‘Als ze je een aap noemen, ga je je ook als een aap gedragen’

SAMMY MAHDI: 'Ik weet niet of Brussel nóg een 22 maart zou overleven. De angst is toegenomen.' © MARC GYSENS

Hij is Molenbekenaar, heeft wortels in Irak en vindt dat de N-VA ook weleens gelijk heeft. En toch is Sammy Mahdi een rasechte tjeef. Knack sprak met de nieuwe voorzitter van Jong CD&V over de ‘klagende mannen’ van Dyab Abou Jahjah, contrôle d’identité en de Iraakse bierkoning van Brussel.

‘Ik ben altijd op tijd’, zegt Sammy Mahdi wanneer we elkaar na een misverstand dan toch treffen. ‘Ik zat hier al tien minuten.’ Hij heeft dat meegekregen van zijn vader, zegt hij. ‘Toen hij me vroeger naar verjaardagsfeestjes bracht, moesten we altijd nog een halfuur in de auto wachten omdat we te vroeg waren.’

Op 1 april wordt hij de nieuwe voorzitter van Jong CD&V. Hij zal de eerste Brusselaar in die functie zijn – een Molenbekenaar en plus. En hij is de eerste leider van de jonge christendemocraten met roots in Irak, als zoon van een politieke vluchteling. Plak zijn foto naast die van illustere voorgangers als Frank Swaelen, Wilfried Martens en Eric Van Rompuy, en zijn naam en huidskleur vallen op. Maar laat hem zichzelf verkopen in een blinde sollicitatie, en het verdict is unaniem: Sammy Mahdi is een rasechte tjeef. ‘Ga je tussen al die nuances iets vinden?’ zal hij grappen na het interview.

En toch is zijn biootje op Twitter niet gelogen. Dat luidt: ‘Politicoloog met uitgesproken genuanceerde mening.’ Uitgesproken is hij zeker, in de columns die hij voor De Morgen schrijft. Met die van vorige week verzeilde hij in een mediastormpje. Zijn boodschap: ‘Een jaar na de aanslagen kan ik geen kaki meer zien. Ik wil de militairen uit mijn straat. Vandaag.’ Enkele uren na publicatie zou in Antwerpen een dronken man in een auto vol wapens over de Meir scheuren. Meteen werd over een ‘vermeden aanslag’ gesproken, de militaire aanwezigheid in de winkelstraat werd geprezen. Op de sociale media kreeg Mahdi de wind van voren, en in De afspraak excuseerde hij zich voor de scherpe toon van zijn column, maar hij wankelde niet: ‘De politieke moed opbrengen om het gezond verstand te laten zegevieren, zal niet eenvoudig zijn.’ Het was niet zijn eerste uithaal. Twee weken geleden nog, bij de herdenking van 22 maart 2016, lazen we: ‘Molenbeek opkuisen? De kuisploeg heeft nog wat werk voor de boeg. Niet het minst door de stront aan polariserende communicatie die het wij-zijdenken voedt.’ Ook over zijn collega-politici is hij puntig: ‘Ik begrijp soms de ballen van wat ze zeggen in De zevende dag. En ik heb twee masterdiploma’s.’

De 28-jarige Mahdi is dus ook een angry young man. ‘Gék word ik ervan, van politici die zeggen dat ze iets niet kunnen aanpakken omdat “het al lang zo is”. Om die reden verhoogt minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) de politiedotaties voor Molenbeek, de laagste van Vlaanderen, niet. Moet de N-VA artikel 1 van haar statuten – het streven naar een onafhankelijke republiek Vlaanderen – dan niet aanpassen? België bestaat óók al lang, hè.’

Dat hij bij de CD&V zou uitkomen, werd al beklonken op zijn tiende. ‘Jean-Luc Dehaene was mijn held. Ik hield van zijn no-nonsensestijl. Ik ben een nuchtere mens, ik heb weinig aan verhaaltjes over “Spreid je vleugels!” en absolute vrijheid. Bij de CD&V vind ik die nuchterheid.’

Gaat politiek dan niet over dromen, de grote verhalen?

SAMMY MAHDI: Ik heb geen boodschap aan lege dozen met een mooie strik. In de doos van de CD&V zit alles om mijn dromen te realiseren, zoals een wereld zonder vervuilde steden, zonder een jongerenwerkloosheid van 50 procent.

Onze strik mag wel mooier, dat is waar. We moeten ons enerzijds-anderzijdsverhaal beter verkopen. Dat is moeilijk, in dit klimaat waarin aldoor ballonnetjes worden opgelaten, maar wel broodnodig.

Begin deze maand was uw partijgenote Hilde Crevits, Vlaams minister van Onderwijs, duidelijk over de rol van allochtone ouders bij de schoolcarrière van hun kinderen: ze pleitte voor grotere betrokkenheid.

MAHDI: Dat had positiever gekund. Maar haar verhaal is wel coherent: Hilde Crevits heeft altijd al voor responsabilisering gepleit. Mijn zus geeft les in het basisonderwijs. Zij hoort soms ook van ouders: ‘Wij sturen onze kinderen naar een Nederlandstalige school, jullie moeten ze Nederlandstalig maken.’ Dat kan niet. De minister onderstreept terecht het belang van Nederlands voor wie wil studeren en werken.

U vond het geen bocht naar rechts: even de spierballen laten rollen tegenover de allochtonen?

MAHDI: Ik had veeleer moeite met de vorm dan met de inhoud van Crevits’ boodschap. Nu voelden ook ouders zich aangesproken die wél hard hun best doen. De jongste generatie Belgen met een migratieachtergrond participeert meer. Ze weet wat er allemaal mogelijk is. Mijn papa wist waarschijnlijk niet eens dat er zoiets was als een ‘ouderraad’.

Welk verhaal schuilt er achter uw achternaam?

MAHDI:Mijn vader is een politieke vluchteling uit Irak. Na een jaar studeren in Brussel – van het Baath-regime moest hij hotelmanagement volgen – moest hij naar het Iraakse leger. Dat weigerde hij. Ondertussen belde mijn mama, een Vlaamse, hem alle dagen om te vragen wanneer hij terugkwam, en daarom is hij naar België gevlucht. Vijfentwintig jaar is hij niet kunnen terugkeren, zelfs niet voor de begrafenis van zijn moeder. Nadat hij er voor het eerst opnieuw voet aan de grond had gezet, was hij na een week alweer thuis: de confrontatie met de puinhoop was te groot. Hij had nog het Irak gekend waar vrouwen in minirok mochten rondlopen en je zonder problemen bier kon drinken.

Wist je trouwens dat mijn vader ‘bierkoning’ was toen hij aan de ULB studeerde? Een Irakees dronk in Brussel de Belgen onder tafel. (lacht)

Bent u zelf al in Irak geweest?

MAHDI: Ik mag niet van mijn vader. Hij vindt het er nog altijd te gevaarlijk. Oorlog maakt mensen harder. Ook hij valt er uit de boot, met zijn goede manieren. ‘Ik zou er te veel opvallen’, zegt hij. Door wat hij heeft meegemaakt, mogen zijn kinderen van hem niet klagen. Hij is altijd voor ons opgekomen, maar we mochten nooit anderen de schuld geven van dingen die fout liepen.

Had u reden om te klagen? Was u een moeilijke jongen?

MAHDI: Ik heb geluk gehad met een paar leerkrachten, zoals de vader van Vlaams minister Sven Gatz (Open VLD). Hij is altijd in mij blijven geloven. Tegelijkertijd is het jammer dat het van zulke toevalligheden afhangt. Want er zijn ook leerkrachten die je tegenwerken, vaak onbewust. ‘Waarom heb ik maar een 6 op 10 en krijgt mijn vriend voor dezelfde antwoorden een 8?’ ben ik eens gaan vragen. Het antwoord: ‘Voor jou is dat goed genoeg.’ Dat versterkt rebels gedrag. Als ze je een aap noemen, ga je je ook als een aap gedragen.

Ik ben ook bang geweest voor de politie. Soms ben ik dat nog. Mijn peter is politieagent. Hij is van politiezone veranderd om weg te kunnen uit de zone waar agenten alleen maar de (slaat in zijn vuist)‘bougnouls’(‘roetmoppen’, nvdr.) eens goed te grazen willen nemen.

Laatst mochten jongeren in Molenbeek een filmpje opnemen, het onderwerp mochten ze zelf kiezen. Weet je waar het over ging? Contrôle d’identité. Dat leeft bij die gasten: je zit te chillen op een bankje – en hop, je moet je identiteitskaart tonen. De identiteitscontrole als identiteit, als het ware.

De Brusselse jeugd heeft redenen om balorig te zijn?

MAHDI: Ja, maar ze moet de confrontatie niet zoeken. Je moet altijd bewijzen dat je beter bent. Ik word ook weleens afgeblaft door de politie. Dan laat ik dat over me heen gaan, waarna ik zeg dat ik de volgende keer graag een fatsoenlijk gesprek wil.

Hoe staat de hoofdstad ervoor, een jaar na de aanslagen?

MAHDI: Ik weet niet of wij nóg een 22 maart zouden overleven. Veel mensen geloven wel dat we er sterker kunnen uitkomen, maar de angst is toegenomen. Het is nu zaak om bepaalde politici ervan te overtuigen dat niet alle middelen goed zijn om die angst weg te nemen. Neem de militairen op straat: vlak na de aanslagen waren ze nodig, en ze leveren schitterend werk. Maar politici mogen hen niet als excuus gebruiken. Willen we oplossingen op lange termijn, dan zijn moedige beslissingen nodig.

Zoals?

MAHDI: Erken eindelijk de moskeeën die door de Staatsveiligheid zijn goedgekeurd. Zet de Saudi’s uit de Grote Moskee. Geef de politiezone Brussel-West meer geld. Molenbeek krijgt de laagste dotatie per hoofd van de bevolking! Maar wat zegt minister Jambon daarover? ‘Daaraan raken zou politieke zelfmoord zijn.’ (fel) Wel, mijn column over militairen op straat wás politieke zelfmoord. Maar voor mij telt mijn postje niet. Durven te zeggen wat nodig is: dáár draait het om.

Wat worden uw strijdpunten als Jong CD&V-voorzitter?

MAHDI: Rechtvaardige fiscaliteit, klimaat en leefmilieu en de gepolariseerde samenleving.

Rechtvaardige fiscaliteit: hét strijdpunt van de CD&V in de federale regering.

MAHDI: Wie een huis wil kopen, mag volgens de Nationale Bank maar 80 procent van het aankoopbedrag lenen. De rest moet je zelf inbrengen. Welke jongere kan dat, in godsnaam? Ik heb voor mijn notariskosten en registratierechten al het geld van mijn spaar- en zichtrekening samengelegd. Ik kwam 2 euro tekort. Als ik daarbovenop nog 20 procent van de aankoopprijs van mijn appartement zou moeten leggen, zou ik het pas op mijn vijfenveertigste kunnen kopen. We moeten niet de transactie maar het bezit belasten. Schaf de registratierechten af en pas het kadastraal inkomen aan – dat is al van 1979 geleden. ‘Dat is de doos van Pandora openen’, krijg ik van oudere politici te horen. Wat kan mij die doos schelen! Als ze open moet, moet ze open.

Wat met het klimaat?

MAHDI: De uitdaging is gigantisch. Tegen 2030 willen we 40 procent minder uitstoot dan in 1990. Of we dat halen, hangt van onze generatie af. De christendemocraten hebben daar al lang een saai woord voor: rentmeesterschap. Geef de wereld in een betere staat terug dan die waarin je haar gekregen hebt. Dat moeten we doen zonder naïviteit. Je kunt niet zomaar je kerncentrales sluiten en dan vuile energie uit het buitenland kopen. We zullen op Europees niveau moeten samenwerken. Met de Nederlanders, bijvoorbeeld: dankzij de ligging van hun land zijn hun windmolens efficiënter.

U wilt ook de gepolariseerde samenleving kalmeren.

MAHDI: Dat strijdpunt is vintage christendemocratie. De socialisten zijn er alleen voor de zwaksten: die moeten erop vooruitgaan, desnoods ten koste van de rijken. De liberalen draaien dat om: de middenstand moet vooruitgaan, desnoods ten koste van de zwakkeren. De CD&V is een volkspartij: wij zijn er voor iedereen. Voor een sterke samenleving heb je het moedige midden nodig. Ik hoop dat de mensen dat inzien.

Jong CD&V heeft zich altijd het ideologische geweten van de CD&V genoemd. Wilt u die rol blijven spelen?

MAHDI: Zeker. Die taak zal verscherpen naarmate we de verkiezingen van 2018 naderen. We willen niet de kant opgaan van het CDA van Sybrand Buma in Nederland. Zijn anti-islamdiscours of zijn pleidooi om elke ochtend in alle scholen het volkslied te zingen: daar verheug ik me echt niet in.

Bent u bereid om in de clinch te gaan met voorzitter Wouter Beke? Uw voorgangers Eric Van Rompuy en Ludwig Caluwé durfden de moederpartij in gevaar te brengen.

MAHDI: Jong CD&V is de enige jongerenpartij waarvan het voorzitterschap bezoldigd is: ik hoef niet te werken op een kabinet en ben onafhankelijk. Ik zal er niet voor terugdeinzen om in de clinch te gaan, maar ik ga ervan uit het niet nodig zal zijn. Ik heb vertrouwen in onze partij.

Is dat vertrouwen overeind gebleven met de vreemdelingenwet van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA)? CD&V-Kamerlid Nahima Lanjri is daar ziek van geweest, zei ze.

MAHDI: Die wet is minder straf dan zowel Francken als de oppositie laat uitschijnen. Francken zal, onder meer dankzij Nahima Lanjri, geen kruimeldieven kunnen uitzetten. Zijn wet viseert een kleine groep mensen die een gevaar voor ons land vormen. En vreemdelingen konden altijd al het land uitgezet worden. Alleen – en hier komt de kritiek – gaan we dat nu op een iets te efficiënte manier doen, door alle macht bij de Dienst Vreemdelingenzaken te leggen. Daar verzet ik me tegen.

(fors) Ik had het eigenlijk veel moeilijker met het voorstel van N-VA-volksvertegenwoordigster Sarah Smeyers om de nationaliteitsverwerving strenger te maken. Ik kreeg er kippenvel van. Voor het eerst in mijn leven stelde iemand uit een meerderheidspartij mijn nationaliteit en identiteit in vraag. Het geroep van Filip Dewinter (Vlaams Belang) deert me niet, maar dát heeft pijn gedaan. Nahima heeft fors gereageerd, maar het had meer mogen zijn.

Was Wouter Beke onvoldoende aanwezig in het debat?

MAHDI: Hij is een van de politici die het duidelijkst reageren wanneer groepen mensen verkeerd behandeld worden. Hij was de eerste die Unia, het gelijkekansencentrum, feliciteerde toen het geprezen werd door de Raad van Europa. Dat doet hij niet zomaar. Maar op Smeyers’ burgerschapsproef kun je niet hard genoeg reageren. We onderschatten de impact van zulke voorstellen op mensen met een migratieachtergrond. Uiteraard moet je je verzetten tegen de import van haatimams of buitenlandse verkiezingscampagnes. Maar kan dat alstublieft ook zonder hele bevolkingsgroepen te stigmatiseren? Ik heb een Iraakse papa en een Vlaamse mama: had ik op mijn achttiende dan een burgerschapsexamen moeten afleggen? Is dat ons antwoord op de angst bij de mensen? Nee, dat is misbruik. En dat is jammer, want ik deel sommige standpunten van de N-VA.

Zoals?

MAHDI: Haar kritiek op Unia. Ik heb een haat-liefdeverhouding met die instelling. Ze focust inderdaad te veel op bepaalde groepen. En haar voorstel om vacatures te reserveren voor allochtonen is onzin: ‘Hier, jij mag aan dit bureau gaan zitten omdat je een kleurtje hebt.’ De overheid moet ervoor zorgen dat iedereen gelijk aan de start begint, niet dat iedereen in een aparte baan loopt. Maar wanneer je Unia wegzet als een clubje voor ‘klagende allochtonen’, zoals Vlaams minister voor Gelijke Kansen Liesbeth Homans deed, dan ga ik meteen schouder aan schouder met Unia staan.

De N-VA voert de juiste strijd, maar op de verkeerde manier?

MAHDI: Ze wijzen terecht op responsabilisering. Ik heb in mijn vriendengroep vaak gehoord dat ‘ze’ ons toch nooit zullen aannemen. Ik werd uitgelachen toen ik solliciteerde bij het Europees Parlement: ‘Heb jij daar al ooit nen bruinen gezien?’ Maar er zijn ook andere verhalen, zoals van Jawad uit Molenbeek. Pas toen hij zijn sollicitatiebrief en cv met ‘Jeremy’ ondertekende, werd hij voor een gesprek uitgenodigd. Tegen die mensen zeg je maar beter niet: ‘Doe moeite en grijp je kansen.’ De overheid moet voor die kansen zorgen.

Hoe dan?

MAHDI: Bijvoorbeeld door blinde sollicitaties. Vooroordelen roei je daarmee niet uit, maar ze spelen dan tenminste geen rol meer in de beslissing om iemand een kans te geven. Bovendien is het goede pr: je toont dat het je menens is. Minister Homans mist die kans. Ze blijft liever ‘de zaken benoemen’ en zoekt excuus na excuus voor concrete maatregelen.

Hoe kijkt u naar de heisa die de Turkse verkiezingen in Nederland en België veroorzaken?

MAHDI: Ik vind niet dat je moet kunnen meestemmen in verkiezingen drieduizend kilometer verderop. Voor wie hier woont, is de sociale zekerheid of de arbeidsmarkt in Turkije toch niet relevant?

Ik zie het nut niet in van de dubbele nationaliteit – alsof één identiteitskaart staat voor één identiteit. Op die van mij staat ‘Belg’, maar ik heb roots in Irak, ik ben een Vlaamse Brusselaar, en ik ben katholiek, atheïstisch en islamitisch opgevoed.

Vanwaar komt die gevoeligheid bij de Belgische Turken?

MAHDI: Het is logisch dat je een land volgt waarmee je banden hebt. Ik spits de oren wanneer het over Irak gaat. Net zoals mijn vriendin, die Turkse wortels heeft, rechtop gaat zitten wanneer het op de radio over Turkije gaat. Het wordt problematisch als je niet luistert wanneer het woordje ‘België’ valt. Eens met een andere vlag zwaaien is geen probleem. Ik heb ook gejuicht toen het Iraakse elftal in 2007 de Asian Cup won.

De karikaturale vraag ligt voor de hand: als de Rode Duivels tegen de Leeuwen van Mesopotamië moeten spelen, voor wie supportert u dan?

MAHDI: De samenleving is geen voetbalwedstrijd. In het echte leven moet je toch helemaal niet kiezen? Daarom is die rel tussen Turkije en Nederland zo onrustwekkend: blijkbaar zijn er mensen die wél op die keuze aansturen.

Ik ben hier geboren en getogen. Ik ben trots op dit land. En ik heb affiniteit met een ander land, omdat mijn vader daarvandaan komt. Maar daarom heb ik nog geen identiteitsprobleem. Ik moet dus helemaal niet kiezen… Maar natuurlijk supporter ik voor België! Hoe vaker ik in een truitje van de Rode Duivels naar het Koning Boudewijnstadion kan gaan, hoe liever.

Wat vindt u van de plannen van Movement X-voorzitter Dyab Abou Jahjah voor een ‘allochtonenpartij’, naar het Nederlandse voorbeeld DENK?

MAHDI: Ik heb Movement X één keer bezig gezien. Ik wist meteen: ‘Als er iets is waar ik geen behoefte aan heb, dan wel dit: een groepje klagende mannen.’

Dyab klopt terecht op tafel over discriminatie. Maar dat kan ook zonder te zeggen dat ‘dé Belg’ een racist is, of dat er geen blank proletariaat meer bestaat. Dat is gewoon niet juist. Hij onderstreept vooral dat ‘het systeem’, ‘de blanke’, ‘het Westen’ tegen ‘ons’ zijn. (nadrukkelijk) Dat. Klopt. Niet. Als je dat ingelepeld krijgt, waarom zou je dan nog je best doen? Dan blijf je toch gewoon drugs verkopen aan metrostation Ribaucourt in Molenbeek? (MR-burgemeester Françoise Schepmans heeft daar een samenscholingsverbod ingesteld, nvdr.)

Ik neem het de mensen die die boodschap verspreiden kwalijk dat ze dat doen. Hun project is naïef en funest. Naïef, omdat ze doen uitschijnen dat de migrantengemeenschappen één pot nat zijn. Funest, omdat dat de polarisering voedt. Als er één positieve kant aan dat project zit – ik blijf CD&V’er – dan is het misschien deze: het kan een wake-upcall zijn voor de klassieke partijen. ‘Luister nu eindelijk echt en naar alle gemeenschappen.’

Ziet u vandaag rolmodellen voor jongeren met een migratieachtergrond?

MAHDI: Veel meer dan vroeger. Mensen als Rode Duivel Vincent Kompany en Bilal Benyaich, de politicoloog die nu diplomaat in Turkije is, stralen verstand en rust uit. Hen had ik tien jaar geleden willen ontmoeten.

(op dreef) Maar er komen er nog aangestormd. De jonge onderneemster Yasmien Naciri en Khalid El Jafoufi (bezieler van de islamitisch geïnspireerde studentenvereniging Mahara, nvdr.). Of Othman El Hammouchi uit Vilvoorde. Vorig jaar won hij de Belgische Filosofie Olympiade. Als zestienjarige! Hij is een indrukwekkende jongen, een even groot rolmodel als Barack Obama. Of neem de moslimjongeren achter Muslinked, die zich verenigen om hun gebrek aan een netwerk op te vangen.

Is dat geen nieuwe vorm van verzuiling?

MAHDI: Ze hebben me verzekerd dat het geen clubje voor moslims is. Ik hoop het. Dat is ook mijn kritiek op de klassieke jeugdverenigingen: door de verzuiling hebben ze de allochtone jongeren nooit bereikt. En dan krijg je Les Fourmis in Molenbeek, islamitische scouts. Zij mogen dat dan zelf een mooi project vinden, ik ben er de grootste tegenstander van. Onze samenleving is een en al diversiteit geworden. Niet de integratie maar de manier waarop we die diversiteit georganiseerd hebben, is mislukt. In mijn wijk in Molenbeek werkt het. Maar als ik de straat oversteek, kom ik in puur homogene buurten.

Bij de CD&V lukt het eveneens: er waren op jullie nieuwjaarsreceptie veel mensen ‘met een kleurtje’ en twee tafels met halalhapjes.

MAHDI: De CD&V is de partij die daar het meeste aan probeert te werken. Wouter Beke doet daar keiveel moeite voor. Hij zit vaak samen met de verschillende gemeenschappen. De CD&V is vooral een warme partij. Ze omarmt mensen, los van huidskleur of geloof.

Waar ziet u zichzelf in die omhelzing?

MAHDI: Ik ben gedoopt én besneden. Ik ga naar de moskee én de kerk. Thuis werd alles besproken, maar niets opgelegd. Ik alleen moest ontdekken waarin ik geloof. Er zitten in elke overtuiging belangrijke waarden. Het humanisme gaat uit van de mens, de islam predikt nederigheid, het christendom barmhartigheid. Ik draag dat allemaal in mij. En ik heb niet de behoefte om met één vlag te staan zwaaien.

Door SIMON DEMEULEMEESTER, foto’s MARC GYSENS

‘Jean-Luc Dehaene was mijn held. Ik hield van zijn no-nonsensestijl. Ik ben een nuchtere mens, ik heb weinig aan verhaaltjes over “Spreid je vleugels!”‘

‘Mijn column over militairen op straat was politieke zelfmoord. Maar voor mij telt mijn postje niet. Durven te zeggen wat nodig is: dáár draait het om.’

‘Jong CD&V is de enige jongerenpartij waarvan het voorzitterschap bezoldigd is: ik ben onafhankelijk.’

‘Sarah Smeyers (N-VA) was de eerste politicus uit een meerderheidspartij die mijn identiteit in vraag stelde. Dat deed pijn.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content