Ann Peuteman

Trend van 2014: De Geefpleinen

Alles komt altijd terug. Toch kenmerkt elk jaar zich met opvallende trends. Onze redactie maakte een eigenzinnige selectie. Bijvoorbeeld: De Geefpleinen.

Alles komt altijd terug: de geschiedenis – of de mens – herhaalt zich. Toch kenmerkt elk jaar zich door opvallende trends. Redacteurs van Knack en Knack.be maakten een eigenzinnige selectie.

Vandaag de Trend van 2014 volgens Knack-redactrice Ann Peuteman: Geefpleinen.

Het begon met een winkel in Leuven en een kast op een Antwerps plein. Merkwaardig vonden passanten dat. Of zoals een oudere Antwerpenaar begin dit jaar tegen me zei toen ik in de geefkast aan het neuzen was: ‘Dat is van linkse rakkers die speciaal willen doen om arme mensen te helpen.’ Daarmee bedoelde hij wellicht mensen als Patsy Van der Parre, de bezielster van de kast, en schrijver Jeroen Olyslaegers. In elk geval was de geefkast een bescheiden succes, net zoals de eerste markten waar mensen boeken, huisraad, speelgoed en kleren konden weggeven of gratis meenemen.

Eerst werden die markten vooral in het Antwerpse georganiseerd – onder impuls van die linkse rakkers, weet u wel – maar later onder meer ook in Kortrijk, Sint-Niklaas, Gent, Leuven, Kessel-Lo en Oostende. En ze kregen ook een naam: geefpleinen. Ondertussen openden over heel Vlaanderen nieuwe weggeefwinkels hun deuren en doken er op verschillende plaatsen, waaronder de Gentse tekenacademie, geefkasten op. Her en der proberen creatievelingen ook geeftuinen en geefprikborden uit, en onlangs installeerde een Gentenaar een koelkast op zijn stoep waaruit voorbijgangers de soep of pasta mogen meenemen die hij te veel heeft klaargemaakt.

Van bij het begin van al die initiatieven ging het geven behoorlijk vlot: iedereen heeft wel spullen waarvan hij af wil en die nog te goed zijn voor het containerpark. Dan is zo’n gratis markt of winkel natuurlijk een heel handige afzetplaats. Maar zelf iets mee naar huis nemen, was voor veel mensen nog een brugje te ver. Gratis tweedehandsgoed vonden ze iets voor kans- of andere armen, niet voor achtbare tweeverdieners. Vandaar dat nogal wat weggeefwinkels hun stock de voorbije jaren zagen toenemen terwijl er in verhouding amper iets werd meegenomen. ‘Het is moeilijk om mensen ervan te overtuigen dat het principe voor wat hoort wat hier niet geldt’, zei een vrijwilliger van de weggeefwinkel in Asse dit voorjaar nog in Knack. ‘Blijkbaar moeten veel mensen nog leren dat dingen ook gewoon gratis kunnen zijn.’ Nu ging het niet alleen om leren: nogal wat goed verdienende Vlamingen vonden het een beetje gênant om zomaar iets mee te nemen. Een nog te redden bankje of een bestofte vintagelamp in de kringwinkel kopen: tot daar aan toe. Daar diende je nog voor te betalen. Maar gratis het gerief van een ander uit een kast halen of van een kraampje nemen? Terwijl wildvreemden daarop stonden te kijken? Daar wilden velen nog niet aan.

Tientallen van die kasten, pleinen en winkels heb ik het voorbije jaar bezocht. Eerst om er een reportage over te schrijven, maar later ook om er zelf spullen achter te laten of boeken mee te nemen. En gaandeweg, heel onopvallend, begon er iets te veranderen. De mensen die zakken kleren, dozen met afgedankt servies of oud speelgoed kwamen afgeven, deden dat steeds vaker uit overtuiging en niet louter om ervan af te zijn. Het besef groeide dat het geen pas heeft om perfect bruikbare spullen in een vuilniszak te proppen louter en alleen omdat ze niet meer in ons interieur passen of omdat onze kinderen ze zijn ontgroeid. In die zin is zo’n donatie aan een geefinitiatief natuurlijk ook manier om ons geweten te sussen, maar dan wel een heilzame manier. Langzaamaan begonnen ook mensen die het zich kunnen veroorloven om in gewone winkels te shoppen, gratis waren mee naar huis te nemen. Nogal wat van mijn vrienden struinen tegenwoordig geefpleinen af op zoek naar bierglazen, stripverhalen of kinderkleren, en Sinterklaas bracht dit jaar verschillende loopfietsen en poppenwagentjes die hij helemaal zelf had opgelapt.

Geefpleinen, -kasten en -winkels zijn op een goed jaar tijd van een randfenomeen tot een household name uitgegroeid. Ze worden al lang niet meer louter door links overtuigden georganiseerd en de leveranciers en afnemers zijn zowel arm als bemiddeld, jong als oud, autochtoon als allochtoon. Sommigen gingen om ecologische redenen overstag, anderen uit solidariteit of gewoon omdat ze de crisis zo goed voelen. De snelle opkomst van het geeffenomeen was het voorbij jaar dan ook een soort stille revolutie, zonder piketten, gebrul of open brieven in de krant. Gewoon een kwestie van geven en nemen. Zonder meer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content