Egbert Lachaert (Open VLD)

‘SWT-dictaat ondergraaft intergenerationele solidariteit’

Egbert Lachaert (Open VLD) Voorzitter van Open VLD

De sociale partners knibbelen aan de filosofie van het regeerakkoord, namelijk dat SWT’ers actief op zoek moeten naar werk, schrijft Egbert Lachaert van Open VLD.

Het federaal regeerakkoord hecht erg veel belang aan het sociaal overleg. Of het nu gaat om de hervorming van de arbeidsmarkt, de pensioenen of de modernisering van onze sociale zekerheid: telkens worden de sociale partners geconsulteerd. Zij kunnen de krijtlijnen die de democratisch verkozen regering uitzet, samen inkleuren.

De liberale regering Michel I zet duidelijk in op activering. Nee, we willen niet langer aanvaarden dat slechts 42% van de 55-plussers werkt en dat de rest wordt afgeschreven, mede door toedoen van systemen als brugpensioen, de loonvorming op basis van anciënniteit enzovoort. Nee, we willen niet langer aanvaarden dat ook jongeren en allochtonen niet aan de bak geraken omdat onze rigide arbeidsmarkt insiders zodanig beschermt dat alle outsiders hun toekomst wordt gehypothekeerd. Daarom wil deze regering ingrijpen, de werkzaamheidsgraad verhogen en zo onze sociale zekerheid veilig stellen. “Al wie poten en oren heeft, zal moeten werken.” Een adagium van de vorige -onverdachte- minister van Werk. Dit natuurlijk om te kunnen zorgen voor diegenen die het moeilijk hebben, willen studeren of hun pensioen verdiend hebben.

Knibbelen aan de filosofie van het regeerakkoord

De verdere hervorming van het stelsel voor werkloosheid met bedrijfstoeslag -kortweg SWT- kadert in die activeringsfilosofie. De sociale partners stuurden eind 2014 de plannen van de regering ernstig bij. Zo blijft SWT toch mogelijk vanaf 60 jaar, en niet 62 jaar zoals voorzien. SWT blijft ook mogelijk vanaf 55 jaar bij herstructureringen, en niet vanaf 60 jaar. De regering ging akkoord met deze aanpassingen.

Het nieuwe akkoord binnen de Groep van 10 ligt gevoeliger. De sociale partners knibbelen aan de filosofie van het regeerakkoord, namelijk dat SWT’ers actief op zoek moeten naar werk. Duizenden werkbekwame werknemers verlaten nu immers vroegtijdig de arbeidsmarkt via dit statuut dat gunstig is voor de werknemer én de werkgever, maar dat geen fundamentele oplossing biedt. Tekenend was de getuigenis in de krant van een SWT’er die zei dat ze aan de slag was gebleven als ze wist dat ze opnieuw werk zou moeten zoeken. En uiteindelijk is het de jonge generatie werkenden die het gelag betaalt, letterlijk. De hele gemeenschap, maar vooral zij draaien op voor de gigantische kost van deze systemen.

Is het onlogisch of onmenselijk dat een regering met visie mensen langer aan de slag wil?

Het is interessant het debat ook in historisch perspectief te bekijken. De generatie van mijn grootouders verliet de arbeidsmarkt gemiddeld op 65 jaar. Vandaag gaan we gemiddeld al op 59 met pensioen. De kortste loopbanen sporen samen met een alsmaar stijgende levensverwachting. Simpele rekenkunde leert dat zo’n systeem enerzijds niet houdbaar is, maar anderzijds ook oneerlijk en asociaal. Voor de jongere generatie, maar evenzeer voor de 55-plussers die wel aan de slag blijven. Is het dan onlogisch of onmenselijk dat een regering met visie mensen langer aan de slag wil? Dat ze vraagt een inspanning te doen om opnieuw actief op zoek te gaan naar werk als je de tegenslag hebt om op latere leeftijd je job te verliezen? Dat ze de solidariteit tussen de generaties wil balanceren?

Gemakkelijkheidsoplossing

Ik wil niet ontkennen dat SWT haar merites heeft bij herstructureringen. Maar het is vooral een gemakkelijkheidsoplossing. Vakbonden en werkgeversorganisaties verhalen de kosten en lasten op de gemeenschap. Zo is het gemakkelijk akkoorden sluiten. Politici die bekommerd zijn om het lot van de SWT’ers en hen opnieuw aan een baan willen helpen, die bekommerd zijn om de intergenerationele solidariteit, die bekommerd zijn om de toekomst van onze economie en sociale welvaartsstaat, die kunnen en mogen zich hier niet zo maar bij neerleggen. Die vragen een inspanning van de werkzoekende, maar zorgen ook dat ze een job kunnen bemachtigen door de loonvorming en arbeidsmarkt te flexibiliseren.

Overigens, dat de vakbonden publiekelijk eisen dat het akkoord van de Groep van 10 ongewijzigd wordt overgenomen door de politiek is ongepast. Als dat de machtsverhoudingen zijn, als de vakbonden ons en de jonge generatie dicteren wat er moet gebeuren, vraag ik me oprecht af waarom ik me liet verkiezen. Dreigementen en chantage horen niet bij sociaal overleg, dictaten evenmin. De regering blijft rustig en constructief, van de sociale partners verwacht ik hetzelfde.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content