‘Zonder mij is mijn moeder verloren’

'Kinderen voelen zich al snel schuldig als ze niet langer voor papa of mama zorgen.' © NICK PROOT

Meer en meer Vlaamse kinderen doen het huishouden, zorgen voor hun broers en zussen en staan hun zieke vader of moeder bij. Vaak zonder dat iemand het weet. Ze raken uitgeblust, krijgen problemen op school en verliezen hun vrienden. ‘Uit schaamte blijven ze zwijgen.’

‘Een tijdje geleden heeft mijn mama een zelfmoordpoging gedaan, en nu is ze weer zo verdrietig. Ik wil haar heel graag helpen en steunen, maar ik weet niet goed hoe. Weten jullie iets? Ik kan afruimen, de afwasmachine vullen en uitladen, de tafel dekken, mijn kamer proper houden, vegen, stofzuigen.’ Een paar maanden geleden postte een meisje dat zich ‘Anoniem’ noemt die hulpkreet op het forum van Awel, de Vlaamse hulplijn voor kinderen en jongeren.

Ze is niet alleen. Een paar honderdduizend Vlaamse kinderen nemen niet alleen een aanzienlijk deel van het huishouden op zich, ze zorgen ook voor hun vader of moeder. 20.000 à 40.000 van hen zijn jonge mantelzorgers, die een ouder met een handicap of chronische ziekte bijstaan. Bij de anderen gaat het om ernstige psychische problemen of een verslaving. Niemand weet hoe groot die laatste groep precies is, maar schattingen op basis van Nederlandse cijfers wijzen in de richting van enkele honderdduizenden kinderen. 44 procent van de jonge mantelzorgers neemt die zorg drie à vijf jaar lang op zich, 21 procent zelfs langer dan zes jaar. Het ene kind voelt zich daar al sneller toe geroepen dan het andere. ‘Meisjes zijn eerder geneigd om taken van hun ouders over te nemen, net als het oudste kind in een gezin’, zegt psychiater Mark Kinet, auteur van het boek Parentificatie. Als het kind te snel ouder wordt. ‘Maar veel heeft ook te maken met iemands karakter en situatie. Stel dat een meisje denkt dat haar moeder meer houdt van haar broer dan van haar omdat hij betere rapporten heeft dan zij. Dan zal ze haar moeders liefde misschien proberen te verdienen door het huishouden op zich te nemen.’ Ook kinderen van alleenstaande ouders nemen het vaker over van hun zieke vader of moeder. Zeker als er niet veel vrienden of familieleden zijn die kunnen bijspringen.

Door de aangroei van het aantal eenoudergezinnen en doordat chronische ziekten en psychische problemen steeds vaker voorkomen, wordt de groep jonge mantelzorgers jaar na jaar groter. Volgens een rapport dat de vakgroep sociaal werk en orthopedagogiek van de HoGent op verzoek van het Vlaamse departement Welzijn maakte, speelt ook mee dat meer en meer kinderen ouders van boven de vijftig jaar hebben, zorgbehoevenden langer thuis wonen en steeds meer gezinnen de eindjes amper aan elkaar kunnen knopen.

Lippen op elkaar

Nu hoeft het niet problematisch te zijn dat een kind of tiener opgroeit met een fysiek of psychisch zieke vader of moeder. ‘Het is niet omdat een van zijn ouders een aandoening of beperking heeft dat een kind geen opvoeding krijgt of te veel wordt belast’, zegt Ilse De Block, coördinator van de Opvoedingslijn. ‘Veel vaders en moeders kunnen dan nog altijd heel goed voor hun kinderen zorgen.’ Zeker als ze een stevig netwerk om zich heen hebben en als ook hun partner zich sterk houdt. Maar als ze er helemaal alleen voor staan, gaat de andere ouder er op den duur onderdoor. Of als ze gescheiden zijn, komt er soms veel verantwoordelijkheid bij een van de kinderen terecht. Zelfs in het geval van verblijfsco-ouderschap. Het is niet omdat een zoon of dochter maar deeltijds voor een zieke ouder zorgt dat de mentale druk kleiner is. Integendeel. ‘Als we bij papa waren, dacht ik: wie zal er nu voor mama zorgen? Want mama kon niets doen. Ik zou liever gehad hebben dat we bij haar waren’, getuigt een tiener in een onderzoek van het Kennis- en Expertisecentrum Kind & Samenleving.

De meeste kinderen vinden het heel normaal dat ze hun ouders in tijden van nood bijstaan. Al blijkt uit de studie van onderzoekster Hilde Lauwers voor Kind & Samenleving wel dat ze daar in de praktijk vaak mee worstelen, en soms totaal geen zin hebben in al die klusjes. ‘Mijn moeder heeft ziektes waardoor ze niet veel mag doen, en ik wil haar graag een handje helpen. Maar iedere keer als ze iets vraagt, heb ik geen zin en achteraf denk ik dan dat ik wel wat meer had kunnen helpen. Ik weet niet wat ik moet doen’, schreef een tiener onlangs op een onlineforum.

Op zich is er natuurlijk niets mis mee dat een kind thuis moet klussen. Zelfs niet als dat een tijdlang behoorlijk intensief is. ‘Maar wel op voorwaarde dat het er erkenning voor krijgt’, zegt Kinet. ‘Bovendien moeten de taken afgestemd zijn op de leeftijd en de maturiteit van het kind. Er is niets aan de hand als het elke dag moet stofzuigen en afwassen. Maar als het daarnaast ook moet zorgen voor zijn depressieve moeder of zijn aan alcohol verslaafde vader, kan zijn persoonlijkheidsontwikkeling in gevaar komen.’ Zeker als er amper tijd overblijft voor school, vrienden en hobby’s. Het is niet uitzonderlijk dat een jonge mantelzorger nooit meegaat op meerdaagse schooluitstap of scoutskamp omdat hij zijn zieke moeder niet zo lang alleen durft te laten. Anderen willen niet dat er klasgenoten over de vloer komen, omdat ze zich schamen voor hun manische vader of voor de stoma van hun moeder, waardoor ze met de tijd ook nergens meer worden uitgenodigd. ‘Vaak zitten die kinderen gewrongen tussen hun ouders en hun vrienden, en haast altijd wint de loyaliteit tegenover vader of moeder’, zegt kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen. Ook als hun zieke of verslaafde ouder heel ver heen is en de rollen helemaal zijn omgedraaid. ‘Het is ongelooflijk hoeveel kinderen in hun ouders blijven investeren. Wat hen ook wordt aangedaan, hoeveel hen ook wordt tekortgedaan’, zegt psychotherapeut Ben Kwanten, coördinator van Kinderen van Ouders met Psychische Problemen (KOPP). ‘Zodra een kind merkt dat het niet goed gaat met zijn mama groeit zijn verantwoordelijkheidsgevoel. Zelfs als het de wonden moet verzorgen die ze in haar armen heeft gekrast.’

Het is door die onverwoestbare loyaliteit dat de meeste zorgkinderen de lippen stijf op elkaar houden. ‘Soms krijgen ze daar ook de impliciete of expliciete opdracht toe’, zegt Kinet. ‘Dan zijn ze bang dat hun moeder hen niet meer graag zal zien of zelfmoord zal plegen als ze iemand vertellen hoe de vork aan de steel zit. Zo’n geheim lange tijd meedragen, is natuurlijk ontzettend belastend.’ Daardoor kan het vele jaren duren voordat iemand merkt dat een tiener het huishouden bestiert, voor zijn broers en zussen zorgt en ook nog zijn zieke moeder bijstaat. ‘Vaak beseffen die kinderen zelf niet dat hun situatie niet normaal is. Zeker als ze nog klein zijn, want dan kennen ze niets anders’, zegt Ben Kwanten. ‘Pas als ze ouder worden en al eens bij leeftijdsgenoten thuis komen, gaan hun ogen open.’ Dan beginnen de meesten zich zo voor hun thuissituatie te schamen dat ze blijven zwijgen. Uit de studie van Kind & Samenleving blijkt dat jonge mantelzorgers hun situatie ook geheim houden uit angst voor stigmatisering en pesterijen. ‘Hun vriendjes zien hun mama al eens dronken aan de schoolpoort staan, of ze komen bij hen thuis en merken hoe vreemd ze zich gedraagt. “Jouw ma is zot”, wordt dan weleens geroepen. Zo hard kunnen kinderen zijn’, zegt Kwanten.

Daarnaast zijn zorgende jongeren vaak bang dat hun gezin uit elkaar zal worden gehaald als iemand merkt hoe slecht pa of ma eraan toe is. ‘Soms wordt er inderdaad ingegrepen op een manier die zij niet willen’, zegt onderzoekster Hilde Lauwers. ‘Professionals werken soms een oplossing uit zonder de jonge mantelzorgers daarbij te betrekken. Natuurlijk hebben die kinderen begeleiding nodig, maar ze moeten ook gehoord worden. Uiteindelijk kennen zij hun situatie het best.’

Geen gewone spijbelaars

Doordat veel jongeren er alles aan doen om hun thuissituatie geheim te houden, blijven ze vaak jarenlang zonder al te veel hulp voor hun zieke of verslaafde ouder zorgen. En dat kan grote gevolgen hebben. Om te beginnen kampen veel jonge mantelzorgers met fysieke problemen. Ze slapen slecht, raken vermoeid, hebben buik- of hoofdpijn en krijgen gewrichts- en rugklachten. Sommigen voelen zich constant uitgeput en zijn geregeld ziek.

Ook psychische problemen komen dikwijls voor, vooral bij kinderen die voor een psychisch zieke ouder zorgen. ‘Een op de drie kinderen van ouders met psychische problemen krijgt er later zelf last van’, zegt Kwanten. ‘Hoe langer ze in zo’n situatie zitten, hoe funester de gevolgen kunnen zijn. Daarom is het cruciaal dat we hen detecteren wanneer er nog preventie mogelijk is. Al is het maar omdat de maatschappelijke kosten enorm zijn wanneer psychische problemen van generatie op generatie worden doorgegeven.’

Taken en verantwoordelijkheden van een ouder overnemen, kan ook grote impact hebben op de ontwikkeling van een kind. Zeker als de rollen echt worden omgedraaid en het voor zijn ouder gaat zorgen in plaats van omgekeerd. ‘Parentificatie’ heet dat in het jargon. ‘Een tijdje kan dat goed gaan’, zegt Steven Gielis van Ik maak de klik, een onlineplatform voor kinderen van ouders met psychische problemen. ‘Maar als ze de ouderrol permanent op zich nemen, kan hun ontwikkeling stoppen en neemt het risico toe dat ze later zelf psychische problemen ontwikkelen.’ Zulke volwassenen ziet psychiater en psychotherapeut Mark Kinet geregeld in zijn praktijk. ‘Op basis van onze relatie tot onze ouders, broers en zussen worden er plooien in ons karakter gelegd’, legt hij uit. ‘Die bepalen ons mensbeeld en de manier waarop we als volwassene met mensen omgaan. Zo kan het dat iemand die haar hele jeugd lang voor haar depressieve moeder heeft gezorgd later gevoelig blijft voor de noden van depressieve mensen. Zo’n vrouw is dan de steun en toeverlaat van Jan en alleman, tot ze er zelf onderdoor gaat.’

Daarnaast worden jonge mantelzorgers ook met praktische problemen geconfronteerd, vooral op school. Door al het werk thuis houden ze niet genoeg tijd over om hun huiswerk te maken of om voor toetsen en examens te studeren. En in de klas zijn ze er niet altijd met hun gedachten bij. ‘Als je dingen moet doen, kun je niet voor wiskunde of chemie studeren’, zegt een tiener in de studie van Kind & Samenleving. ‘Het zou wel tof zijn als je kon zeggen: “Ik kom eens een dag niet, want ik pas op mijn broer.” Ik moet ook altijd de tafel afruimen. Anders moet mama het doen, dan komt dat er ook nog bij. Daardoor ben ik meestal net op tijd. Of net niet.’ Een andere jonge mantelzorger vertelt: ‘Je komt thuis en je mama zou eten gemaakt hebben, maar ze heeft dat niet gedaan. Je maakt dan zelf eten, maar je moet eerst nog naar de winkel. Als je de dag daarna een toets hebt, zou je gewoon eerlijk tegen de leerkracht moeten kunnen zeggen: “Het was moeilijk thuis. Mag ik die toets morgen na school komen maken?”‘

Velen van hen gaan ook af en toe een dag niet naar school omdat hun vader of moeder er te slecht aan toe is om alleen te zijn. Uit onderzoek van socioloog Gil Keppens (VUB) blijkt dat 35 procent van de spijbelaars thuisblijft met medeweten én toestemming van hun ouders. Een deel doet dat om zijn zieke ma of pa te helpen. ‘Zij beschouwen zichzelf niet als spijbelaars, maar ze worden wel zo gezien en behandeld. Zowel door de school als door hun medeleerlingen’, legt Keppens uit. ‘Net zoals gewone spijbelaars krijgen ze bijvoorbeeld strafstudie.’ Daardoor gaan ze steeds minder graag naar school en beginnen sommigen te spijbelen wanneer het niet nodig is. Dat kan hun hele toekomst in het gedrang brengen, want wie spijbelt, maakt een grotere kans om een jaar te moeten overdoen en uiteindelijk zelfs helemaal met school te stoppen.

En de situatie houdt niet vanzelf op zodra zo’n zorgkind achttien is. De meesten durven hun vader of moeder ook dan nog niet los te laten. ‘De jongvolwassenen die we hier zien, hebben haast allemaal de grootste moeite om hun eigen weg te gaan’, zegt Ben Kwanten. ‘Ze willen wel alleen gaan wonen en een eigen leven uitbouwen, maar ze durven het niet omdat ze hun zieke ouder niet in de steek willen laten. Zodra ze afstand nemen van de zorgende rol die ze zo lang hebben gespeeld, voelen ze zich schuldig.’

Taboe doorbreken

Alle principiële en praktische bezwaren ten spijt is het onvermijdelijk dat sommige kinderen en jongeren de rol van hun vader of moeder voor een stuk overnemen. ‘Zeker nu het beleid inzet op de “vermaatschappelijking” van de zorg’, zegt Vanobbergen. ‘Maar laten we ook niet vergeten dat de meeste kinderen hun vader of moeder echt willen helpen, en dat zelfs als een belangrijk element in hun leven beschouwen. Dat mogen we niet zomaar opzijschuiven omdat mantelzorg op kinderarbeid kan lijken en we daar misschien principiële bezwaren tegen hebben.’

Maar in heel uitzonderlijke gevallen moet het parket of de jeugdrechtbank tussenbeide komen om te verhinderen dat het een kind echt te veel wordt. ‘Dat gebeurt alleen als kinderen in gevaar zijn. Omdat hun moeder stemmen hoort die haar opdragen om hen iets aan te doen, bijvoorbeeld. Maar dat is natuurlijk een heel extreem voorbeeld’, zegt Kwanten. In minder verregaande omstandigheden zijn kinderen meestal veerkrachtig genoeg om hun ouders bij te staan – zolang de taken behapbaar blijven en het kind ook nog door volwassenen wordt gestut. Het kan bijvoorbeeld niet dat een meisje jarenlang in haar eentje moet instaan voor het huishouden, haar jongere broers en zussen én haar zieke ouder. ‘Daarvoor moet ze ook een beroep kunnen doen op familie, vrienden, kennissen, buren of andere vertrouwenspersonen’, zegt Kwanten. ‘Niet alleen om praktische taken uit handen te kunnen geven, maar ook om niet geïsoleerd te raken.’ Soms kunnen heel kleine dingen het verschil al maken: een buurvrouw die de andere kinderen van school afhaalt, een oom die een keer per week de boodschappen doet, een vriend die moeder af en toe uit bed komt helpen. Daar is ook Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V) zich van bewust: in het Vlaams Zorgplan Mantelzorg is een heel hoofdstuk aan jonge mantelzorgers gewijd en ook het Expertisepunt Mantelzorg, dat binnenkort van start gaat, zal aandacht voor hen hebben.

‘Als we iets voor die groep willen doen, moeten we over de beleidsdomeinen heen werken’, zegt Vandeurzens woordvoerder Nico Krols. ‘Zo is samenwerking met het onderwijs van het grootste belang.’ Vooral omdat veel scholen niet genoeg aandacht hebben voor jonge mantelzorgers. ‘We merken dat veel leerkrachten en directies er moeite mee hebben om uitzonderingen te maken. Ze gaan er nog te veel van uit dat iedereen gelijk moet zijn voor de wet’, zegt Vanobbergen. ‘Nochtans kunnen kleine aanpassingen ervoor zorgen dat kinderen de taken thuis vlotter met hun studie kunnen combineren. Voor een meisje dat voor haar zieke moeder moet zorgen, zou het bijvoorbeeld een pak handiger zijn als haar examens over een langere periode gespreid konden worden.’

Daartoe moeten leerkrachten en schooldirecties natuurlijk wel wéten wat er aan de hand is. Nu is dat vaak niet het geval, want zowel leerlingen als hun ouders schamen zich te veel om de school in te lichten. ‘Daarom is het ontzettend belangrijk dat de hele samenleving meer vertrouwd wordt gemaakt met de problemen van kinderen van ouders die ziek zijn, psychische problemen hebben of met een verslaving kampen’, zegt Kwanten. ‘Dan pas kunnen zulke situaties tijdig opgemerkt en gemeld worden. Zowel door leerkrachten als door medewerkers van onder meer wijkgezondheidscentra, thuiszorg en Familiehulp. Daarnaast pleit ik ervoor dat elke ouder die wegens psychische problemen begeleid of opgenomen wordt systematisch gevraagd wordt hoe het met zijn kinderen gaat. Nu durven veel hulpverleners dat niet, omdat ze bang zijn om hun patiënten af te schrikken.’

Wat kinderen ook blijkt te helpen, is contact met lotgenoten via gespreksgroepen, onlinefora of gesloten Facebook-groepen. ‘Velen onder hen zijn heel eenzaam omdat ze hun zorgen niet met anderen kunnen delen’, zegt Lauwers. ‘Als ze met lotgenoten praten, merken ze dat ze niet alleen zijn. Daar putten ze veel kracht uit.’ Wat ze vooral zoeken, is iemand die naar hen luistert zonder hen of hun ouders te veroordelen of te beschuldigen. Zoals een jongen van vijftien eind vorig jaar postte: ‘Het is niet alsof ik stiekem jointjes rook of oude mensen beroof. Ik help gewoon mijn moeder. Toch word ik vaak scheef bekeken en heb ik het gevoel dat ik iets doe wat niet mag. Maar wat moet ik dan? Ik ben de enige die haar gerust kan stellen als ze stemmen hoort. Ik ben de enige die weet van welke soep ze houdt en hoe ze graag haar koffie drinkt. Zonder mij is ze verloren.’

Met vragen over kinderen van ouders met psychische problemen kunt u terecht bij www.koppvlaanderen.be

In het Gentse Miat loopt nog tot eind dit jaar de expo Made by Children – Kinderarbeid vroeger en nu over stereotiepe en meer onverwachte vormen van kinderarbeid in het Zuiden en bij ons.

Door ANN PEUTEMAN, illustratie STIJN FELIX, foto’s NICK PROOT

‘Ongelooflijk hoeveel kinderen in hun ouders blijven investeren. Wat hen ook wordt aangedaan.’ Psychotherapeut Ben Kwanten

‘Als kinderen de ouderrol permanent op zich nemen, kunnen ze later zelf psychische problemen ontwikkelen.’ Psychiater Mark Kinet

‘Een meisje dat voor haar zieke moeder moet zorgen, zou haar examens moeten kunnen spreiden.’ Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen

20.000 à 40.000 kinderen in Vlaanderen gedragen zich als jonge mantelzorgers voor hun ouders.

1 op 3 kinderen van ouders met psychische problemen krijgt er later zelf last van.

35% van de spijbelaars blijft thuis met medeweten én toestemming van hun ouders.

Jonge mantelzorgers houden hun situatie geheim uit angst voor pesterijen.

44% van de jonge mantelzorgers neemt drie à vijf jaar lang de zorg op zich.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content