Toestand van Belgisch leger is alarmerend: ‘We zullen onvermijdelijk moeten investeren’

Het grootste probleem van het leger is: de vergrijzing. © Imagedesk
Jeroen Zuallaert

Aan de vooravond van het militair defilé op de nationale feestdag is de toestand van het Belgisch leger alarmerend. De jarenlange besparingen drukken op het moreel. ‘We verliezen aan politieke invloed.’

Sinds de val van de Muur is het troepenaantal van het Belgisch leger in vrije val. Telde de krijgsmacht in 1994 nog ruim 47.200 manschappen, dan zijn dat er momenteel nog ongeveer 31.000. Die aantallen zullen blijven dalen. Positieve prognoses voorspellen dat het leger in 2025 nog 25.000 manschappen zal tellen. ‘Dat zal onvermijdelijk voor grote structuurwijzigingen zorgen,’ waarschuwt Alexander Mattelaer, defensiespecialist aan de Vrije Universiteit Brussel. ‘Minder manschappen betekent minder eenheden, en minder eenheden betekent ook dat je minder kazernes nodig hebt. Dat zorgt voor spanningen tussen de politieke wereld en de militaire hiërarchie.’

Het grootste probleem van het leger is: de vergrijzing. Die slaat in het leger nog sneller toe dan in de rest van de maatschappij, omdat een legercarrière doorgaans op jonge leeftijd begint en militairen doorgaans rond hun 56e met pensioen gaan. Anno 2014 is de Belgische soldaat gemiddeld veertig jaar en zeven maanden oud. Naast een snelle inkrimping van de troepensterkte zorgt die vergrijzing ook voor stijgende pensioenuitgaven, wat de budgetten elders onder druk zet. Het inspireerde een anonieme defensie-expert afgelopen jaar om het Belgische leger ‘een opmerkelijk zwaarbewapend pensioenfonds’ te noemen. Met het nieuwe personeelsstatuut, dat begin 2015 in voegen treedt, hoopt defensieminister Pieter De Crem (CD&V) de militaire loopbaan te verkorten. Er komt onder andere een evaluatiesysteem om de fysieke paraatheid van de militairen te testen.

Volgens Mattelaer moet de Belgische politiek dringend beslissen wat voor leger we nog willen. ‘Als we een breed inzetbare krijgsmacht willen behouden om de veiligheid van de volgende generaties te verzekeren, zullen we onvermijdelijk moeten investeren.’ Mattelaer waarschuwt ook tegen al te verregaande specialisering. ‘We maken deel uit van diplomatieke constructies zoals de EU en de NAVO. Daardoor zijn we verplicht om proportioneel bij te dragen tot het geheel. Bovendien biedt een sterk gespecialiseerde krijgsmacht geen goede verzekering tegen een onzekere toekomst.

Het volledige artikel over de toestand van het Belgisch leger leest u deze week in Knack.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content