Waarom niemand weet hoeveel bedrijven er voor de rechter moeten verschijnen

© Dino
Patrick Gijssels
Patrick Gijssels Freelancejournalist

In een land waar niemand echt opkijkt van fraude en belastingontwijking is het een goed idee om na te gaan hoe efficiënt de bestrijding ervan werkt. Weet u hoeveel bedrijven en bedrijfsleiders er in België jaarlijks voor de strafrechter worden gebracht? En hoeveel er veroordeeld worden? Wellicht niet, want cijfers vind je nergens.

Vroeger kon enkel een mens van vlees en bloed (natuurlijk persoon) vervolgd en veroordeeld worden. Wanneer een onderneming giftige stoffen in een rivier loosde en de dode vissen op het water dreven, was het onmogelijk de onderneming te vervolgen. Het parket (openbaar ministerie of procureur des Konings) bracht noodgedwongen de bedrijfsleiders voor de rechtbank, meestal de algemeen directeur (CEO) en enkele directeurs of bestuurders van de vennootschap. Sommige rechters veroordeelden hen tot een geldboete met het argument dat ze door correct toezicht het misdrijf had kunnen vermijden. Andere rechters concludeerden dat ze geen individuele schuld droegen, waardoor iedereen vrijuit ging. Dan bleef het misdrijf onbestraft, wat onrechtvaardig was, ook in de ogen van onze wetgever.

In 1999 werd daarom de wet op de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen ingevoerd. Sindsdien moet wie de zwaarste fout heeft begaan – de onderneming zelf of haar bestuurders- voor de rechtbank komen, de andere gaat vrijuit.

‘Je zal van de FOD Justitie nooit de cijfers krijgen waar je om vraagt.’

Paul De Hert, professor Strafrecht en Privacy (VUB)

We zijn in 2017, 18 jaar na de invoering van de wet en focussen op de ondernemingen. Hoe vaak is een misdrijf van een onderneming onderzocht, zoals een milieumisdrijf of fiscale fraude? Hoe vaak kwam de zaak nadien voor de strafrechter? En hoe vaak niet? Om welke reden? Het parket kan om diverse redenen beslissen om niet te vervolgen. Hoe vaak gebeurde dit? Hoeveel minnelijke schikkingen zijn er getroffen? Als de zaak wel voor de strafrechter komt, wat is dan de straf die het parket eist? En welke straf legt de rechter op? Hoe vaak komt een onderneming opnieuw voor de strafrechter omdat het een gelijkaardig misdrijf pleegt?

‘Je zal van de FOD Justitie nooit de cijfers krijgen waar je om vraagt,’ waarschuwt Paul De Hert, professor Strafrecht en Privacy aan de VUB.

Het ontbreken van cijfers heeft verstrekkende gevolgen, niet enkel voor dit journalistiek onderzoek. Ook het Federaal Parlement krijgt geen antwoorden, elke wetenschappelijke studie over strafrecht en ondernemingen blijft onafgewerkt, parketmagistraten vervolgen en rechters veroordelen zonder referentiekader, bedrijven kunnen geloven dat de pakkans klein is, het parket heeft geen cijfers om een beleid op te gronden en democratisch toezicht op de werking van Justitie is uitgesloten.

Statistiek als onbruikbare cijferbak

Laat ons beginnen bij het begin: we onderzoeken hoe het openbaar ministerie op het niveau van de correctionele rechtbank vervolgt. De correctionele rechtbank behandelt belangrijke strafzaken zoals belastingfraude, milieu-inbreuken, corruptie van overheidsambtenaren en inbreuken op de sociale wetgeving zoals zwartwerk.

Uw vraag om statistieken over de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen is een klassieke vraag. Die krijg ik regelmatig.

Ellen Van Dael, woordvoerder statistisch analysten

De wet die ondernemingen kan bestraffen bestaat nu 18 jaar, toch blijkt er in het registratiesysteem REA/TPI (rechtbank eerste aanleg – tribunal de première instance), nog steeds geen vakjes is om in te vullen of het om een natuurlijk persoon gaat of een rechtspersoon. Betekent dit dat elk cijfer van het parket over heel België in een cijferbak terechtkomt waardoor er geen statistische informatie bestaat over ondernemingen? Dat is vreemd en gevaarlijk.

Zouden de statistische analisten meer weten? Zij staan sinds 1999 het parket bij in ‘de productie van betrouwbare, pertinente en geduide statistische gegevens in functie van het strafrechtelijk beleid van het Openbaar Ministerie. (…) Met hun statistische analyses ondersteunen zij het College van procureurs-generaal bij de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van het strafrechtelijk beleid en dragen zij actief bij tot een transparante werking van het Openbaar Ministerie.’ Zo staat het op de site.

Ellen Van Dael, woordvoerder van de statistisch analisten bevestigt de informatie: ‘Uw vraag om statistieken over de strafrechtelijke verantwoordelijkheid van rechtspersonen is een klassieke vraag. Die krijg ik regelmatig.’


Waarom is er dan nog geen antwoord?

‘Omdat het systeem het niet toelaat.’

Laat het systeem toe om na te gaan hoe vaak leiders van vennootschappen vervolgd zijn? In uw registratiesysteem REA/TPI bestaat hiervoor de tenlasteleggingscode 70 A ‘misdrijven gepleegd door leiders van vennootschappen en wisselagenten’.

Van Dael: ‘Niet alle parketten gebruiken de code 70 A systematisch. We kunnen dus geen betrouwbaar antwoord geven.’


We zoeken verder in databanken van drie andere diensten van de FOD Justitie: de correctionele rechtbanken, de hoven van beroep en de Dienst voor Strafrechtelijk Beleid. Het resultaat is telkens identiek: elke dienst mengt gegevens van privépersonen en ondernemingen. Bovendien staan de vier onderzochte databanken helemaal op zichzelf. Een verband leggen kan niet. Wil je nagaan hoeveel fiscale fraudedossiers het parket overmaakt aan de correctionele rechtbank? Niet mogelijk.

‘Rechtspersonen kunnen al 18 jaar gestraft worden. Waarom houden ze dit nergens officieel bij?’

Béatrice Taevernier, voormalig voorzitter van de correctionele rechtbank van Brussel

Elk van de vier databanken gebruikt namelijk andere definities. Voor het parket is ‘fiscale fraude’ bijvoorbeeld alles wat een misdrijf is in verband met belasting, btw en zegelrechten terwijl de Dienst voor Strafrechtelijk Beleid de term ‘fiscale inbreuk’ hanteert, een potpourri waarin ook ontduiken van transportrechten en successierechten, wet op de kansspelen en andere financiële inbreuken zijn opgenomen.

‘Het is ongelooflijk dat we nog steeds geen databanken hebben die volledig op elkaar zijn afgestemd. Hoe kan men dan efficiënt werken? In een privébedrijf kan men zich dit nauwelijks voorstellen,’ zegt Vanessa Franssen, professor aan de universiteit van Luik. Ze onderzocht voor haar doctoraat straffen voor ondernemingen in Europa. ‘Het is onmogelijk om in België gegevens over ondernemingen te verzamelen,’ aldus Franssen. ‘We weten heel veel niet. Zijn de maatregelen van de strafrechter effectief? Hoeveel seponeringen, minnelijke schikkingen of verjaringen zijn er? Het is een groot probleem als je niet weet waarmee je bezig bent. En als er geen gegevens zijn, kan men ook heel veel mist spuien.’

Ook de vijfde databank, het Centraal Strafregister, de centrale databank van alle veroordelingen in België, heeft geen data over ondernemingen. Minister van Justitie Koen Geens noemt dit ‘een pijnpunt bij justitie’.

Béatrice Taevernier, voormalig voorzitter van de correctionele rechtbank van Brussel, gespecialiseerd in ondernemingsstrafrecht windt zich op: ‘Rechtspersonen kunnen al 18 jaar gestraft worden. Waarom houden ze dit nergens officieel bij?’ Voor haar als rechter had dat concrete gevolgen. Een onderneming die eerder werd veroordeeld voor gelijkaardige feiten moet volgens de wet een zwaardere straf krijgen. ‘Maar ik kon het strafrechtelijk verleden niet nagaan, dus kon ik de wet niet toepassen. In de praktijk gaf het parket tijdens het proces een niet-officieel briefje van de Kruispuntbank van Ondernemingen. In deze tijd! Dat kan toch niet!’

Professor De Hert krijgt gelijk. De FOD Justitie geeft geen cijfers. We zoeken voort. Misschien krijgt het parlement wél een antwoord? Wie op de site van de Kamer even grasduint in de parlementaire vragen aan de minister van Justitie, krijgt een bevestiging van wat hier voorafgaat.

Bij elke vraag die start met hoeveel? volgt hetzelfde antwoord: we beschikken niet over de (statistische) informatie. Zowel voor vragen over handel met voorkennis, verjaring, frauduleuze faillissementen als voor fiscale dossiers.

In België ontbreekt niet enkel statistische informatie over ondernemingen, er staan ook geen vonnissen online. In Nederland kan je uitspraken.rechtspraak.nl raadplegen, een databank met geanonimiseerde rechtspraak.

Gebrekkige ICT? Of is er meer aan de hand?

Na 18 jaar strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen, heeft geen enkele dienst van de FOD Justitie gegevens?

Thierry Freyne, procureur des Konings van Halle-Vilvoorde: ‘Dat heeft te maken met het feit dat wij op informaticavlak bijzonder slecht uitgerust zijn. Dat is een oud zeer en het is onbegrijpelijk. Als je niet fijn kan registreren, kan er niks fijns uitkomen. ICT in het algemeen biedt nu veel meer. REA/TPI wordt momenteel opgelapt, maar de applicatie is oude bazar.’

Het is al bijna 20 jaar een bron van ergernis voor Freyne, want het verhindert efficiënt werken. ‘Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat er commerciële belangen mee gemoeid zijn. Dat is niet noodzakelijk illegaal maar het commercieel belang komt niet noodzakelijk overeen met het algemeen belang.’

Geen databank over vonnissen in België

In België ontbreekt niet enkel statistische informatie over ondernemingen, er staan ook geen vonnissen online. In Nederland kan je uitspraken.rechtspraak.nl raadplegen, een databank met geanonimiseerde rechtspraak.

Volgens oud-rechter Taevernier kan een online databank van vonnissen en arresten een grote hulp zijn voor rechters. Zo kunnen ze zien wat collega’s uitspreken in gelijkaardige zaken. ‘Het kan voor mij niet dat je voor gelijkaardige feiten een zwaardere straf krijgt bij rechter x dan bij rechter y. Dat is fundamenteel onrechtvaardig,’ aldus Taevernier.

‘Transparantie is belangrijk voor het gevoel van rechtvaardigheid, zo niet heeft de bevolking de perceptie dat er niets gebeurt.’

Vanessa Franssen (Universiteit Luik)

‘Uiteraard moet elke rechter in eer en geweten beslissen welke straf hij uitspreekt binnen de grenzen van de wet. Maar die grenzen zijn ruim en als rechter had ik nood aan een ijkpunt. Dat was er niet. Als strafrechtelijke vonnissen online staan, zou je ook kunnen zien wat het parket vordert in elke zaak.’

Taevernier geeft het voorbeeld van een zaak waarbij het parket slechts zes tot negen maanden gevangenisstraf vorderde voor bestuurders van vennootschappen die voor 500.000 euro aan sociale zekerheidsbijdragen en belastingen fraudeerden. ‘Ik sprak zwaardere straffen uit,’ vertelt ze. ‘Terwijl een collega een jaar effectieve gevangenisstraf gaf aan iemand die een portefeuille stal.’

Door vonnissen online te zetten laat je ook zien dat er recht is gesproken volgens Professor Franssen. ‘Transparantie is belangrijk voor het gevoel van rechtvaardigheid, zo niet heeft de bevolking de perceptie dat er niets gebeurt. Door rechtspraak te publiceren kunnen rechtbanken ook beter communiceren over het waarom van de straf en de strafmaat.’

Als je geen statistieken hebt, hoe kan je dan de perceptie creëren dat de pakkans groot is?

Een hoge pakkans schrikt bedrijven meer af dan een zware sanctie, vertelt Franssen. ‘Daarover bestaat veel onderzoek. Met het afwegen van een risico zijn bedrijven doorgaans bewuster bezig dan privépersonen. Indien de pakkans klein is, beschouwen ze het misdrijf als een aannemelijk ‘bedrijfsrisico’. Verder is ook de communicatie over de pakkans belangrijk. Hier komen goede statistieken bij kijken. ‘Als je geen statistieken hebt, hoe kan je dan de perceptie creëren dat de pakkans groot is? Dan ben je eigenlijk een luchtkasteel aan het bouwen.’

Béatrice Taevernier nam in 2015 ontslag als strafrechter na de ophefmakende corruptiezaak bij de Regie der Gebouwen waar ze meer dan 70 personen veroordeelde.

‘Een wetenschappelijk medewerker van het NICC vergeleek statistische tabellen uit 1830 en nu en schreef dat de gerechtelijke statistiek sindsdien nauwelijks geëvolueerd is.’

‘Ik was acht jaar strafrechter en kreeg drie corruptiezaken te behandelen. Dat stuit mij tegen de borst,’ zegt Taevernier. Dit aantal kan volgens haar onmogelijk overeenkomen met de realiteit. ‘Mijn ervaring met de zaken die door het parket werden vervolgd is dat geweldmisdrijven altijd voor de rechtbank komen en financiële misdrijven te weinig. Sociale misdrijven krijgen de minste aandacht.’

Taevernier ziet in de straffeloosheid voor economische en financiële criminaliteit een van de oorzaken van de economische crisis. ‘De impact van het gebrek aan vervolging wordt nog te veel onderschat. Het raakt de burger niet direct, maar ondermijnt wel op lange termijn een economie. Justitie is al decennia het verwaarloosde kind. Politici hebben weinig interesse in cijfers en in de transparantie die nodig is voor een betere justitie.’

Charlotte Vanneste, onderzoeksleider in het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC), doctor in de Criminologie en professor aan de Universiteit van Luik: ‘Verantwoording afleggen is zeer belangrijk in een democratie. Statistieken moeten daarin een essentiële rol spelen. Ze moeten ook de werking van het justitieapparaat blootleggen. Voor de verantwoordelijken zijn statistieken noodzakelijk om hun instelling te oriënteren en eventueel bij te sturen.’

Gerechtelijke statistiek is nauwelijks geëvolueerd sinds 1830

Een wetenschappelijk medewerker van het NICC vergeleek statistische tabellen uit 1830 en nu en schreef dat de gerechtelijke statistiek sindsdien nauwelijks geëvolueerd is. Charlotte Vanneste: ‘Gerechtelijke statistieken worden eerder gebruikt voor beheer van dossiers en om de werklast te meten, minder als basis voor strafrechtelijk beleid. Wij pleiten al vele jaren voor een geïntegreerde criminologische statistiek waarbij met een uniek identificatienummer één persoon of één zaak kan gevolgd worden doorheen de strafrechtsketen.’

Het is niet enkel een informaticaprobleem, aldus Vanneste. ‘Een machine levert geen gegevens als ze niet correct is geconcipieerd. De wetenschappers van het NICC zijn allemaal vragende partij om tot geïntegreerde cijfers te komen.’


Wat houdt ons dan al die jaren tegen?

Vanneste: ‘Politieke wil en middelen.’

Dit artikel kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.

Waarom niemand weet hoeveel bedrijven er voor de rechter moeten verschijnen
© Fonds Pascal Decroos

De FOD justitie wenst volgende elementen mee te geven:

  • Het Centraal Strafregister is de nationale databank van alle strafrechtelijke veroordelingen voor zowel natuurlijke als rechtspersonen. De veroordelingen van rechtspersonen worden sinds 1999 geregistreerd in de databank. “Potpourri IV” heeft deze praktijk wettelijk verankerd nu bedrijven een uittreksel uit het strafregister moeten voorleggen in het kader van de aanbestedingen voor overheidsopdrachten.
  • De FOD Justitie maakt dagelijks uittreksels uit het strafregister over aan personen die gemachtigd zijn om deze rechtspersoon te vertegenwoordigen via haar centraal loket – cjc-csr@just.fgov.be – meer info op onzewebsite.
  • De FOD Justitie maakt een selectie van haar rechtspraak toegankelijk voor het grote publiek via de databank “Juridat – rechtspraak”. Deze databank wordt dagelijks geconsulteerd door magistraten, advocaten en burgers.

– De FOD Justitie beseft dat er nog veel werk aan de winkel is maar zij investeert ook in overleg met de verschillende producenten van cijfergegevens. (parketten, hoven en rechtbanken)

Een volgend overleg zal specifiek aandacht hebben voor de communicatie van cijfers rond justitie naar de buitenwereld (pers, burgers …).

Gebrekkige ICT? Of is er meer aan de hand?

Na 18 jaar strafrechtelijke verantwoordelijkheid van ondernemingen, heeft geen enkele dienst van de FOD Justitie gegevens?

Thierry Freyne, procureur des Konings van Halle-Vilvoorde: ‘Dat heeft te maken met het feit dat wij op informaticavlak bijzonder slecht uitgerust zijn. Dat is een oud zeer en het is onbegrijpelijk. Als je niet fijn kan registreren, kan er niks fijns uitkomen. ICT in het algemeen biedt nu veel meer. REA/TPI wordt momenteel opgelapt, maar de applicatie is oude bazar.’

Het is al bijna 20 jaar een bron van ergernis voor Freyne, want het verhindert efficiënt werken. ‘Ik kan mij niet van de indruk ontdoen dat er commerciële belangen mee gemoeid zijn. Dat is niet noodzakelijk illegaal maar het commercieel belang komt niet noodzakelijk overeen met het algemeen belang.’

Geen databank over vonnissen in België

In België ontbreekt niet enkel statistische informatie over ondernemingen, er staan ook geen vonnissen online. In Nederland kan je uitspraken.rechtspraak.nl raadplegen, een databank met geanonimiseerde rechtspraak.

Volgens oud-rechter Taevernier kan een online databank van vonnissen en arresten een grote hulp zijn voor rechters. Zo kunnen ze zien wat collega’s uitspreken in gelijkaardige zaken. ‘Het kan voor mij niet dat je voor gelijkaardige feiten een zwaardere straf krijgt bij rechter x dan bij rechter y. Dat is fundamenteel onrechtvaardig,’ aldus Taevernier.

‘Uiteraard moet elke rechter in eer en geweten beslissen welke straf hij uitspreekt binnen de grenzen van de wet. Maar die grenzen zijn ruim en als rechter had ik nood aan een ijkpunt. Dat was er niet. Als strafrechtelijke vonnissen online staan, zou je ook kunnen zien wat het parket vordert in elke zaak.’

Taevernier geeft het voorbeeld van een zaak waarbij het parket slechts zes tot negen maanden gevangenisstraf vorderde voor bestuurders van vennootschappen die voor 500.000 euro aan sociale zekerheidsbijdragen en belastingen fraudeerden. ‘Ik sprak zwaardere straffen uit,’ vertelt ze. ‘Terwijl een collega een jaar effectieve gevangenisstraf gaf aan iemand die een portefeuille stal.’

Door vonnissen online te zetten laat je ook zien dat er recht is gesproken volgens Professor Franssen. ‘Transparantie is belangrijk voor het gevoel van rechtvaardigheid, zo niet heeft de bevolking de perceptie dat er niets gebeurt. Door rechtspraak te publiceren kunnen rechtbanken ook beter communiceren over het waarom van de straf en de strafmaat.’

Als je geen statistieken hebt, hoe kan je dan de perceptie creëren dat de pakkans groot is?

Een hoge pakkans schrikt bedrijven meer af dan een zware sanctie, vertelt Franssen. ‘Daarover bestaat veel onderzoek. Met het afwegen van een risico zijn bedrijven doorgaans bewuster bezig dan privépersonen. Indien de pakkans klein is, beschouwen ze het misdrijf als een aannemelijk ‘bedrijfsrisico’. Verder is ook de communicatie over de pakkans belangrijk. Hier komen goede statistieken bij kijken. ‘Als je geen statistieken hebt, hoe kan je dan de perceptie creëren dat de pakkans groot is? Dan ben je eigenlijk een luchtkasteel aan het bouwen.’

Béatrice Taevernier nam in 2015 ontslag als strafrechter na de ophefmakende corruptiezaak bij de Regie der Gebouwen waar ze meer dan 70 personen veroordeelde.

‘Ik was acht jaar strafrechter en kreeg drie corruptiezaken te behandelen. Dat stuit mij tegen de borst,’ zegt Taevernier. Dit aantal kan volgens haar onmogelijk overeenkomen met de realiteit. ‘Mijn ervaring met de zaken die door het parket werden vervolgd is dat geweldmisdrijven altijd voor de rechtbank komen en financiële misdrijven te weinig. Sociale misdrijven krijgen de minste aandacht.’

Taevernier ziet in de straffeloosheid voor economische en financiële criminaliteit een van de oorzaken van de economische crisis. ‘De impact van het gebrek aan vervolging wordt nog te veel onderschat. Het raakt de burger niet direct, maar ondermijnt wel op lange termijn een economie. Justitie is al decennia het verwaarloosde kind. Politici hebben weinig interesse in cijfers en in de transparantie die nodig is voor een betere justitie.’

Charlotte Vanneste, onderzoeksleider in het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC), doctor in de Criminologie en professor aan de Universiteit van Luik: ‘Verantwoording afleggen is zeer belangrijk in een democratie. Statistieken moeten daarin een essentiële rol spelen. Ze moeten ook de werking van het justitieapparaat blootleggen. Voor de verantwoordelijken zijn statistieken noodzakelijk om hun instelling te oriënteren en eventueel bij te sturen.’

Gerechtelijke statistiek is nauwelijks geëvolueerd sinds 1830

Een wetenschappelijk medewerker van het NICC vergeleek statistische tabellen uit 1830 en nu en schreef dat de gerechtelijke statistiek sindsdien nauwelijks geëvolueerd is. Charlotte Vanneste: ‘Gerechtelijke statistieken worden eerder gebruikt voor beheer van dossiers en om de werklast te meten, minder als basis voor strafrechtelijk beleid. Wij pleiten al vele jaren voor een geïntegreerde criminologische statistiek waarbij met een uniek identificatienummer één persoon of één zaak kan gevolgd worden doorheen de strafrechtsketen.’

Het is niet enkel een informaticaprobleem, aldus Vanneste. ‘Een machine levert geen gegevens als ze niet correct is geconcipieerd. De wetenschappers van het NICC zijn allemaal vragende partij om tot geïntegreerde cijfers te komen.’


Wat houdt ons dan al die jaren tegen?

Vanneste: ‘Politieke wil en middelen.’

Dit artikel kwam tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos voor Bijzondere Journalistiek.

Waarom niemand weet hoeveel bedrijven er voor de rechter moeten verschijnen
© Fonds Pascal Decroos

De FOD justitie wenst volgende elementen mee te geven:

  • Het Centraal Strafregister is de nationale databank van alle strafrechtelijke veroordelingen voor zowel natuurlijke als rechtspersonen. De veroordelingen van rechtspersonen worden sinds 1999 geregistreerd in de databank. “Potpourri IV” heeft deze praktijk wettelijk verankerd nu bedrijven een uittreksel uit het strafregister moeten voorleggen in het kader van de aanbestedingen voor overheidsopdrachten.
  • De FOD Justitie maakt dagelijks uittreksels uit het strafregister over aan personen die gemachtigd zijn om deze rechtspersoon te vertegenwoordigen via haar centraal loket – cjc-csr@just.fgov.be – meer info op onzewebsite.
  • De FOD Justitie maakt een selectie van haar rechtspraak toegankelijk voor het grote publiek via de databank “Juridat – rechtspraak”. Deze databank wordt dagelijks geconsulteerd door magistraten, advocaten en burgers.

– De FOD Justitie beseft dat er nog veel werk aan de winkel is maar zij investeert ook in overleg met de verschillende producenten van cijfergegevens. (parketten, hoven en rechtbanken)

Een volgend overleg zal specifiek aandacht hebben voor de communicatie van cijfers rond justitie naar de buitenwereld (pers, burgers …).

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content