Wouter Van Bellingen

‘Sorry voor mijn 3,7 minuten spreektijd’

Wouter Van Bellingen Directeur van het Minderhedenforum

Dat Belgische politici met een migratieachtergrond amper aan het woord komen in de media, zoals wetenschappelijk onderzoek bewijst, bevestigt het beeld van ‘het anders zijn’, schrijft Wouter Van Bellingen.

Belgische politici met een migratieachtergrond zijn in alle 19u-journaals van VTM en VRT tussen 2003 en 2013 in totaal… 140 minuten aan het woord geweest. 140 minuten, op tien jaar dagelijks nieuws. Daarin zijn niet alleen studiogesprekken, maar ook alle reportages en zelfs quotes in het parlement meegeteld. Dat komt na een vluchtige berekening neer op 0,000639 procent van de kostbare nieuwstijd. Alle Belgische politici samen komen 12.361 minuten in beeld, de politici met een migratieachtergrond palmen daarvan dus amper 1,13 procent in.

Deze ontnuchterende cijfers komen uit een onderzoek van Marc Hooghe en Laura Jacobs van de KU Leuven en werden gepubliceerd in de Nieuwsmonitor van Steunpunt Media. De onderzoekers beluisterden de fragmenten en stelden dat de helft van die luttele spreektijd naar immigratiegerelateerde thema’s gaat. In de overige 70 minuten uit tien jaar nieuws mochten deze politici van buitenlandse origine het eens over iets anders hebben. Na mijn persoonlijke 3,7 minutes of fame (ik haal daarmee onder (ex-)politici met een migratieachtergrond helaas de top tien…) zal ik ondanks mijn verwezenlijkingen op vlak van kinderrechten en internationale samenwerking bij het grote publiek vooral herinnerd worden voor een massahuwelijk dat ik als toenmalig schepen in Sint-Niklaas organiseerde.

Je kan dan zeggen dat ik in beeld kwam dankzij mijn migratieachtergrond, en sommige politici met een migratieachtergrond specialiseren zich ook in het migratiethema, maar ik spreek ook graag over iets anders en ik ben daarin niet alleen. We horen dezer dagen de vraag aan moslims om zich te distantiëren van de aanslagen in Parijs. Dat zij daar niet om staan te springen en dit soms pertinent weigeren, is begrijpelijk. Als je zo weinig in beeld komt, verhef je je stem liever niet op bevel, binnen de kaders en thema’s die anderen opleggen. Het is niet fijn als ‘de andere’ te worden bestempeld terwijl je ook gewoon naar Gorky luistert, Dimitri Verhulst leest en met de helaasheid der dingen hebt af te rekenen.

Onderlinge afstand

De media kunnen het beeld van ‘de andere’ doorbreken. Het is jammer genoeg in formats van televisie gelegen om in categorieën te denken. Een debat over radicalisering? We nodigen een moslim uit (gelukkig maar). Een politieke wending in Griekenland? Tijd om een politicoloog uit te nodigen (eentje die we al kennen – een autochtone Vlaming, meestal mannelijk en op gerespecteerde leeftijd -, dat is makkelijker).

Het gaat niet om kwade wil, journalisten rekruteren uit hun eigen netwerk. En journalisten hebben meestal geen migratie-achtergrond en hun netwerk meestal ook niet, hoe progressief ze ook zijn. Andersom zijn mensen met een migratieachtergrond voor de pers niet altijd zo bereikbaar. Vooral relatieve nieuwkomers zijn niet altijd de taal voldoende machtig om naar televisienormen in beeld te kunnen komen of staan wantrouwig tegenover de media.

Dat zo weinig mensen met een migratieachtergrond in beeld komen, is dus ook omdat weinigen van hen zelf journalist worden. Met het Minderhedenforum trachten we er aan te verhelpen met ons project Mediawijsheid. We organiseren workshops journalistiek schrijven, perscommunicatie en beeldvorming en bieden onze achterban kansen om zelf te schrijven, zoals via deze columns op Knack.be.

Stemmenvlees

De zware ondervertegenwoordiging (1,13 procent) van politici met een migratieachtergrond in het journaal begint natuurlijk bij de politiek zelf. Na de jongste verkiezingen van 25 mei 2014 kwamen 7 volksvertegenwoordigers met een migratieachtergrond (5,7 procent) in het Vlaams parlement en 6 in de Kamer (6,9 procent) terecht. Het aandeel personen met een migratieachtergrond wordt in België op 15 procent geschat.

Die politieke ondervertegenwoordiging begint al op de verkiezingslijsten, al is die daar nog niet zo scherp. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 ging het om 10 procent voor de 13 Vlaamse centrumsteden, berekenden Karen Celis (VUB) en Bram Wauters (HoGent). De onderzoekers stelden echter vast dat politieke partijen onder hun leden nauwelijks mensen met een migratieachtergrond tellen en dat die evenmin vertegenwoordigd zijn in de plaatselijke machtsstructuren. Hun rol lijkt uitgespeeld eens de stemmen zijn geteld. Celis en Wauters stellen dat de selectie van kandidaten met buitenlandse roots in Vlaanderen vooral via de partijtop loopt. De juiste vertegenwoordiging van etnisch-culturele minderheden blijkt niet zo’n belangrijk criterium, merken de onderzoekers op.

Symbolen

Een bijdrage van Patrick Loobuyck (Universiteit Gent) in Samenleving en Politiek uit 2001 lijkt in die context helaas nog steeds relevant: “Bijna niemand heeft zich bekommerd om het proces van politieke bewustwording dat zich in de allochtonengemeenschappen al dan niet voltrokken heeft. Zolang het stemrecht er niet doorkwam, meende het establishment dat er niet met allochtonen moest worden gewerkt. Er werd weinig geïnvesteerd in de overdracht van politieke informatie en bewustmaking, kadervorming en logistieke steun naar allochtonenorganisaties toe. Een dergelijke situatie is een ideale voedingsbodem om antidemocratische, extremistische en antipolitieke kiemen te doen uitkomen.” Loobuyck citeert een andere specialist: “Door een gebrek aan gelijke kansen is er in verschillende gemeenschappen een soort van ‘reactionaire radicalisering’ aan de gang waarbij jongeren hun wortels opzoeken, niet om zichzelf te ontplooien, maar om zich af te zetten tegen wat niet behoort tot hun eigen culturele groep.”

Zolang personen met een migratieachtergrond zo ondervertegenwoordigd zijn in de politiek en de media, blijven zij exotisch en uitzonderlijk en blijven ze bekeken worden om hun ‘anders zijn’. Patrick Loobuyck zegt dat – in de terminologie van die tijd – zo: “Of men dat nu graag wil of niet, zolang migranten en allochtonen in de samenleving als een aparte categorie worden beschouwd, zolang zij in verschillende geledingen van de samenleving niet op gelijke voet behandeld kunnen worden en de rechtvaardige multiculturele samenleving geen concrete vorm krijgt, zal men als politicus van allochtone afkomst met deze symboolfunctie moeten leren leven.” Lees: zolang ze met weinig zijn, blijven ze “de allochtoon” en mogen ze vooral daarover praten.

Change

Omdat we (politieke) vertegenwoordiging belangrijk vinden, starten we dit jaar met het Minderhedenforum een kadervorming om het politiek bewustzijn aan te zwengelen. De eerste doelgroep zal dan ook de huidige politieke mandatarissen zijn. We leggen ons niet neer bij de realiteit.

Daarom ook startte het Minderhedenforum samen met zijn aangesloten federaties drie jaar geleden het project Changemakers, waarin mensen met een migratieachtergrond werden aangemoedigd en ondersteund om hun stem te laten horen, via acties en communicatie naar de overheid, maar (vooral) ook via participatie in adviesraden en beleidsorganen. We bereikten met dit project 1200 Changemakers en velen van hen participeren structureel aan het beleid.

Onlangs nog schopte Changemaker Habib El Ouakili het tot schepen in Hasselt. Deze ingenieur-manager zegde het goedbetaalde bedrijfsleven vaarwel. In Het Belang van Limburg zegt hij: “Ik zit in de politiek omdat ik iets wil doen aan de verzuring in de maatschappij. Dan kun je ofwel blijven roepen ofwel zelf de handen in de mouwen steken.”

Allez, hup, nu nog naar het VTM- of VRT-journaal. Veel succes, Habib!

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content