Liesbet Sommen (CD&V)

‘Waarom CD&V de 30-urenweek wat hoger op de agenda mag plaatsen’

Liesbet Sommen (CD&V) Voormalig Directeur Sociale Zaken bij diverse CD&v-vicepremiers

De idee van een 30-urenwerkweek maakte hevige reacties los, zeker bij de werkgevers. Schaduwparlementair Liesbet Sommen (CD&V) schaart zich niet achter het voorstel, maar wel achter de intentie ervan: ingrijpen in ons arbeidsmodel. ‘Te veel mensen vergalopperen zich in de ratrace.’

Te gek voor woorden. Met die reactie werd het voorstel van de Christelijke vrouwenorganisatie Femma om een 30-urenwerkweek in te voeren, neergesabeld. De poging van Femma om een duurzaam debat te lanceren mislukte ten dele, net omwille van de focus van voor- en tegenstanders op dat ene gegeven: dat minder-uren-werken. De kwestie moest door Femma ruimer gesteld worden, en verdiende van de soms onbezonnen tegenstanders meer intellectuele openheid. Mij intrigeerde de kwestie. Weg van de clichés en de karikaturen, inspireert het tot een meer frisse, moderne visie op onze arbeidsethos en ons consumptiegedrag.

Loopgraven

Ik betreur een beetje dat Femma dit voorstel lanceert als de mirakeloplossing voor een betere combinatie van arbeid en gezin. De scope van het verhaal is te eng. Daardoor wordt de kwestie niet breed genoeg gesteld: het gaat over ons alomvattend economisch en maatschappelijk model.

Het interview met enerzijds N-VA-parlementslid en onderneemster Grete Remen en anderzijds Ilse De Vooght van Femma in de Zevende Dag, bracht geen soelaas. De setting was er een van het klassieke tegensprekelijke debat. Voor Remen leek het voorstel afkomstig van een andere planeet. Het illustreerde ons nog wat archaïsch Vlaams model, waar werkgever en werknemer in hun loopgraven blijven zitten.

De acute media-aandacht voor het 30-urenvoorstel is intussen gaan liggen, maar wie alert is, kent de niet aflatende berichtenstroom: er is minstens iets aan de hand, er is iets loos.

Dat geeft ook de recente peiling van de christelijke mutualiteit CM aan. Ten opzichte van 2013 is dit jaar een vierde meer Vlamingen ontevreden over zijn of haar job. Het eerste wat mensen in job surveys aangeven te missen, is vrije tijd. En in de opiniekaternen worden discussies gevoerd over meer of minder werken.

Keynes

Voor- en tegenstanders van de 30-urenwerkweek verwaarlozen een historische context. John Maynard Keynes voorspelde reeds in 1923 dat de westerse levenstandaard tegen 2030 minstens vier keer zo hoog zou worden. Zijn conclusie was: tegen die tijd werken we nog maar 15 uur per week. En hij was zeker niet alleen.

Een van de stichters van de USA, Benjamin Franklin, schreef 100 jaar voor de uitspraak van Keynes al dat vier werkuren per dag ooit zouden moeten volstaan. In tussentijd schreef ook de grondlegger van het liberalisme, John Stuart Mill, dat meer welvaart het best in meer vrije tijd kon worden omgezet.

Voor deze grondleggers van ons economisch model was dit de uitdaging van de toekomst: hoe zouden we omgaan met die aankomende zee aan vrije tijd? Zou de mens niet vervallen in ledigheid, in drankzucht, in immoraliteit? Wat deze mannen niet voor ogen hadden, is dat meer welvaart in plaats van in meer vrije tijd, zou worden omgezet in meer spullen.

Vergissing

Hebben we ons met z’n allen vergist? Hadden we een vicieuze mallemolen moeten voorkomen en ons tevreden stellen met minder loon, minder hebbedingen en minder stress?

Wat het antwoord op die vraag ook moge zijn, vast staat dat het om een collectieve keuze moet gaan. Een individu dat voor zichzelf deze ratrace stillegt, plaatst zich min of meer buiten een deel van de maatschappij. Want hij of zij heeft geen geld voor mobiliteit, sociaal contact, een hogere opleiding en informatiekanalen die leren over rechten en plichten, cultuur en maatschappij. Een ratrace moet daarom collectief worden vertraagd. Een samenleving moet ervoor kiezen, en tegenwoordig is die Europees en mondiaal gelieerd en georganiseerd.

Productiever

Het argument dat met een 30-urenweek de loonkost enorm zou stijgen klopt niet meteen. Een stijging met 21%, zo werd aangevoerd. Ik neem aan dat men dit percentage bekomt door een eenvoudige oefening: deel 30 uren door het aantal uren in de gemiddelde huidige werkweek: 38. Indien dit zo berekend werd, houdt dit voorstel uiteraard geen steek. Een andere benadering is dat de loonkost net met 21% zou dalen in de 30-urenweek, omdat er ook een evenredig deel minder loon zou moeten uitbetaald worden.

Op de loonlasthandicap zou het evenmin een rechtstreekse invloed hebben. Indien deze berekend wordt aan de hand van de productiviteit per arbeidsuur, is er geen impact. Of de productiviteit van een goed uitgeslapen en gelukkige werknemer er recht evenredig mee zou dalen, durf ik ook te betwijfelen. Misschien levert dit de werkgever dus meer productiviteit op, voor minder loonkost?

Ongelukkig

Er is het collectief gebukt gaan onder al onze verplichtingen: professioneel succes, omringde kinderen, het huis spic en span, een mooie auto, de jaarlijkse vakantie. De vraag wordt regelmatig opgeworpen: maken wij onszelf ongelukkig door al deze balletjes tegelijk hoog te willen houden? Zouden wij niet gebaat zijn met meer vrije tijd, zodat we kunnen genieten van al onze levenstaken?

Eurostat geeft alvast aan dat bij de keuze tussen meer geld en meer vrije tijd, het merendeel van de mensen zou kiezen voor het laatste. Het algemeen geluksgevoel van de Vlamingen wordt jaarlijks onder de loep genomen door de Geluksbarometer van CM. Wat blijkt: in 2012 noemde slechts 46% zich gelukkig; in 2013 steeg dat naar 60%. Het gemiddelde is 51,5%, een toch wat mager resultaat.

Open geest

De 30-urenweek is een pleidooi om op collectief niveau trager te gaan leven. De groene partijen pleitten daar al sinds hun ontstaan voor. De Vlaamse groenen weten er zelfs ooit hun partijnaam aan: Agalev was het ‘Anders Gaan Leven’. Het voordeel van zweeppartijen is dat hun ideeëngoed op termijn wordt overgenomen door brede beleidspartijen, tenminste als er ook een reële maatschappelijke voedingsbodem voor bestaat.

Het sociale middenveld en de werkgeversorganisaties moeten, als orgelpunt van ons consensusmodel, hier samen over nadenken. In 1926 al schrapte de legendarische autofabrikant Henry Ford de 7-dagenwerkweek en voerde hij het weekend in; destijds voor gek verklaard, werd hij later massaal nagevolgd, omdat werknemers vooral productiever worden van wat minder werken. Het zal van alle betrokkenen een open geest vergen, maar ook politieke moed, als steuntje in de rug. Ik vind daarom dat mijn middenpartij dit thema best wat hoger op de agenda mag plaatsen.

Als ik in het parlement zetelde, dan zou ik deze boodschap door het halfrond laten klinken.

Partner Content