Vrije Tribune

‘Waarom de witte mens niet blank is’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Als we niet willen bijdragen aan een neokoloniale of racistische samenleving, kunnen we maar beter het woord ‘blanke’ weren, menen Emma Lee Amponsah & Hannelore Van Bavel die komaf willen maken met het neokoloniaal taalgebruik.

Het zou slecht gaan met de blanke Amerikaan van middelbare leeftijd, zo verklaren onder andere De Morgen, De Standaard en de redactie. Dat de ‘blanke Amerikaan’ op de helling komt te staan is enkel goed nieuws, vinden wij. Dat heeft niets te maken met ons al dan niet tekort aan empathisch vermogen, maar alles met de dubieuze terminologie.

De VSA en de rest van Amerika

Een snelle blik op het originele artikel toont dat het om onderzoek ging naar witte inwoners van de Verenigde Staten van Amerika. Toch gebruiken de verschillende kranten het woord ‘Amerika’ om te verwijzen naar een land dat slechts een vierde deel uitmaakt van het feitelijke Amerika of Amerikaanse continent. ‘Amerikaan’ wordt volgens diezelfde logica gebruikt om te verwijzen naar de inwoners van de VSA, die slechts een derde uitmaken van het totale aantal Amerikanen. Een veelgemaakte fout, mede veroorzaakt door een tekort aan toereikende termen binnen de Nederlandse taal.

Waarom de witte mens niet blank is

De term ‘blanke’ lijkt voor velen onschuldig en louter naar personen met een witte huidskleur verwijzend. Een zoekopdracht naar ‘blanke’ in de verschillende online kranten levert meteen duizenden resultaten op. Maar onschuldig is de term allerminst. Woorden zijn niet neutraal, maar dragen en creëren betekenissen. Het Van Dale woordenboek leert ons dat ‘blank’ een bijwoord is dat “helderwit”, “niet bevlekt” of “niet gekleurd” betekent. Blank verwijst niet enkel naar een kleur, maar duidt net de afwezigheid van kleur aan door de connotatie van reinheid, helderheid en onbevlektheid. Het gebruik van de term om witte mensen aan te duiden, draagt op die manier bij aan het onzichtbaar maken van de machtspositie die de witte mens nog steeds bekleedt. De witte (heteroseksuele, mannelijke) mens is neutraal en objectief. Hij is ‘ongekleurd’ door zijn ervaringen. Hij is de norm waarvan Anderen afwijken – wat ook meteen zijn superioriteit(sgevoel) legitimeert.

De term ‘blank’ heeft samen met zijn antoniem ‘neger’ een koloniaal verleden en, helaas, ook een neokoloniaal heden. Argumenteren dat de termen neutraal zijn of vandaag niet langer dezelfde betekenis dragen als in hun koloniale context minimaliseert of ontkent een bevlekte geschiedenis van slavernij, overheersing en uitbuiting van gekleurde door witte mensen. Hoe graag de witte mens zijn geschiedenis ook wil witwassen: noch de witte mens, noch zijn geschiedenis zijn blank.

Goed bedoeld racisme?

“Maar ik bedoel het toch niet slecht”, zult u wellicht denken. Dat geloven we best. Zullen wij u dan vanaf nu “vuile klootzak” noemen? We bedoelen dat immers ook niet slecht. Helaas kan je als individu niet bepalen wat een woord ‘bedoelt’. En al evenmin welke effecten het woord heeft. Volgens Frantz Fanon is het net die intentieloze, vanzelfsprekende nonchalance die racisme zo kwetsend maakt: het is zo normaal dat we er niet eens bij stilstaan dat het racisme is.

Racisme speelt niet louter op individueel niveau, maar is ook geïnstitutionaliseerd en dus genormaliseerd.

En zelfs met de beste intenties wordt ons denken en handelen nog steeds beïnvloed door racistische vooronderstellingen waarvan we ons vaak niet eens bewust zijn. Racisme speelt namelijk niet louter op individueel niveau, maar is ook geïnstitutionaliseerd en dus genormaliseerd. Zwarte Piet is zo een oude bekende van “goed bedoeld” racisme. Om de inspirerende woorden van Jerry King Luther Afriyie te gebruiken: “We geloven je op je woord, dat je het niet wist. […] Wij willen je vragen om ons ook te geloven als we zeggen dat ons mooie feest, hoe goed we het bedoelen, ook mensen kwetst.”

Wat moeten we dan?

Idealiter zouden we geen woorden nodig hebben om een historisch gecreëerd onderscheid tussen mensen te benoemen. Helaas zijn het onderscheid en de ermee gepaard gaande machtsverhoudingen vandaag een feit en hebben we termen nodig om deze problematiek überhaupt te kunnen aankaarten. Hoewel het woord ‘wit’ ook een superieure bijklank heeft (denk maar aan witwassen versus zwartwerk) is het in essentie een meer neutrale term dan ‘blank’, omdat ‘wit’ recht tegenover ‘zwart’ staat.

Wat moeten we doen? Laten we het woord ‘blank’ bewaren voor als we wateroverlast willen bespreken. Laten we dan ook vooral spreken over mensen. Witte mensen en zwarte mensen, in plaats van blanken en zwarten. Het gebruik van ‘wit’ en ‘zwart’ als bijwoorden plaatst de menselijkheid van de individuen waarover we spreken op de voorgrond. Op die manier reduceren we mensen niet tot hun etniciteit. Wie ‘neger’ niet in de mond wil nemen, kan ‘blanke’ ook best vermijden.

Emma Lee Amponsah & Hannelore Van Bavel (studenten Gender en Diversiteit)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content