Minderhedenforum

‘Taboe op homoseksualiteit, betekent niet dat alle moslims homofoob zijn’

Minderhedenforum Vertegenwoordigt etnisch-culturele verenigingen en geeft mensen met een migratieachtergrond een stem

‘Dat er in bepaalde etnische minderheidsgroepen nog een groot taboe rust op homoseksualiteit betekent niet dat alle moslims of etnische minderheden homofoob zijn’, schrijft Merhaba vzw. ‘Onderzoek wijst uit dat slechts een kleine fractie van het holebigeweld uit deze hoek komt.’

Wouter Van Bellingen, directeur van het Minderhedenforum, krijgt elke week een forum op Knack.be. De ene week schrijft Van Bellingen zelf over wat relevant is. De andere week geeft hij zijn pen en forum door aan een van de vele leden van zijn Minderhedenforum.

Deze week is dat Merhaba vzw, een beweging ontstaan uit vrouwen, mannen en transgenders met roots voornamelijk in de Maghreblanden, het Midden-Oosten, Turkije en Sub Sahara Afrika die zich aangetrokken voelen tot mensen van dezelfde sekse en/of vragen hebben over hun seksualiteit of genderidentiteit.

Op een moment dat attitudes tegenover homoseksualiteit gebruikt worden om de grens te markeren tussen “wij” – homotolerante Westerlingen – en “zij” – homofobe Moslims – legt fictiereeks De Ridder de complexiteit bloot die heerst op het kruispunt van geloof, etniciteit en seksualiteit.

Na een avondje stappen in Gent wordt Mark in een Turkse buurt in elkaar geslagen, vermoedelijk om zijn homoseksuele geaardheid. Zijn echtgenoot – advocaat en holebi-activist – schuift de schuld in Turkse schoenen en plant een roze mars in de Turkse buurt uit protest tegen toenemend holebigeweld. Hij lijkt gelijk te krijgen wanneer kruidenier Faruk bekent: “die vuile homo probeerde mij te versieren en ik heb hem daarom in elkaar geslagen.” Maar de vele telefoontjes tussen Mark en Faruk onthullen de ware toedracht: de twee hebben een relatie, en angst en zelfhaat – geen homohaat – brachten Faruk ertoe zijn geliefde ineen te slaan. “De enige homo die Faruk haat”, zo stelt De Ridder “is de homo in zichzelf.” Maar dat publiekelijk bekennen zal hij nooit: Faruk gaat liever een paar jaar zitten dan ontmaskerd te worden als homoseksueel.

Taboe op homoseksualiteit, betekent niet dat alle moslims homofoob zijn

Als organisatie die zich inzet voor de belangen van holebi’s en transgenders uit etnisch-culturele minderheden zijn wij bij Merhaba opgezet met de aandacht die een fictiereeks besteedt aan een thematiek waar wij al meer dan een decennium rond werken. Wij maken dan ook graag gebruik van de populariteit van kijkcijferkanon De Ridder om aandacht te vragen voor twee gapende wonden, waar de makers van de reeks terecht de vinger op leggen: de precaire positie van holebi’s met niet-Westerse roots en de gespannen relatie tussen seksuele en etnische minderheidsgroepen.

Geaardheid angstvallig verborgen houden voor buitenwereld

Holebi’s met niet-Westerse roots – of het nu asielzoekers uit Oeganda betreft of Turkse Belgen van de derde generatie – bevinden zich omwille van meervoudige discriminatie in een bijzonder kwetsbare positie. Om te beginnen worstelen velen van hen dag in dag uit met het taboe rond homoseksualiteit in hun onmiddellijke omgeving. Een taboe dat vaak wordt geïnternaliseerd, met gebrek aan zelfacceptatie en psychologische problemen tot gevolg. In De Ridder wordt pijnlijk duidelijk hoe sommigen onder hen daarmee omgaan: ze leiden een dubbel leven, vechten tegen hun geaardheid, en houden ze angstvallig verborgen voor de buitenwereld. Als personen met een migratieachtergrond hebben deze mensen daarenboven vaak te kampen met discriminatie en (kans)armoede, hetgeen een bijkomende rem vormt op hun emancipatie. Voor vrouwen komt daar nog bij dat ze binnen hun familie vaak een beperkte bewegingsvrijheid genieten, wat hun relatievorming en seksualiteitsbeleving bemoeilijkt.

Dat er in bepaalde etnische minderheidsgroepen nog een groot taboe rust op homoseksualiteit betekent niet dat alle moslims of etnische minderheden homofoob zijn. Net zoals inspecteur El Zarkaoui uit De Ridder homofoob geweld afkeurt vanuit haar geloof, zijn er onnoemelijk veel moslims voor wie geloof en tolerantie voor seksuele diversiteit wél samengaan. De idee dat “zij” essentieel anders zijn dan “wij” inzake homotolerantie simplificeert dus de realiteit. Te meer omdat er ook onder autochtone Belgen veel (verdoken) homonegativiteit leeft, en een groeiend ethisch conservatisme in Vlaanderen (net als in verschillende andere West-Europese landen) holebi-rechten bedreigt.

Genderrolverwachtingen

De Ridder stelt tenslotte ook terecht de gespannen verhouding tussen holebi’s en de islamitische geloofsgemeenschap aan de kaak. Vele holebi’s hebben het gevoel dat de klok teruggedraaid wordt wanneer ze in contact komen met moslims, en dat ze opnieuw moeten vechten voor moeizaam verworven rechten. In hun terechte strijd om meer rechten en erkenning, vervallen velen echter zelf in een stereotiep wij/zij-denken dat niet zelden gepaard gaat met xeno- en islamofobie. Gemediatiseerde gevallen van holebigeweld door moslims worden uitvergroot en veralgemeend. Onderzoek wijst nochtans uit dat slechts een kleine fractie van het holebigeweld uit deze hoek komt, en dat machismo en normatieve genderrolverwachtingen (in welke groep dan ook) veel belangrijker verklarende factoren zijn.

In het belang van holebi’s met niet-Westerse roots is het noodzakelijk dat de kloof tussen deze twee minderheden overbrugd wordt. Dit begint vooreerst met het doorbreken van het wij/zij-denken en de stigmatisering aan beide kanten, en met het bespreekbaar maken van het taboe op (homo)seksualiteit. Het laatste waar iedereen – van welke origine of geaardheid ook – mee gebaat is, is een agressief, gepolariseerd debat. Daarom pleit Merhaba voor een constructieve dialoog en wederzijds begrip. Om het met de woorden van Helena De Ridder te zeggen: het lijkt ons niet verstandig dat twee groepen die het sowieso al moeilijk hebben in de maatschappij elkaar gaan uitdagen.

Klaartje Van Kerckem, Projectcoördinator Merhaba vzw

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content