Veiligheid en/of vrijheid? 3 kerndiscussies rond de anti-terreurmaatregelen

Jan Jambon, Louis Michel en Koen Geens © Belga
Jan Nolf
Jan Nolf Erevrederechter en justitiewatcher

Justitiewatcher Jan Nolf legt de regeringsmaatregelen tegen het terrorisme onder een juridische loep. Hij destilleert drie kerndiscussies. ‘Ooit was onze Belgische grondwet een internationaal gelauwerd exportproduct. Laat het model van een verstandig beveiligde Belgische rechtstaat dat ooit ook worden.’

De kans bestaat dat de volgende Belgische minister van Justitie de titel van zijn Nederlandse collega draagt: minister van Veiligheid en Justitie. Jawel in dié volgorde. Ook in het Kamerdebat vandaag is de vraag of die volgorde de prioriteiten van de rechtstaat respecteert. ‘Wie veiligheid boven vrijheid stelt, verdient geen van beide’ herinnerde staatssecretaris Bart Tommelein (Open VLD) op Twitter.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Dat de regering in deze dramatische dagen de menselijke en financiële middelen verhoogt is niet alleen normaal maar zwaar over tijd. De halftijdse medewerkster die op haar eentje jihadistische sites opvolgt is daar een ontstellend voorbeeld van: “Encore une histoire belge” zullen ze in Frankrijk lachen.

Ook de juridische spierballen rollen is een heel ander verhaal. Ingrijpender overheidsoptreden vergt immers ook grotere waarborgen.

Even inzoomen op 3 kerndiscussies:

Privacy

Het debat over de prepaid telefoonkaarten – die zullen nu niet meer anoniem gekocht kunnen worden – was al deels achterhaald. Zo bestaat in Frankrijk die registratieverplichting al.

Dat die niets oplost bewees uitgerekend Nicolas Sarkozy die in met zijn toenmalige advocaat telefoneerde onder de schuilnaam Paul Bismuth in een vruchteloze poging om de onderzoeksrechters in o.a. de zaak-Bettencourt te misleiden.

De kosten die het nieuwe systeem veroorzaakt zal vooral mensen met een krappe portemonnee treffen in plaats van criminelen.

Het groot gevaar voor uw en mijn privacy ligt elders. In het debat dat de FOD Justitie op 30 oktober jl. organiseerde, waarschuwde Vanessa Franssen, onderzoekster in Leuven en Luxemburg, voor een verschuiving van de rol van de onderzoeksrechter naar de veiligheidsdiensten. Dat is ook de analyse van de vroegere Franse onderzoeksrechter voor terrorisme, Marc Trévidic in Le Monde: beveiliging wordt steeds meer administratief afgehandeld buiten de onafhankelijke onderzoeksrechter om.

Daarenboven is het probleem niet de hoeveelheid van gegevens, maar de correcte analyse ervan. Vandaar dat ook staatssecretaris Tommelein waarschuwde de speld in de hooiberg niet onder nog meer hooi te verstoppen.

De regeringsmaatregelen illustreren ondertussen terecht dat de telefoontap een techniek is van de vorige eeuw. Onderzoekster Franssen pleitte in Brussel voor ’technologie-neutrale’ wetgeving die privacy waarborgt om niet telkens de werkelijkheid achterna te hollen als nieuwe tools opduiken.

Voor de aangekondigde hervormingen van het wetboek van stafvordering en de uitbreiding van de bevoegdheden voor de inlichtingsdiensten (zoals stemherkenning) is dat een waardevolle tip.

Huiszoekingen en aanhoudingen

Nog niet zo lang geleden onderzocht staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) de denkpiste om huiszoekingen zonder mandaat van de onderzoeksrechter mogelijk te maken op plaatsen waar vluchtelingen zouden schuilen.

Het is maar de vraag of de uitzondering van nachtelijke huiszoekingen niet die ‘slippery slope‘ inluiden.

Dat wordt goed geïllustreerd door de aanpassing van niets minder dan de Grondwet om aanhouding zonder een bevel van de onderzoeksrechter mogelijk te maken tot 72 in plaats van 24 uur.

Hiermee gaat België zelfs verder dan de Franse wetgeving van de ‘garde à vue‘. In 2004 werd die in Frankrijk voor o.a. terrorisme wel uitgebreid tot 96 uur maar mits tussenkomst van een magistraat vanaf 48 uur.

De uitbreiding schijnt legitiem in functie van dergelijke zware criminaliteit, maar de vraag is uiteindelijk ook: is die nodig? Zouden de aanslagen van Parijs voorkomen zijn met die extra bevoegdheid: dat is een goede vraag voor de parlementaire onderzoekcommissie, maar het antwoord lijkt nu al ‘nee’.

Gevangenisregime voor (kandidaat-) Syriëstrijders

Dit lijkt tot dusver het meest controversiële luik van de voorstellen.

Minister van Justitie Koen Geens (CD&V) lijkt oor te hebben naar waarschuwingen van criminologen tegen het politiek discours van gevangenisprediking.

Onder de aanpak van ‘foreign fighters‘ schuilt bij sommigen ook een repressieve agenda waarvoor onder meer professor Ivo Aertsen (Leuvens Instituut voor Criminologie) waarschuwt. Die zal slechts tot meer maatschappelijke en juridische ‘collateral damage‘ leiden en de polarisering en onveiligheid aanwakkeren.

Alvast zal op korte termijn lering getrokken moeten worden uit de gebruikte methodes om jihadisten in bepaalde afdelingen van een beperkt aantal gevangenissen te concentreren of integendeel net te verspreiden. Ook dat is geen eenvoudig verhaal, leert de recente ervaring.

Parijs – en de verbanden met België – was een nieuwe wake-up-call. Het wordt tijd voor ernstig juridisch denkwerk – zoals Koen Geens zich dit voornam – in plaats van haastwerk.

Ooit was onze Belgische grondwet een internationaal gelauwerd exportproduct. Laat het model van een verstandig beveiligde Belgische rechtstaat dat ooit ook worden.

Partner Content