Van Abou Jahjah tot Montasser AlDe’emeh: zwijgt een ‘allochtoon’ nog altijd beter in dit land?

Abou Jahjah en Montasser AlDe'emeh © Belga
Simon Demeulemeester

Van Abou Jahjah tot Montasser AlDe’emeh: je houdt als kleurling/allochtoon/Nieuwe Vlaming/… in België blijkbaar nog altijd beter je mond. Is dat een les die te trekken valt uit het vreemde verhaal over Montasser AlDe’emeh?

De jihad-expert – en in die hoedanigheid medewerker bij Knack – werd hardhandig aangepakt door Brusselse politieagenten. Volgens AlDe’emeh een poging om hem te intimideren. Volgens de politie omdat zijn wagen geseind stond sinds hij videobeelden maakte van politieagenten en militairen.

Er schorst iets aan die laatste uitleg.

Ofwel wisten ze weldegelijk wie hij was (aangezien zijn wagen geseind stond, lijkt dit aannemelijk) en hebben ze dus een jihadexpert aangepakt alsof hij zélf een jihadi is.

Ofwel wisten ze niet wie hij was, en kreeg AlDe’emeh de behandeling die ook andere jongeren de afgelopen dagen en weken kregen. Denk aan Mohamed Ouaamari, de student wiens grappen op Twitter beantwoord werd met een arrestatie door het Antwerpse Snelle Respons Team. Denk aan de 18-jarige Yassine Boubout, die om rijstpap ging in het Wijnegem Shopping Center maar daar op de knieën werd gedwongen en onder schot gehouden.

Van Abou Jahjah tot Montasser AlDe’emeh: zwijgt een ‘allochtoon’ nog altijd beter in dit land?

Die jongeren, cruciaal detail, delen een paar kenmerken. Huidskleur, bijvoorbeeld. Maar ook een geloof en roots in andere grond dan de Vlaamse/Belgische.

Dat is opnieuw een bewijs dat de strijd tegen discriminatie en racisme – al dan niet relatief – nog steeds niet gestreden is in Vlaanderen, Brussel, België.

Een andere vraag is: loopt er een lijn van Dyab Abou Jahjah tot Montasser AlDe’emeh?

Dyab Abou Jahjah, ten tijde van Resist
Dyab Abou Jahjah, ten tijde van Resist© BELGA

Abou Jahjah maakte begin jaren 2000 furore met messcherpe en vooral ongemakkelijke analyses van de multiculturele samenleving. In die tijd domineerde Filip Dewinter (toen nog Vlaams Blok) dat debat. In die tijd was Dewinter ook een beetje wat Bart De Wevervandaag is: de schrik van elke tegenstrever in een televisiestudio. Het was dus ook onder tieners die wel eens naar De Zevende Dag keken een gespreksonderwerp op de speelplaats: hoe Abou Jahjah die Dewinter op zijn plaats had weten te zetten. Du jamais vu.

Abou Jahjah kreeg evenwel snel tegengas. In 2002 braken rellen uit in Borgerhout, Abou Jahjah en zijn Arabisch Europese Liga controleerden de politie op racistisch gedrag. Iedereen kent nog de beelden van Abou Jahjah, neus aan neus met politiecommissaris Luc Lamine.

Toenmalig premier Guy Verhofstadt (VLD) lapte daarop de scheiding der machten aan de laars door in de Kamer ‘actie tegen Abou Jahjah’ aan te kondigen: als er geen wet bestond om de man achter de tralies te krijgen, dan moest die maar snel gemaakt worden. Abou Jahjah werd dezelfde dag nog aangehouden op verdenking van de vorming van een privémilitie. Daarvoor, maar ook voor zijn vermeende betrokkenheid bij de rellen, werd hij uiteindelijk vrijgesproken. Het was Lamine zelf die Abou Jahjah als kalmerend – en niet agiterend – element aanwees.

Zoals dat zo vaak gaat, blijkt het (in beroep) vrijpleiten van stoorzenders als Jahjah minder relevant voor de publieke opinie. Toen Abou Jahjah besloot naar Libanon terug te keren, werd hij aldus in Humo uitgewuifd door de Nederlandse auteur Leon de Winter: ‘Ik vind het jammer dat Abou Jahjah al vertrokken is naar Libanon, ik wilde hem een ticket geven. Een business ticket: dan kon hij liggen – kon hij alvast wennen aan de houding.’

Toen Abou Jahjah, na tien jaar in Libanon gewoond te hebben, terugkeerde naar België was de hatelijkheid rond zijn persoon nog niet weggeëbd. N-VA wilde hem laten arresteren. De foto waarop Abou Jahjah een kalasjnikov vastheeft, werd weer rondgetwitterd. In eenstudiogesprek in VTM Nieuws zei Bart De Wever in een verrassende uithaal naar De Standaard: ‘Die krant is ook de werkgever van Abou jahjah, ik kan daar niet meer over zeggen.’ Het loutere feit dat de man er columnist is, is voldoende om afgeserveerd te worden.

Te nieuw, te scherp?

Abou Jahjah is een kroniek van een aangekondigde criminalisering. Het werd niet gepikt dat een ‘nieuwe Vlaming’ zo scherp was voor ons. Dat is een jammere zaak. Wie immers een voetbalwedstrijd volgt van aan de zijlijn, heeft vaak een beter zicht op een buitenspel of vuile tackle.

Zo ook Montasser AlDe’emeh. Op korte tijd werkte de jonge onderzoeker (26) zich op tot een van de voornaamste kenners van radicalisme, jihadisme en vooral het fenomeen van de Syriëstrijders. Hij trok naar het front in Syrië, probeert geradicaliseerde jongeren af te doen zien van zelfmoordaanslagen en begeleidt hun radeloze families.

Jahjah en AlDe’emeh weigeren getolereerd te worden

AlDe’emeh is in tegenstelling tot de linkse Abou Jahjah minder makkelijk te plaatsen op de politieke schaal. AlDe’emeh heeft ook moeite met de polariseringsdrift van hij die met enige zin voor overdrijving de Vlaamse Malcolm X wordt genoemd. En in tegenstelling tot Abou Jahjah heeft AlDe’emeh geen politieke beweging, met navenante achterban, achter zich. Ze hebben het ook niet voor elkaar, de beide heren.

Toch zijn er parallellen te trekken. Ze weigeren getolereerd te worden, ze eisen allebei gelijkwaardigheid op: complexloos, puntig en intelligent. En ze zijn er allebei van beschuldigd mensen op te hitsen. Abou Jahjah in 2002 in Borgerhout, AlDe’emeh in 2015 in Brussel. De korpschef van Brussel Hoofdstad-Elsene Guido Van Wymersch beweert dat dat mee de stevige aanpak van AlDe’emeh door zijn agenten verklaart.

Maar wat is ophitsen? Als een agent vraagt om te springen, is dan het enige aanvaardbare antwoord van de brave burger: ‘Hoe hoog?’.

Wat zich op 1 december afspeelde in Brussel is niet onschuldig. AlDe’emeh is een van de belangrijkste stemmen in het belangrijkste debat van vandaag. Weinig landgenoten hebben zoveel inside informatie uit het jihadmilieu. Er zijn weinig experts die hun mouwen zo opgestroopt hebben en de handen zo vuil maakten als AlDe’emeh. Dat vindt zelfs de beroemde Britse oorlogsjournalist Robert Fisk. En dat wordt ook bewezen door de doodsbedreigingen die AlDe’emeh kreeg.

Profetische Urbanus

In 2014 was het nog zijn grote droom om invloed uit te oefenen op het beleid. Amper een jaar later, in de week na de aanslagen in Parijs, gaf hij in Knack drie redenen waarom hij met zijn centrum De Weg Naar volledig onafhankelijk van de overheid wil werken (en dus ook zonder subsidies). Nog een paar weken later wordt zijn gezicht tegen zijn wagen geduwd – luttele uren na gesproken te hebben voor het Brusselse parlement.

‘Ik ben niet gevlucht uit Palestina om hier oneervol te leven,’ zei hij in een emotionele reactie op wat de Brusselse korpschef verklaarde. AlDe’emeh ziet zich geprangd tussen IS – dat hem naar het leven staat – en de Belgische politie, die hem ‘viseert en intimideert’.

‘De dag dat ze zelfs mij al criminaliseren, is het echt helemaal om zeep,’ lachte hij vorig jaar in Knack. Nooit gedacht dat een deuntje van Urbanus de passende soundtrack zou blijken in tijden van terreurdreiging.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content