Vrije Tribune

Resultaten PISA: ‘Wanneer komt er onderzoek dat een reële impact heeft op de onderwijspraktijk?’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

In de voorbije 15 jaar namen we na iedere PISA-test akte van de kenniskloof. Maar de vaststellingen leiden overduidelijk niet tot verbetering, schrijven Els Consuegra en Nadine Engels (VUB).

Het meest recente PISA-onderzoek doet belangrijke vaststellingen over de toenemende onderwijsongelijkheid in Vlaanderen. In de voorbije 15 jaar namen we na iedere PISA-test akte van de kenniskloof. De vaststellingen leiden overduidelijk niet tot verbetering; is het geen tijd om over de brug te komen met onderzoek dat een reële impact heeft op de onderwijspraktijk?

De groeiende onderwijsongelijkheid in Vlaanderen haalt regelmatig de krantenkoppen. Ook de mechanismen die aan de basis liggen van deze onderwijsongelijkheid zijn gekend: een gesegregeerd onderwijssysteem met concentratiescholen, een gebrek aan ouderlijke betrokkenheid, het stellen van te lage verwachtingen, onbewuste discriminatie door leraren, een hoog verloop van startende leerkrachten in de meest uitdagende scholen, een te lage participatie aan kleuteronderwijs van kansengroepen, etc.

Resultaten PISA: ‘Wanneer komt er onderzoek dat een reële impact heeft op de onderwijspraktijk?

In Brussel hebben heel wat kinderen door het capaciteitstekort zelfs niet de kans om in het kleuteronderwijs te starten. Ze missen stimulerende ontwikkelingstrajecten op gebied van taal, cognitieve vaardigheden en sociaal-emotionele vaardigheden. Hun rugzakje dat al zwaarder woog door een achterstandsituatie op het thuisfront, wordt nog verzwaard. Ze komen in het lager onderwijs zonder de cognitieve en sociale vaardigheden die leraren behagen. Ze cumuleren risico’s en de achterstand wordt meestal niet meer goedgemaakt.

Door de vele inspanningen van onderzoekers en onderwijsprofessionals is de voorbije jaren de kennis over omgaan met diversiteit op school gigantisch toegenomen. Toch ontkennen veel mensen nog steeds dat er iets moet veranderen aan de manier waarop we ons onderwijs vandaag organiseren. Deze ongelijkheidsontkenners weigeren – zoals ook klimaatontkenners dat doen – verantwoordelijkheid te nemen voor de veranderende samenleving waarmee ze te maken hebben.

Nood aan onderzoek dat de realiteit kan veranderen

Niet alleen ons onderwijssysteem is toe aan verandering, ook andere systemen moeten we kritisch durven evalueren. Een toenemende groep kinderen zit op het kruispunt van verschillende problematieken (bv. armoede, laag opgeleide ouders, beperkte kennis van het Nederlands) en uit buitenlandse initiatieven in bv. Finland en het Verenigd Koninkrijk weten we dat de meest effectieve strategieën om onderwijsongelijkheid aan te pakken de zogenaamde ‘wrap around’-strategieën zijn. Hierbij werken meerdere subsystemen van een beleid samen om zorg voor het kind op te zetten: leerlingen worden uitgedaagd in het onderwijs en tegelijk krijgen ouders opvoedingsondersteuning van welzijnswerkers. Integrale benaderingen waar meerdere partners zoals onderwijs, armoedebestrijding, welzijnswerk, culturele partners, jeugdzorg, gezondheidzorg … samenwerken zijn dé sleutel. Inspelen op één factor, brengt geen zoden aan de dijk.

Het PISA-programma is bijzonder waardevol om de problematiek van onderwijsongelijkheid op systematisch basis te monitoren. Echter, dit soort onderzoek zal de realiteit niet veranderen. Het is dringend tijd voor investeringen in meer toegepast onderzoek dat in samenwerking met de praktijk experimenten opzet om de onderwijsongelijkheid niet alleen te beschrijven maar ze ook daadwerkelijk te veranderen.

Prof. dr. Els Consuegra (pedagoog, VUB)

Prof. dr. Nadine Engels (pedagoog, VUB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content