Rijksarchief waarschuwt: ‘Wetsherziening inlichtingenmethoden is aanslag op nationaal geheugen van onze staat’

© Belga
Kristof Clerix

Karel Velle, directeur van het Algemeen Rijksarchief, roept het parlement op om een artikel integraal te schrappen uit het wetsontwerp dat de toolbox van de Belgische inlichtingendiensten uitbreidt. Door dat artikel zouden de archieven van de inlichtingendiensten niet moeten worden overgebracht naar het Rijksarchief. ‘De impact van dit wetsontwerp op het toekomstig historisch onderzoek is catastrofaal.’

Vrijdag buigt de kamercommissie-Justitie zich over het wetsontwerp dat de zogenaamde Bijzondere Inlichtingenmethoden uitbreidt. Het parlement vroeg aan het Rijksarchief een schriftelijk advies, omdat één artikel in het wetsontwerp betrekking heeft op de archieven van de inlichtingendiensten. Het advies, dat Knack kon inkijken, is vernietigend: ‘Het Rijksarchief keurt het artikel resoluut af’ omdat het een ‘ernstig precedent’ schept en een ‘democratisch deficiet’ dreigt. ‘De impact van dit wetsontwerp op het toekomstig historisch onderzoek is catastrofaal’, klinkt het. ‘Dit sluit elke vorm van controle op de archieven van de inlichtingendiensten uit.’ En ook: ‘De voorgestelde maatregel is een regelrechte aanval op het collectief geheugen van de natie en zal tot gevolg hebben dat bepaalde overheden of actoren zich aan hun verantwoordingsplicht zullen kunnen onttrekken.’

Knack vroeg Rijksarchivaris Karel Velle om tekst en uitleg.

Is uw advies geen kommaneukerij waar enkel archivarissen van wakker liggen?

Velle: Neen, de archieven van de inlichtingendiensten hebben een groot maatschappelijk belang. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er in België heel wat nieuwe sociale en politieke bewegingen tot stand die opgevolgd werden door de inlichtingendiensten. Neem de Vlaams-nationalistische beweging, de communisten, de groene beweging, de vredesbeweging, religieuze bewegingen, sekten… Het archief van de Staatsveiligheid is bijzonder rijk, en vormt een complementaire bron voor de kennis van alle aspecten van de samenleving. Over alle grote politieke, sociale en economische crisismomenten van de voorbije zestig jaar zijn er zaken te vinden in het archief van de Staatsveiligheid.

Wat is eigenlijk uw probleem met het nieuwe wetsvoorstel?

Velle: De regering heeft besloten om naar aanleiding van de hervorming van de wet op de inlichtingendiensten ook de archiefwet aan te passen. Dat is heel opmerkelijk. De regering wil komaf maken met de verplichte overbrenging van de archieven van de Staatsveiligheid en de militaire inlichtingendienst ADIV naar het Rijksarchief. Volgens de huidige wet is de Staatsveiligheid verplicht haar archieven na dertig jaar over te brengen naar het Rijksarchief, voor de ADIV is dat na vijftig jaar.

Het voorbije decennium heeft het Rijksarchief ongelooflijk veel inspanningen gedaan om professionele, kwaliteitsvolle dienstverlening te bieden aan alle federale overheidsdiensten -de FODs Justitie, Financiën, Sociale Zekerheid en noem maar op. Wij krijgen applaus op alle banken. Het respect voor wat we doen groeit gestaag. Ik vind het dan ook ongepast dat twee federale overheidsdiensten stoemelings -want het is gebeurd zonder ons medeweten – zomaar eventjes zeggen: “Ach, die verplichte overbrenging, daar hebben wij lak aan.”

Rijksarchief waarschuwt: 'Wetsherziening inlichtingenmethoden is aanslag op nationaal geheugen van onze staat'
© Foto VSSE

In het wetsvoorstel staat toch dat de Rijksarchivaris wel zijn toezichtsfunctie over de archieven blijft behouden?

Velle: We mogen af en toe wel eens komen kijken. Dat is een belachelijke redenering. Maar het gaat nog verder. Het nieuwe wetsvoorstel stelt ook dat alle geclassificeerde stukken die de inlichtingendiensten ooit aan andere federale instanties hebben overgemaakt, moeten terugkeren naar de inlichtingendiensten zelf. Ik ben al sinds 1989 Rijksarchivaris… dit heb ik nog nooit meegemaakt. Men schrijft in het wetsvoorstel dus voor om een “restitutie-campagne” te organiseren. Er worden trouwens nu al stappen gezet om zo’n campagne voor te bereiden.

En het gaat nog verder. De regering wil de inlichtingendiensten zelf de macht toekennen om hun eigen archieven te vernietigen. Die vernietigingsbevoegdheid ligt al meer dan zestig jaar bij het Rijksarchief. In alle landen van de wereld is de nationale archivaris dé autoriteit die de vernietigingsbevoegdheid in zich draagt. Ik hou mijn hart vast voor hoe de Belgische inlichtingenarchieven er op termijn zullen uitzien, en op welke wijze nog aan verantwoording en onderzoek zal kunnen worden gedaan.

U klinkt erg boos.

Velle: Ik ben diep ontgoocheld. Dit voorstel gaat in tegen de principes van de logica, van het goed beheer én tegen alle regels die internationaal aanvaard zijn. Kijk naar de praktijk in het buitenland. In tal van landen -de VS, het UK, de Scandinavische landen, Bulgarije, Cyprus, Estland, Nederland, Slovenië, Luxemburg, Australië, Duitsland- kiest men voor de overdracht van historische archieven -of ze nu geclassificeerd zijn of niet- naar het nationaal archief. Kijk naar het Bundesarchief. Kijk naar de National Archives and Records Administration in Washington. Na verloop van tijd, zelfs al na 25 jaar, worden geclassificeerde stukken van historisch belang overgedragen. Bovendien bestaan er overal ter wereld declassificatieprocedures. België kiest voor een totaal andere aanpak. In NAVO-verband is dat onbegrijpelijk.

In België bestaat er nog altijd géén wetgeving om geheime documenten te declassificeren?

Velle: Inderdaad. In 2009 ging de toenmalige voorzitter van de Nationale Veiligheidsoverheid akkoord om een declassificatieprocedure wettelijk vast te leggen. Maar dat is er nooit van gekomen. Sindsdien heb ik het thema van declassificatie zowel bij Justitie als Defensie aangekaart. Zonder resultaat. Ik ben ontgoocheld dat men niet de moeite doet om de goede praktijken uit het buitenland te leren kennen, en erover een visie te ontwikkelen.

Mijn standpunt is duidelijk: in de wet moet zo’n declassificatieprocedure ingeschreven worden, die het veiligheidsniveau van een document herziet op geregelde tijdstippen. Punt. Ik voel me in dat standpunt gesteund door de Wetenschappelijke Raad van onze instelling en door het Comité I (dat namens het parlement de inlichtingendiensten controleert, nvdr), dat in 2011 dezelfde aanbeveling deed: declassificeer “geheime” documenten automatisch na 30 jaar en “zeer geheime” documenten na 50 jaar.’

Wanneer de personen die in zo’n inlichtingendossier genoemd worden intussen overleden zijn, dan moeten die documenten toch niet als ‘zeer geheim’ in de archieven van de inlichtingendiensten bewaard blijven? Declassificatie kost natuurlijk wel geld, en mogelijk schuilt daarin het probleem. In het NARA in Washington werken meer dan 1000 gepensioneerde federale ambtenaren aan het declassificatieprogramma. De VS declassificeren elk jaar miljoenen documenten. Maar België is natuurlijk van een heel andere orde.

Hoe zijn uw contacten met de inlichtingendiensten?

Velle: Al tien jaar probeer ik op een voorzichtige manier met de Belgische overheid in dialoog te treden over de inlichtingenarchieven. Met de voormalige administrateur-generaal van de Staatsveiligheid Koenraad Dassen had ik eigenlijk al een deal, maar hij is helaas vertrokken voor ik die kon uitvoeren. Er zijn zovele pogingen gevolgd, schriftelijk en mondeling, om over dit thema te praten. Maar die dialoog is er nooit van gekomen.

De inlichtingendiensten stellen dat hun archieven nog altijd van belang zijn voor hun werk vandaag. Bovendien zitten ze vol gevoelige gegevens. Dat zijn toch sterke argumenten?

Velle: Ik ben me absoluut bewust van de gevoeligheid van bepaalde informatie. Maar mijn punt is dat er goede praktijken en instrumenten bestaan die dit op een intelligente manier kunnen aanpakken. In het buitenland kan het toch ook? Ik vrees dat door dit wetsontwerp vroeg of laat -en zeker als de wet zal toelaten dat inlichtingendiensten zelf mogen beslissen over de vernietiging van archiefstukken- potentieel historisch waardevolle documenten verloren zullen gaan voor onderzoek. Dit is een aanslag op het nationaal geheugen van onze staat.

Het is niet zo dat de archieven van de inlichtingendiensten zomaar openbaar zouden zijn zodra ze naar het Rijksarchief worden overgebracht. Voor onze 20ste eeuwse archieven geldt meestal een beperking op de raadpleegbaarheid. Je moet bijvoorbeeld toestemming vragen aan het College van Procureurs-generaal om bepaalde archiefstukken te mogen inkijken. Bovendien moet je een belang bewijzen, zoals een familieband kunnen aantonen. Wij vragen onderzoekers soms ook om een onderzoeksverklaring te ondertekenen, waarin ze beloven rekening te houden met privacy en andere belangen. Er bestaan tientallen regels die de raadpleegbaarheid beperken.

Uw baas, staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid Elke Sleurs, behoort net als de mede-indiener van het wetsontwerp, defensieminister Steven Vandeput, tot de N-VA.

Velle: Ik probeer me in de geest van de kabinetten de verplaatsen. Ik denk dat men zich vergist heeft, en met te weinig kennis van zaken dit artikel in het zeer uitgebreide wetsontwerp over de herziening van de BIM heeft opgenomen. Ik denk dat de juridische experts van de kabinetten dit onderschat hebben, omdat men vooral aandacht had voor de andere aspecten van het wetsontwerp.

Het kabinet-Sleurs steunt mij in mijn analyse. We hebben stappen ondernomen richting Defensie om dit te counteren en te vragen dat de redelijkheid, wijsheid en het gezond verstand zouden terugkeren. Maar er bestond al een politieke consensus over. Mijn enige hoop nu is dat die redelijkheid terugkeert in het parlementaire debat.

En anders?

Velle: Laat men dit passeren, dan vrees ik dat het buitenland vol onbegrip zal reageren. Het imago van België staat hier op het spel. Eigenlijk zijn er maar twee opties: ofwel dit artikel schrappen uit het wetsontwerp, ofwel het vervangen door het principe van declassificatie. Ik hoop dat de politieke meerderheid inziet dat zij hier te snel zijn gegaan.

Voor alle duidelijkheid: ik denk niet dat er kwade bedoelingen schuilgaan achter dit voorstel. Ik verwacht niet dat de inlichtingendiensten nu holderdebolder allerlei archiefstukken gaan doen verdwijnen. Maar ik vrees wel dat er vroeg of laat accidenten gaan gebeuren. Nog los van de vernietiging vrees ik ook voor het plan om documenten terug te vragen die de inlichtingendiensten naar andere overheidsdepartementen hebben opgestuurd. Want dat leidt ertoe dat in de archieven van die overheidsdepartementen de context totaal verloren gaat. Hoe kun je als journalist of historicus een besluitvormingsproces reconstrueren, om meer historisch inzicht te hebben, wanneer de archieven uit mekaar zijn gerukt?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content