de regering was er als de kippen bij om zegeberichten de wereld in te sturen, toen de Nationale Bank haar jaarverslag bekend maakte. Er stond nochtans ook een pak slecht nieuws: hoe ons schoolsysteem de sociaal-economische ongelijkheid bestendigt; hoe laaggeschoolden en mensen uit een niet-EU-land het aartsmoeilijk hebben op de arbeidsmarkt; of hoe onze armoede gekleurd is. De N-VA regeringen steken de pluimen op hun hoed voor het aantal jobs, terwijl die het gewoon het gevolg zijn van de eurozone-conjunctuur (en België het zelfs slechter doet dan de meeste andere landen).

Waar ze wel een verschil zouden kunnen maken met beleid, verzuimen ze het. N-VA wil niet gezien worden als een partij die ‘voorrang’ verleent aan vreemdelingen, zelfs als hun situatie objectief extra ondersteuning behoeft. Want afkomst speelt in veel grotere mate mee in sociaal-economische ongelijkheden dan N-VA wil erkennen. Maar de schrik om gezien te worden als een partij die iets extra doet voor vreemdelingen, is groot. Voor taallessen is N-VA nog bereid tot een extra inspanning, voor andere factoren van ongelijkheid is ze doofstom. Nee, het Vlaanderen van N-VA is geen plek waar iedereen die zich aan de regels houdt en zich inspant zijn of haar potentieel kan realiseren.

Ministriële pesterij

Ook met de gelijkwaardigheid zit het niet mee. Er heerst willekeur in de uitvoering van de eigen Vlaamse decreten. Wanneer moslims volgens de regels van het boekje – en het zijn er wat – een aanvraag indienen om hun moskee te laten erkennen en groen licht krijgen van de Staatsveiligheid, dan wacht hen ministeriële pesterij. Bevoegd minister Liesbeth Homans vindt dat ze namelijk zelf de dossiers van de staatsveiligheid moet kunnen inkijken. Dat is je reinste bureaucratische onzin. We hebben al veel inlichtingendiensten. Dat de Vlaamse overheid zelf ook nog eens inlichtingendienst moet spelen om te verhinderen dat een minister een moskee moet erkennen, grenst aan machtsmisbruik. Het beoogde resultaat – vermijden erkenning te geven aan moskeeën – is bovendien tegen de geest van de resolutie die het Vlaams parlement in maart 2015 unaniem goedkeurde in de strijd tegen radicalisering.

‘Terwijl voor Belgen het vermoeden van onschuld geldt, zoals in elke zichzelf respecterende rechtsstaat, volstaat voortaan voor niet-Belgische inwoners het vermoeden van schuld om ze buiten te zetten.’

Last but not least staatssecretaris Franckens vreemdelingenwet. Ik schreef al eerder dat de staatssecretaris de focus op ‘criminele vreemdelingen’ houdt om te verdoezelen dat het met de terugkeer minder wil vlotten dan hij gehoopt had. De wijziging van de vreemdelingenwet is slechts de laatste stap in zijn communicatie-offensief. Die communicatie is – op zijn zachtst gezegd – op zich al op het randje: zijn continue herhaling van criminelen en vreemdelingen in één en dezelfde zin maakt van die associatie een automatisme. Uiteraard verdienen criminele vreemdelingen een harde aanpak – net als andere criminelen – maar ik verwacht toch van beleidsverantwoordelijken dat ze problemen afbakenen, niet uitvergroten.

Anders dan vroeger wordt deze forse communicatie van Francken nu ook gevolgd door even forse wetgeving. De wet zelf is er namelijk ook helemaal over. Terwijl voor Belgen het vermoeden van onschuld geldt, zoals in elke zichzelf respecterende rechtsstaat, volstaat voortaan voor niet-Belgische inwoners het vermoeden van schuld om ze buiten te zetten. Door de administratie zelf bovendien, en dat op basis van mondelinge richtlijnen van de staatssecretaris.

Dit gebrek aan checks and balances zet de deur open voor willekeur. Maar zoals Leonard Cohen het ooit zong: “There is a crack in everything. That’s how the light gets in.

Ik geef staatssecretaris Francken voorlopig het voordeel van de twijfel en formuleer een test tegen willekeur: Als het vermoeden bestaat dat een rijke vreemdeling in België zijn belastingen niet eerlijk betaalt, zal Theo Francken die dan ook meteen en zonder pardon het land uitzetten? Aan u om te bewijzen dat ook alle vreemdelingen gelijk voor de wet zijn, mijnheer de staatssecretaris.

Partner Content