Wilfried Vandaele (N-VA)

‘Taalunie moet blijven bestaan als instrument om de positie van het Nederlands te versterken’

Wilfried Vandaele (N-VA) Vlaams Parlementslid voor de N-VA

‘Opeenvolgende besparingen hebben de Nederlands-Vlaamse instellingen geen goed gedaan’, schrijft Vlaams parlementslid Wilfried Vandaele naar aanleiding van een mogelijke opheffing van de Taalunie. Hij vindt dat de organisatie een onmisbare rol heeft om de positie van het Nederlands te versterken, en dat ze daarom niet verloren mag gaan.

De Nederlandse en Vlaamse pers heeft het vandaag over de Nederlandse Taalunie n.a.v. het “rapport Schinkelshoek”. Een van de conclusies is: “de politici hebben de organisatie ’te veel haar gang laten gaan'”. Als Interparlementaire Commissie voor de Nederlandse Taalunie (IPC), waarin leden van het Vlaams Parlement en van de Nederlandse Eerste en Tweede Kamer zitting hebben, voelen wij ons uiteraard aangesproken. Nadat het rapport in maart aan de ministers was overhandigd, hebben wij het als Vlaamse delegatie van de IPC opgevraagd. De ministers weigerden echter om het ter beschikking te stellen alvorens ze er zelf een commentaar bij hadden geschreven. Wij wachten nog steeds op het rapport, maar de pers heeft het intussen blijkbaar wél.

‘Taalunie moet blijven bestaan als instrument om de positie van het Nederlands te versterken’

Die pers signaleert dat vooral Nederlandse parlementsleden weinig interesse hebben en dat sommigen de Taalunie zelfs willen opheffen. In die context lijkt ons het Vlaamse standpunt niet onbelangrijk: voor de Vlaamse parlementsleden is dat absoluut geen optie.

Voor Vlaanderen is en blijft de Nederlandse Taalunie immers een bijzonder waardevol instrument om de positie van het Nederlands te behouden en te versterken. Nederland en Vlaanderen zijn daar samen verantwoordelijk voor en hebben om die reden in 1980 ook het Taalunieverdrag ondertekend. Geen enkel ander taalgebied – ook niet het Engelse, Franse of Duitse – heeft zo’n sterke structuur – verankerd in een verdrag – voor taalbeleid. Voor ons blijft het belangrijk dat er voor het Nederlands één spelling is, één grammatica.

Moeder waarom leven wij?

Dat is nodig voor al wie onze taal leert en gebruikt, ook voor nieuwkomers en voor buitenlanders. Vergeten we immers niet dat het Nederlands gedoceerd wordt door een 700-tal docenten aan zo’n 200 universiteiten en hogescholen in het buitenland. Die ondersteunen is een belangrijke taak voor de Taalunie, die ook de leerkrachten “Nederlands als Tweede Taal” boven en onder de Moerdijk kan ondersteunen. Ook de nieuwe ontwikkelingen, zoals taal- en spraaktechnologie, verdienen een blijvende aandacht van de Taalunie.

Dit stuk werd mee ondertekend door alle Vlaamse leden van de Interparlementaire Commissie voor de Nederlandse Taalunie:

Wilfried Vandaele (voorzitter, N-VA), Johan Verstreken (vice-voorzitter, CD&V), Lionel Bajart (Open VLD), Katia Segers (SP.A), Bart Caron (Groen), Cathy Coudyser (N-VA), Ward Kennis (CD&V), Kathleen Krekels (N-VA), Yamila Idrissi (SP.A), Jo de Ro (Open VLD), Manuela Van Werde (N-VA)

‘De opeenvolgende besparingen hebben de Nederlands-Vlaamse instellingen geen goed gedaan.’

Het klopt dat sommige Nederlandse collega’s ook onlangs nog eens de “moeder-waarom-leven-wij”-vraag stelden. “Heeft het allemaal nog wel zin?”, “Wat wordt van ons nu precies verwacht”, enz. Daardoor verontrust, stuurden de Vlaamse parlementsleden onlangs een “brief-op-poten” aan de Nederlandse voorzitter van de IPC. De brief werd ondertekend door alle Vlaamse leden van de Interparlementaire Commissie, van meerderheid en oppositie, over de partijgrenzen heen.

De opeenvolgende besparingen hebben de Nederlands-Vlaamse instellingen geen goed gedaan. Het budget van de Taalunie was het hoogst in 2009: 14.232.030 euro. Maar het daalde tot 10.169.398 euro in 2015.

Aan ronkende politieke beleidsverklaringen over de Nederlands-Vlaamse samenwerking is er geen gebrek. Aan Vlaamse kant geldt Nederland steevast als prioritair voor het buitenlands beleid en ook in de recentste Nederlandse nota over buitenlands cultuurbeleid is Vlaanderen een prioriteit. Maar dat kun je als regering niet blijven zeggen als je tegelijk de kraan dichtdraait.

Begin van versterkte samenwerkingen

In oktober 2015 trokken de Nederlandse minister-president Mark Rutte en zijn Vlaamse collega Geert Bourgeois op gezamenlijke missie naar Atlanta. Eind oktober zijn Nederland en Vlaanderen samen gastland op de Frankfurter Buchmesse. In november is er een “top” van de beide regeringsleiders. Laat dit het begin zijn van een versterkte samenwerking. Vanuit het Vlaams parlement hebben we ons de voorbije jaren hard ingespannen om het belang van de Taalunie te versterken. Door studiedagen, hoorzittingen, een stevige agenda voor de IPC-vergaderingen. willen wij aan de kar blijven trekken.

“De Vlaamse delegatie van de Interparlementaire Commissie heeft er de voorbije jaren alles aan gedaan om het belang van de Taalunie te versterken, door studiedagen, een colloquium, een stevige agenda voor de commissiezittingen. Dat willen aan de kar blijven trekken, met evenveel overtuiging en kracht, en we roepen onze Nederlandse collega’s op om dat schouder aan schouder te doen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content