Sarah Van Liefferinge

‘Waarom geen gratis schoolboeken voor alle leerlingen? Primeert belang bedrijven boven onderwijs?’

Sarah Van Liefferinge Lid van de Piratenparty

Sarah Van Liefferinge van de Piratenpartij vindt dat alle schoolboeken gratis moeten zijn. Ze roept op om actie te ondernemen tegen een voorbijgestreefde auteursrechtenwetgeving.

Schoolboeken zijn duur. Voor heel wat ouders start september dan ook met een gat in de portemonnee. Nochtans is het perfect mogelijk om voor elk kind zo goed als kosteloos lesmateriaal te voorzien: gratis digitale boeken, en papieren versies tegen de kopieerkost. Waarom gebeurt dit dan niet? Omdat oude denkbeelden, een voorbijgestreefde auteursrechtenwetgeving, machtige uitgeversverenigingen en ontransparante beheersvennootschappen (zoals SABAM en Reprobel) deze evolutie blokkeren.

‘Waarom geen gratis schoolboeken voor alle leerlingen? Primeert belang bedrijven boven onderwijs?’

In Polen heeft men het aangedurfd om vooruit te denken en te doen. In 2012 besliste het ministerie van Onderwijs om actie te ondernemen tegen onbetaalbare schoolfacturen. De overheid investeerde een deel van het budget voorzien voor de ondersteuning van arme gezinnen bij de aankoop van commercieel schoolmateriaal, in de ontwikkeling van open leerboeken. Deze open schoolboeken zijn uitgegeven onder een Creative Commons licentie. De auteurs worden betaald voor hun werk, en daarna mag iedereen deze boeken vrij verspreiden, bewerken en kopiëren.

De Poolse overheid gaat zo in tegen een machtige lobby van uitgeversverenigingen. Die hebben er alle baat bij om voortdurend nieuwe schoolboeken uit te brengen of om leer- en werkboeken te integreren in één leerwerkschrift, zodat er elk jaar nieuwe exemplaren aangekocht moeten worden. De uitgeverijen beseffen maar al te goed dat digitale technologieën en de netwerk- en deelcultuur hun machtspositie ondermijnen. De disruptie die verschillende grote verdelers in de film-, muziek- en mediawereld omverblies, bedreigt ook hun verdienmodel.

Op deze dreiging reageren uitgeversverenigingen met morele non-argumenten, anti-kopieercampagnes en juridische bangmakerij. Zo wordt het kopiëren van lesmateriaal gelijkgesteld aan diefstal, en mogelijk bestraft met zware geldboetes. Maar stelen is ontvreemden: u heeft een boek en iemand neemt het van u af, waardoor u het niet meer bezit. Bij kopiëren echter, wordt het boek vermenigvuldigd. Meer nog: dankzij de digitale revolutie kunnen we een boek en de kennis die het bevat delen met miljoenen mensen, kosteloos en zonder kwaliteitsverlies. Wat een geweldige vooruitgang, toch?

Natuurlijk moet er nagedacht worden over nieuwe verdienmodellen voor auteurs (en een onvoorwaardelijk basisinkomen is daar een essentieel onderdeel van). Wie iets waardevol creëert, moet daarvoor erkend en vergoed worden. Maar bovenal moeten we vermijden om krampachtig vast te houden aan voorbijgestreefde praktijken die maatschappelijke vooruitgang blokkeren. En zeg nu zelf, auteursrechten die gelden tot 70 jaar na de dood van de schrijver, en boetes voor Nederlandse scholen die kunnen oplopen tot honderdduizend euro: is dat redelijk? Komt dat onze maatschappij of ons onderwijs ten goede?

En zo komen we bij de kern van de zaak: primeren bedrijfsbelangen boven onderwijsbelangen? Tolereren we dat schoolboeken kunstmatig ontoegankelijk en onbetaalbaar gemaakt worden met behulp van auteursrechten, zodat oude industrieën winst kunnen blijven maken? Of omarmen we eindelijk de mogelijkheden die het digitale tijdperk ons biedt, waaronder het vrij delen van informatie en kennis die ons allemaal toebehoren? In Vlaanderen blijft het oorverdovend stil, en wrijven uitgeverijen en beheersvennootschappen zich vergenoegd in de handen. Voor hen is september een topmaand en rinkelt de kassa op volle toeren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content