Minderhedenforum

‘Schop de haat eruit, maak plaats voor de vrije mening’

Minderhedenforum Vertegenwoordigt etnisch-culturele verenigingen en geeft mensen met een migratieachtergrond een stem

‘De nood om islamofobie te bestrijden is hoog’, schrijft het Belgisch Collectief Tegen Islamofobie. ‘We moeten evolueren naar een samenleving waarin iedere inwoner een volwaardige burger is. Daarom schuiven we alvast drie oplossingen naar voren.’

Wouter Van Bellingen, directeur van het Minderhedenforum, krijgt elke week een forum op Knack.be. De ene week schrijft Van Bellingen zelf over wat relevant is. De andere week geeft hij zijn pen en forum door aan iemand van zijn achterban. Vandaag: Mustapha Chairi,voorzitter van het Collectief Tegen Islamofobie In België, een vereniging die zich inzet tegen hate speech en islamofobie.

De voorbije weken las en hoorde je veel over vrije meningsuiting in de media. Het staat buiten kijf: ook het Collectief Tegen Islamofobie in België is daar een grote verdediger van. In een democratische maatschappij moet het verschillen van mening, het spotten met andere meningen of het verkondigen van meningen die choqueren, kwetsen en verontrusten, mogelijk zijn. Tegelijkertijd vinden wij het een belangrijke waarde om boodschappen op een respectvolle manier over te brengen. Toch er is ook een grens aan de vrijheid van meningsuiting en die wordt bereikt wanneer iemand aanzet tot haat. Die grens hebben wij niet eens zelf gelegd, die heeft de wetgever bepaald.

Dat de Franse journalist en polemist Eric Zemmour door de Club van Lotharingen werd uitgenodigd om zijn boek ‘Le Suicide français’ voor te stellen, vonden wij, zacht uitgedrukt, problematisch. Hij doet regelmatig seksistische, homofobe, xenofobe en islamofobe uitspraken op verschillende fora. Zo was er de uitspraak die in 2011 in Frankrijk leidde tot zijn veroordeling voor aanzetten tot haat: “Maar waarom wordt men 17 keer gecontroleerd? Waarom? Omdat de meeste sjacheraars zwart of Arabisch zijn. Zo is het, het is een feit.” Maar recentere uitspraken van hem verontrusten ons nog meer. In een interview met de Italiaanse krant El Corriere della Sera overwoog Zemmour de deportatie van 5 miljoen moslims om het Frans “probleem” op te lossen.

Het is dus hoogst bedenkelijk dat deze man in ons land werd uitgenodigd. Daarom contacteerden we als Collectief Tegen Islamofobie in België de organisatoren, politiek verkozenen en de burgemeester van Brussel. We wezen hen op het gevaar van Zemmours uitspraken en vroegen dit verder te onderzoeken… Helaas zonder enig succes. Daarop beslisten we een klacht in te dienen bij het parket. Maar ook daar vingen we bot en kregen we totnogtoe geen reactie.

Cyberhaat

De nood om islamofobie te bestrijden is nochtans hoog. Het aantal meldingen bij het Interfederaal Gelijkekansencentrum liegt er niet om. Er is een stijging van islamofobie en dat voelen Belgische moslims. Islamofobe uitlatingen, uitspraken die aanzetten tot haat en dubbele standaarden versterken het gevoel van visering en bedreiging en sommigen ondervinden het aan den lijve: uitsluiting en discriminatie maar ook vandalisme op moskeegebouwen, islamofobe tags, of nog de recente brandstichting in een gezinswoning in Paal.

Volgens de cijfers van het Interfederaal Gelijkekansencentrum stijgt al twee jaar het aantal islamofobe daden jaarlijks met 20 procent. Sinds 2012 zijn er wekelijks minstens twee daden van islamofobie waarvan er minstens één duidelijk een inbreuk bevat op de antidiscriminatiewet. Islamofobie manifesteert zich ook steeds zichtbaarder op het internet. Sinds 2013 gaan meer dan de helft van de klachten over media en cyberhaat over zaken waarin een duidelijke link wordt gelegd tussen de klacht en de religieuze (islamitische) overtuiging van de slachtoffers.

Toch zien we de toekomst niet somber in. We moeten evolueren naar een samenleving waarin iedere inwoner een volwaardige burger is. Een samenleving waarin iedere Belgische moslim tegelijk kan participeren en zijn geloof voluit kan belijden. Daartoe dienen, op vlak van de strijd tegen islamofobie, een aantal zaken te veranderen. We schuiven alvast drie oplossingen naar voren.

‘Onbekend maakt onbemind’

Ten eerste moet de beeldvorming worden bijgestuurd. Al te vaak worden moslims, en personen van wie men vermoedt dat ze moslim zijn, gereduceerd tot de daden van enkelingen. Moslims komen veel minder in beeld om hun verwezenlijkingen en talenten. Ze blijven voor een deel dus ‘onbekend’ en dat maakt hen ‘onbemind’. Sommige politici gaan in dat eenzijdig discours mee en praten meer over repressie dan over een echt maatschappelijk project dat mensen kansen geeft en burgers tot elkaar brengt.

We stelden dit jammer genoeg opnieuw vast na de verschrikkelijke aanslag op Charlie Hebdo. In de eerste plaats wordt angst ingeboezemd voor de islam en raakt het discours gepolariseerd. Dit heeft zo’n diepe impact dat sommige burgers van hun moslimmedeburgers eisen dat zij afstand zouden doen van terreurdaden waarmee ze hoe dan ook niets te maken hebben. Dit is absurd. Gevaarlijker wordt het wanneer dit een Brusselse arts ertoe aanzet om zijn eed van Hippocrates te verbreken en te weigeren nog langer vrouwen met een hoofddoek of “bebaarden” ( ‘les barbus’, moslimmannen met een baard) te behandelen. Er is daarom dringend nood aan een correcte en genuanceerde berichtgeving over moslims.

Uitsluiting is voedingsbodem voor radicalisering

Ten tweede zijn we op elkaar aangewezen. Toegeven aan de paniekzaaierij en de polarisering versterken is geen oplossing. We moeten samen aan de toekomst bouwen. Daarom spreekt het voor zich dat moslims vanaf het begin actief betrokken worden in de strijd tegen islamofobie en in de aanpak van radicalisering. Door in te zetten op die strijd tegen islamofobie, doe je ook aan bestrijding van radicalisering.

Uitsluiting is een voedingsbodem voor radicalisering. (Jong)volwassenen die zich goed voelen in België – hun land, waar ze geboren en getogen zijn -, die ruimte krijgen om hun diverse identiteiten te beleven en die in alle domeinen van de samenleving kunnen participeren, zijn niet vatbaar voor radicale discours. Hierin heeft de hele samenleving een rol te spelen. Als dit niet samen gebeurt, zullen de maatregelen immers hun impact missen.

Politieke visie én moed

Ten slotte verwachten we dat de overheid, op alle beleidsniveaus, een krachtig signaal geeft en kordaat optreedt tegen iedere vorm van directe of indirecte discriminatie en tegen iedere vorm van onverdraagzaamheid. De maatregelen moeten worden opgenomen in een nationaal actieplan tegen discriminatie waarin, net zoals racisme en antisemitisme, ook islamofobie als discriminatie wordt erkend.

Maar een wettelijk kader is slechts een begin. We hebben vooral nood aan een politieke visie en aan moed om samen tegelijk elke vorm van geweld en discriminatie te bestrijden en de vrijheid van meningsuiting te verdedigen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content