Hendrik Vuye & Veerle Wouters

‘Wat ben je als werknemer met een automatische indexering van je loon, als je werkloos wordt?’

Hendrik Vuye & Veerle Wouters Hoogleraar (UNamur) en lector (Hogeschool PXL), voormalige V-Kamerleden

N-VA wil breken met de ‘jobvernietigende automatische indexering’, schrijven Hendrik Vuye en Veerle Wouters. Zij willen sectoriële all-in-akkoorden. ‘Een anti-vakbondstandpunt? Geenszins, het versterkt zelfs de rol van de vakbonden. Alleen durven Belgische vakbonden deze handschoen niet op te nemen.’

Is automatische indexering een verstandige keuze?

‘Wat ben je als werknemer met een automatische indexering van je loon, als je werkloos wordt?’

Vakbonden verdedigen met klem de automatische indexering. Zo leest men op de site van het ABVV: “Automatische indexering is geen luxe, maar een noodzaak. Zonder indexeringen zou je op enkele jaren tijd straatarm zijn”. Gelijkaardige taal op de webstek van het ACV: “De index beschermt je koopkracht”. Maar is dit wel zo?

Koopkracht is belangrijk. Dat spreekt vanzelf, zeker voor een partij als N-VA die werken en ondernemen wil belonen. De vraag is dus niet of je inflatie moet compenseren. Dat is wenselijk en zelfs noodzakelijk. De vraag is wel: is het huidige compensatiemechanisme, de automatische indexering, de meest verstandige keuze? Dat debat is niet nieuw. Integendeel, het is al veertig jaar oud. Diverse internationale organisaties zijn zelfs kritisch over de automatische indexering. Europese Commissie, OESO en IMF adviseren het systeem te herbekijken.

De Belgische automatische loonindexering is vrij uniek. Het systeem is algemeen van toepassing op het overheidspersoneel en alle werknemers. De precieze indexeringsmodaliteiten verschillen van sector tot sector. De Nationale Bank (NBB) onderscheidt twee grote systemen, een vast en een variabel systeem. In het vaste systeem stijgt het loon met 2% zodra de spilindex wordt overschreden. Het overheidspersoneel en veertig procent van de werknemers vallen onder deze regeling. De overige werknemers vallen onder het variabele systeem: de indexering gebeurt op vaste tijdstippen (bv. maandelijks of jaarlijks), maar je weet niet vooraf met hoeveel. Terecht besluit de NBB dat het effect op de loonkost van beide varianten, bekeken over een langere periode, vergelijkbaar is.

Verlies van jobs

Vaak denkt men dat de automatische indexering een billijk mechanisme is. Wanneer de prijzen stijgen, dan zijn de inkomsten van de bedrijven toch hoger? Dus kunnen de bedrijven toch makkelijk de indexering van de lonen betalen? Dat is een foute redenering. Het is niet omdat de prijzen stijgen, dat de ondernemingen meer winst boeken. Zo kan de prijsstijging het gevolg zijn van duurdere grondstoffen of duurdere energie. Komt er in dit geval een indexering van de lonen, dan wordt de loonkost voor de werkgever groter. Wanneer de lonen sneller stijgen dan de productiviteit van een onderneming heeft dat zelfs verlies van arbeidsplaatsen en concurrentiekracht tot gevolg. Om dit op te vangen, moet een ondernemer de productiviteit van zijn bedrijf verhogen.

Overheid is betrokken partij

Wat wordt geïndexeerd, is niet alleen het netto-loon dat de werknemer ontvangt, maar de volledige loonlast. Dit betekent dat door een indexering ook de sociale lasten voor de werkgever stijgen. Bovendien stijgen ook de belastingen die de werknemer betaalt.

De Leuvense econoom Theo Peeters schrijft dat de overheid met de automatische indexering ook automatisch haar eigen koopkracht op peil houdt. De overheid is hier inderdaad betrokken partij. Eigenlijk maakt het indexeringmechanisme dat de overheid niet moet besparen en boven haar stand kan blijven leven. Ooit verklaarde Laurette Onkelinx (PS) dat de automatische indexering van de volledige loonlast de sociale zekerheid betaalbaar houdt. Zo bekeken is dit juist, maar het is tegelijk een mechanisme dat de sociale zekerheid verder laat ontsporen. Het zijn uiteindelijk de ondernemingen die al deze lasten moeten torsen. En net de kosten van die sociale zekerheid swingen de pan uit.

Geen index = verlies koopkracht?

In een rapport van 2012 vergelijkt de NBB het Belgische automatische indexeringssysteem met de buurlanden. De NBB besluit dat wanneer er geen formele indexering bestaat, dit niet noodzakelijk inhoudt dat de koopkracht op lange termijn wordt uitgehold. Bij loononderhandelingen wordt sowieso rekening gehouden met de inflatie. Ook in systemen waar geen automatische indexering bestaat, doet men dus aan inflatiecompensatie. Meer nog, in de periode 1996-2011 stegen de reële lonen en dus de koopkracht sterker in Nederland en Frankrijk dan in België. Ook in Duitsland was er geen daling van het reëel loon.

Automatische indexering zorgt wel voor een neerwaartse rigiditeit van de lonen. Wanneer het slecht gaat in een onderneming zullen werknemers vaak tijdelijk bereid zijn om op hun salaris in te leveren om hun bedrijf te redden en hun job te behouden. Het automatische indexeringssysteem beperkt evenwel net die ruimte voor loonmatiging.

Uit de studie van de NBB blijkt ook dat ondernemingen wanneer ze met negatieve schokken worden geconfronteerd hun personeelsbestand aanpassen. Ze zullen het aantal vaste werknemers terugschroeven en het aantal werkuren van het tijdelijk personeel verminderen. De automatische indexering werkt dus jobvernietigend.

Wat ben je als werknemer met een automatische indexering van je loon, als je werkloos wordt? De automatische indexering heeft nog een ander ongewenst neveneffect: de consumenten worden ongevoeliger voor bepaalde prijsstijgingen. In België staan producenten en distributeurs dan ook minder onder druk om de prijzen onder controle te houden dan in landen zonder automatische loonindexering. Het resultaat is dat de prijzen sterker stijgen dan in de buurlanden.

Durf te veranderen

Het regeerakkoord raakt niet aan de automatische indexering. Wel komt er een eenmalige indexsprong. N-VA steunt dit regeerakkoord loyaal. Het is, rekening houdend met de verkiezingsuitslag, het beste wat men in een democratie kan bereiken.

N-VA zelf is ambitieuzer en staat voor verandering. Er is een fundamentele hervorming van het systeem nodig. Wij pleiten voor het afsluiten van all-in akkoorden per sector, dat zijn akkoorden over het geheel van de arbeids- en loonvoorwaarden. Op bedrijfsniveau kunnen werknemer en werkgever hiervan afwijken. Dergelijke loononderhandelingen zorgen voor een goede afstemming tussen vraag en aanbod op de regionale arbeidsmarkt.

In dergelijk systeem van sectoriële all-in akkoorden is er inflatiecompensatie en behouden de werknemers hun koopkracht, zoals blijkt uit buitenlandse voorbeelden. We breken wel met de jobvernietigende automatische indexering. Is dit een anti-vakbondstandpunt? Geenszins, het versterkt zelfs de rol van de vakbonden bij loononderhandelingen. Alleen durven Belgische vakbonden deze handschoen blijkbaar niet op te nemen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content