De (s)preekstoel van Knack.be

‘Waarom maken we een juridisch onderscheid tussen mannen en vrouwen?’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

‘Wat een persoon ooit tot een man of vrouw maakte, is weldra niets meer dan een historische gedachtegang. De geesten rijpen, de medische wetenschap dendert voort, het afstammingsrecht doet niet mee’, schrijven Alexandra Vanvooren, Jacinta De Roeck en Valérie D’Hauwers van de HVV.

Het geslacht is bepalend voor de persoonlijke, maar ook de juridische identiteit van een persoon. Dat bewijst de akte van geboorte, de identiteitskaart, het Burgerlijk Wetboek en de kersverse transwet. Deze nieuwe wet maakt het voor transgenders mogelijk om op basis van het zelfbeschikkingsrecht juridisch het geslacht te wijzigen. Wie zich man voelt, maar bij de geboorte het vrouwelijk geslacht toegewezen kreeg, kan vanaf nu zonder medische voorwaarden officieel man worden (en vice versa). Deze wethervorming lijkt enorm progressief maar mist helaas de essentie, want waarom maken we in wezen een juridisch onderscheid tussen mannen en vrouwen?

Napoleon, een man ‘aparte’

Het begon allemaal in de 16de eeuw, toen de kerkelijke overheid het parochieregister invoerde. Zo was het registreren van geboortes, huwelijken en overlijdens per lokaliteit of bisdom bij katholiek recht verplicht. Dit om de genealogie of de afstamming van de burgers vast te leggen en inteelt te vermijden. Na de Franse revolutie bonjourde Napoleon Bonaparte de parochiepriester als boekhouder weg en betonneerde hij de Burgerlijke Stand in het Burgerlijk Wetboek of de Code Napoléon.

‘Waarom maken we een juridisch onderscheid tussen mannen en vrouwen?’

Napoleon zag de Code Napoléon als een machtsinstrument om in tijden van oproer en chaos, orde en rust te vrijwaren. Onder zijn bewind werd er voor het eerst een juridisch onderscheid gemaakt tussen mannen en vrouwen. Een patriarchaal en patrimoniaal model voor het gezin en de maatschappij. In dit model had de pater familias, als evenknie van Napoleon, alle zeggenschap en was de vrouw, eens gehuwd, handelingsonbekwaam. Het prototype van samenleven was het binaire gezin. De hoeksteen van de maatschappij.

Een frisse wind, een onfris wetboek

Die realiteit van man en vrouw, van definitief onafgebroken huwelijken, van ongekunsteld biologisch het nageslacht scheppen, is niet meer. Vandaag, twee eeuwen later, zijn de tijden en de maatschappelijke structuren veranderd, zijn wetenschap en technologie fundamenteel geëvalueerd en hinkt de wetgever, voelbaarder dan ooit, achterop. De huidige samenleving etaleert alternatieven, het dogma van het huwelijk wordt verlaten, het binaire geslachtsconcept wordt gehekeld en het baren van kinderen wordt steeds artificiëler. Toch blijft de Code Napoléon de fundamentele bron van ons Burgerlijk Wetboek.

‘Hoewel we maatschappelijk volledig afstappen van het napoleontische denken, blijft dit in de wetgeving overeind. Het afstammingsrecht spreekt nog steeds over een moederlijke en vaderlijke lijn, waarin enkel een vrouw kan bevallen en dit baren haar tot moeder maakt en enkel haar mannelijke partner vader kan zijn.’

Sinds de jaren 90 waaide er een wind door onze samenleving en wetgeving. Een wind van vrijheid, zelfontplooiing en zelfbeschikking in een klimaat van universele mensenrechten. De aftrap werd gegeven met een wettelijk kader voor samenwonenden. In 2003 volgde de openstelling van huwelijk voor personen van hetzelfde geslacht. Transgenders konden vanaf 2007 hun juridische geslacht laten aanpassen en sinds dit voorjaar zelfs zonder enige medische ingreep. Door de vooruitgang van de medisch begeleide voortplanting kunnen nu ook homo’s en lesbiennes eigen vlees en bloed hebben. Om het gezin compleet te maken werd adoptie opengesteld voor de homoseksuele partner en werden meemoeders een juridisch begrip.

Een golf aan nieuwe wetgeving, gebouwd rond het traditionele afstammingsrecht. Want hoewel we maatschappelijk volledig afstappen van het napoleontische denken, blijft dit in de wetgeving overeind. Het afstammingsrecht spreekt nog steeds over een moederlijke en vaderlijke lijn, waarin enkel een vrouw kan bevallen en dit baren haar tot moeder maakt en enkel haar mannelijke partner vader kan zijn. Voor wie hier niet in past moet nieuwe wetgeving gemaakt worden. Meer en meer wordt het ooit zo progressieve Burgerlijke Wetboek tot complex web-boek.

En het kan nog gekker

Het duurt niet lang meer of artificiële zaad- en eicellen zullen ervoor zorgen dat kinderen kunnen worden verwekt uit het genetische materiaal van enkel twee vrouwen of enkel twee mannen. Door stamceldifferentiatie zullen ei- en zaadcellen uit ‘gewone’ lichaamscellen kunnen worden gemaakt. Zo zal een vrouw bevrucht kunnen worden door haar eigen eicel en een zaadcel ontwikkeld uit een lichaamscel van haar vrouwelijke partner. Beide vrouwen zijn dan genetisch verwant met het kind. Voeg daar nog het scenario aan toe van een transman die geen sterilisatie onderging en/of eicellen liet invriezen en je hebt bevallende mannen en vrouwen met zaadcellen. Wat een persoon ooit tot een man of vrouw maakte, is weldra niets meer dan een historische gedachtegang. De geesten rijpen, de medische wetenschap dendert voort, het afstammingsrecht doet niet mee.

Het Belgische recht kent twee vormen van afstamming: de natuurlijk en de adoptieve. De natuurlijke afstamming kent twee lijnen: de moederlijke en de vaderlijke. Als moeder wordt erkend, de vrouw die van het kind bevallen is. Het moederzijn balt hier alle vormen van moederschap in een persoon. De biologische want bevallende moeder, de genetisch verwante, de sociale want opvoedende en de juridische moeder. De man die met de moeder gehuwd is of de erkennende man wordt tot vader gekroond. Simpel. Ooit wel want volledig op maat van de samenleving. Vandaag bron voor wetgevende wildgroei.

Neem bijvoorbeeld Lies en Katrien die een kindje krijgen. De moederlijke lijn komt toe aan Lies, die bevallen is. Katrien kan vandaag de dag helemaal legaal met Lies gehuwd zijn of wettelijk samenwonen, maar omdat de afstamming enkel spreekt over een man en vaderlijke afstamming moest er een nieuwe wet voor haar gemaakt worden, de wet rond de meemoeders. Deze wetgeving voorziet een identieke regeling aan de vaderlijke afstamming, alleen spreekt ze over vrouwen en meemoeders. Katrien die gehuwd is met Lies krijgt nu dus ook automatisch een afstammingslijn tot hun kindje.

‘Het juridisch vasthouden aan het geslacht in een maatschappij waarin het belang van het genderonderscheid afneemt en genderfluïde de identiteit vormt, ontneemt het recht de rek die het nodig heeft.’

Of Jan en Patrick, al jaren gelukkig samen, met een grote kinderwens. Gezien geen van beiden kan bevallen, vallen zij instant buiten de natuurlijke afstamming. Adoptie lijkt hun enige uitweg. Maar er is meer, verzet loert om het hoekje. Buitenlandse adoptie blijkt geen evidentie. Onze buurlanden aanvaarden niet allemaal zomaar dat een kind in een homoseksueel gezin zou terechtkomen. Binnenlandse adoptie dan maar. Ook hier moeten ze opletten. Vrouwen die hun kind vrijwillig afstaan voor volle adoptie kunnen immers bepalen of ze dit nieuwe mensje al dan niet in een homoseksueel gezin willen zien terechtkomen. Het liefdevolle nest ondergeschikt aan de seksuele geaardheid. We spreken over 2017. De wanhoop nabij kiezen Jan en Patrick voor een draagmoeder en anonieme eiceldonor. Via in vitro komt een bevruchting tot stand bij de draagmoeder tussen het zaad van Jan en de donoreicel. Negen maanden later wordt een wolk van een dochter geboren. De draagmoeder is bevallen en wordt dus juridische moeder. Of ze dit nu wil of niet. Jan, uiteraard niet gehuwd met de moeder, kan het kind erkennen. Patrick moet het via adoptie doen. Op voorwaarde dat de juridische (draag)moeder het kind eerst afstaat. Een kind kan immers maar twee afstammingsbanden hebben. Een procedure die onredelijk lang kan aanslepen en het pasgeboren meisje ouderloos en de ouders radeloos kan maken. De liefde van Jan en Patrick is niet anders dan die van Lies en Katrien of pakweg Luc en Nadine, maar de wet spreekt over bevallen, over mannen met vrouwen en vaders en moeders en dus moeten zij een andere juridische piste bewandelen.

En dat heb je nog de transgenders met een kinderwens. Sinds kort hoeft men geen sterilisatie meer te ondergaan om het juridische geslacht te laten aanpassen. Transmannen – ooit juridisch vrouw, nu man – kunnen hun baarmoeder behouden en dus bevallen. Een nieuwe migraineaanval voor het afstammingsrecht want het waren toch enkel vrouwen die van kinderen bevielen en dus moeder werden? Of wat met transvrouwen die zaadcellen lieten invriezen en hiermee een eicel van hun niet gesteriliseerde transman bevruchten. Dan heb je een man die bevalt van het zaad van een vrouw.

Napoleon ligt er niet wakker van, maar een bijzonder groot deel van onze samenleving wel. We zijn ondertussen zo ver dat we iedereen zijn geluk willen gunnen, maar hen ook een etiket van juridisch buitenbeentje besparen vinden we niet nodig.

Genderindifferentie

Het kan nochtans anders. Eenvoudiger. Menselijker. Een genderindifferent rechtssysteem maakt in een beweging komaf met al deze omwegen, discriminaties en ruis. We hebben hard gewerkt aan een rechtssysteem waarin mannen en vrouwen gelijk zijn, waarin seksuele geaardheid geen rem is op trouw- en kinderwensen, waarin transgenders kunnen zijn wie ze zijn zonder dat hun mensenrechten geschonden worden en we made it. M of V, het is niet langer een voorwaarde voor je rechten. Het zijn juridisch lege dozen geworden, maar het enkele feit dat die lege dozen nog in de wetgeving staan zorgt voor een reeks onnodige en verregaande gevolgen.

Stel je een rechtssysteem voor waarin je geslacht – net zoals je ras, religie – niet langer geregistreerd wordt. Je wordt geboren als persoon en leeft je leven zonder juridisch genderlabel. Je rugzak aan rechten en plichten zou er niet anders uitzien dan vandaag, maar het Burgerlijk Wetboek zou zijn afstammingsrecht wel moeten herformuleren. Er zou voortaan enkel nog kunnen gesproken worden van afstamming A, waarin de persoon die van het kind bevallen is, een eerste afstammingslijn heeft, en afstammingslijn B voor de persoon die met A gehuwd is of die het kind erkend. Of dit gaat over heterostellen, twee vrouwen, mannen of transgenders, het zou voor het Wetboek principieel niet uitmaken. Want je geslacht wordt een privézaak, waaraan de wetgever geen gevolgen koppelt.

En net zoals bij ras vervalt bij het einde van de registratie niet de bescherming tegen discriminatie. Internationale, Europese en nationale wetten verbieden discriminatie op basis van ras, godsdienst, taal,…allemaal elementen die niet geregistreerd worden bij de geboorte want allemaal elementen die juridisch geen impact mogen hebben.

Wat met de quota, zegt u? Of hoe dan nog de sport organiseren? En wie dan oproepen voor borstscreenings? Voor dit alles baseren we ons vandaag nog op de geregistreerde geslachten, maar het kan objectiever en dus pertinenter. Stel besturen open voor een bepaalde indeling van personen van verschillend geslacht en laat mensen zelf hun geslacht opgeven. Het is een waanidee te denken dat mensen massaal over hun geslacht zullen liegen om een post te krijgen. Gender en identiteit hangen nog steeds nauw samen. In de sport kan men zich baseren op spierweefsel en voor borstscreenings op medische gegevens.

Een toekomst op maat

De tendensen vandaag tonen reeds indifferentie. De evoluties van morgen zijn ermee gediend. Het juridisch vasthouden aan het geslacht in een maatschappij waarin het belang van het genderonderscheid afneemt en genderfluïde de identiteit vormt, ontneemt het recht de rek die het nodig heeft. Behalve het hardnekkige gevoel van vanzelfsprekendheid in de hoofden belemmert niets ons het geslacht op dezelfde manier te benaderen als ras: indifferent.

Veranderen om te anticiperen is wat een maatschappij zuurstof geeft. De toekomst houden we niet tegen, maar zo houdt de toekomst ons ook niet tegen.

Alexandra Vanvooren, Jacinta De Roeck en Valérie D’Hauwers, drie genderneutrale liberale denkers

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content