Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Politiek correct wegkijken als godsdienstvrijheid dreigt te botsen met vrouwenrechten’

‘Feministes die in de vorige eeuw gestreden hebben voor vestimentaire en seksuele vrijheid, verdrinken nu in het bad van de collectieve zelfverloochening. Ruimdenkendheid stopt als het dreigt te vloeken met de archaïsche waarden van de islam’, Jean-Marie Dedecker viert Vrouwendag in het Schaduwparlement.

Overal in de wereld wordt op 8 maart de Internationale Dag van de Vrouw gevierd. Onze suffragettes hebben er 11 november nog aan toegevoegd als bisnummer: de Nationale Vrouwendag. Het kalenderverdriet voor WO I wordt dan altijd samen herdacht met de kalendervreugde van de Nationale Vrouwendag. Niet omdat het op die dag Wapenstilstand is tussen de seksen, maar omdat de Franse super feministe Simone de Beauvoir in 1972 op die bewuste dag een gaatje in haar kalender vond om onze Dolle Mina ’s hier te lande een riem onder het revolutionaire hart te komen steken. Simone had beter een andere dag uitgekozen. De belangstelling voor de feestdag van haar volgelingen wordt telkenjare mediatiek overstemd door het sluitingsfeest van de Boekenbeurs en de herdenking van de Eerste Wereldoorlog.

‘Alimentatiefonds is pleister op houten been’

Dit jaar verdiende echter speciale aandacht naast het feit dat het vrouwenoverlegcomité wel een punt had door het armoedepeil aan te klagen bij het vrouwelijke deel van de bevolking. Het armoederisico bij eenoudergezinnen is 34 procent. Dat is echter niet zozeer door de regeringsmaatregelen, maar door ons gewijzigd maatschappelijk systeem. De armoedegrens voor een gezin met twee kinderen ligt op 2.044 euro per maand (de fiscus legt daarop zelfs een marginale belasting van 40 procent). Als de koek bij echtscheiding verdeeld wordt, wordt de man financieel gecastreerd en wordt het ganse gezin tot de bedelstaf veroordeeld. Bezint voor je begint want scheiden doet lijden. In een samenleving waar er evenveel gescheiden als getrouwd wordt, is het alimentatiefonds maar een pleister op een houten been.

‘Mannen blijken voor IQ te vallen, meer dan voor wulpse kenmerken’

Er zijn echter twee historische gebeurtenissen die op de Nationale vrouwendag meer aandacht hadden verdiend. Het is exact een eeuw geleden dat de Amerikaanse Mary Phelps Jones een patent aanvroeg voor een beha met schouderbandjes, de bevrijding voor de vrouw van het knellende korset en van het zandloperfiguurtje. Precies honderd jaar later pakt een Vlaams weekblad uit met de “dag van de decolleté” en publiceert, paradoxaal genoeg, de Universiteit van Utrecht een wereldschokkende studie dat mannen in de eerste plaats vallen voor het IQ en de mooie ogen van de vrouwen dan voor andere meer wulpse natuurlijke kenmerken. Gedaan met de billen- en borstenman. De intelligente “ogenman” is nu de hype. Zelfs een B-cup volstaat volgens de Utrechtse bollebozen om aan zijn sensuele behoeften te voldoen.

De dictatuur van de cupmaat van A tot F werd pas later geïntroduceerd door de Warner Brothers Corset Company in 1935, en sedert de siliconenrage wordt de cupmaat uitgedrukt met de andere helft van het alfabet. Het kan verkeren. Alhoewel, omgekeerd weet ik het niet zo zeker. Als ik het blonde leger voetbalvrouwen zie, met botox opgepompte praalgraven op stiletto’s, dan heb ik de indruk dat ze eerder vallen voor de portefeuille van hun sjotter dan voor zijn IQ. Vele voetballers hebben zelfs het alfabet op hun armen getatoeëerd om de naam van hun laatste verovering te kunnen spellen. Lingeriegesprekken met een hoog testosterongehalte hebben altijd succes in het sportmilieu. Geld en macht zijn het beste afrodisiacum. Het maakt zelfs lelijke mensen mooi. Maar dit terzijde.

‘Ruimdenkendheid stopt als het dreigt te vloeken met archaïsche waarden van de islam’

Het is ook een eeuw geleden,( 04/06/1913), dat de Britse suffragette Emily Davison op de Epsom Derby, met twee feministische strijdvlaggen in de hand, voor het renpaard van Koning George V sprong. Ze werd vertrappeld en haar martelaarschap voor het vrouwenstemrecht kostte haar het leven. Dankzij hun heldhaftigheid in WO I kregen de Britse vrouwen met de wapenstilstand eindelijk hun suffrage (stemrecht) in 1918. Het zou nog tot 1948 duren vooraleer dit ook hier te lande gebeurde, merkwaardig genoeg onder druk van de Christelijke Volkspartij. Socialisten waren toen tegen omdat ze vreesden dat de huisvrouwen, onder druk van de kerk, katholiek zouden stemmen. Het was niet de laatste keer dat diegenen die zich sociaal en progressief noemen de emancipatorische klok terug draaiden. Vandaag kijken ze ook politiek correct weg als de godsdienstvrijheid dreigt te botsen met de vrouwenrechten.

Onze feministes, dolle mina ’s en voorvechters van de vrouwenbeweging, die in de vorige eeuw succesrijk gestreden hebben voor vestimentaire en seksuele vrijheid, verdrinken nu in het bad van de collectieve zelfverloochening als het bijvoorbeeld gaat over het religieuze conservatisme van de allochtoon. De ruimdenkendheid van de witte progressieve tantes van ideologisch bouwjaar ’68 die gevochten hebben tegen de dwingelandij van paters en nonnen, die baas in eigen buik wilden zijn en zelfs de beha een belemmering van hun borsten vonden, houdt nu blijkbaar op wanneer ze dreigt te vloeken met de archaïsche waarden van de islam. Politieke zieltjeswinst ter linker- of ter rechterzijde is niet zelden belangrijker dan ideologische rechtlijnigheid en rechtvaardigheid.

‘Verongelijkste kneuterigheid’

Moderne feministen zijn minder strijdbaar. Het zijn eerder adepten van George Brassens ” mourrons pour des idées, d’accord, mais de mort lente“. Hun kaakslagfeminisme heeft een hoge graad van verongelijkte kneuterigheid gekregen. Twee volksvertegenwoordig(st)ers van de CD&V willen nu bij wet het woord “geneesheer” uit de Dikke Van Dale schrappen en vervangen door het gender neutrale “arts”. Of het woord vroedvrouw ook een vroedman aan haar zijde krijgt, of Zwarte Piet een Zwarte Miet, hebben ze niet gezegd.

Eén van de twee heb ik vorige week in het heetst van een politiek debat aan de Antwerpse Unief “mijn zoetje” genoemd. Vroeger een compliment maar nu blijkbaar een seksistisch scheldwoord. In een week dat het Hollaback-filmpje over een vrouw die 10 uur lang door New York flaneerde evenveel selectieve verontwaardiging als afkeer uitlokte, werd ik net niet gelyncht. Ik hou van kunst op hoge hakken en kom uit een tijd dat een gezonde bouwvakker om de twee minuten nog aan seks mocht denken en dat onze wulpse deernen nog in minirok en decolleté met gerust gemoed voorbij een bouwwerf konden paraderen. Dat ontlokte hoogstens een sporadisch fluitconcert en streelde meestal even sterk het ego van de gelegenheidsmannequin als dat het de testosteronspiegel van de mannen deed dalen.

‘Op weg naar Brave New World’

God heeft de man hersens en een penis gegeven, maar niet genoeg bloed om die twee tegelijk te doen werken, zei wijlen Robin Williams ooit.

Het denigrerend gesis en straatgedrag van allochtone macho’s, pauwen met een grote staart en een korte lont, opgevoed in een religiebesef dat de taak van een vrouw zich beperkt tot zoontjesfabriek, heeft de tolerantieklok doen terugdraaien. Door politieke correctheid en overgevoeligheid worden we nu meegezogen in een allesoverheersende discriminatievrees. De vrouw mag niet meer denken “all right girl, je bent nog aantrekkelijk” en “ogenmannen” moeten hun coquetterie nu fluiten op de tonen van Willem Vermandere of ze riskeren een jaar cel en 6.000 euro boete, dankzij de doorgeschoten seksismewet van Madame Non. Het zoveelste opstapje naar Brave New World.

Elf november heb ik gevierd aan de rand van de boksring in Zwevezele. Wereldkampioene Delphine Persoon gaf er boksles voor mannelijke pugilisten in de hardste en virielste sport die er bestaat. Voor mij de (sport)vrouw van ’t jaar. Ik heb gefloten!

Partner Content