‘Politie van Mechelen kende schuiladres van Abdeslam al 4 maanden’

Onderzoek in de Vierwindenstraat in Molenbeek © BELGA

De lokale politie van Mechelen beschikte begin december 2015 al over mogelijk cruciale informatie over het schuiladres waar Salah Abdeslam vorige week werd gearresteerd. Het rapport dat daarover werd opgesteld, zou maandenlang zijn tegengehouden door de korpsleiding. Het Comité P onderzoekt de zaak.

Dat schrijven Gazet van Antwerpen, Het Belang van Limburg, Het Nieuwsblad en Het Laatste Nieuws.

De Mechelse politie kreeg eind november vanuit Molenbeek een tip over Abid Aberkan, een neef van Salah Abdeslam, die aan het radicaliseren zou zijn. Op 7 december 2015 maakte de vreemdelingenpolitie van Mechelen daarover een informatierapport op. De opstellers van het rapport vermeldden expliciet dat Aberkan, de zoon van Djamila Mohamed uit de Vierwindenstraat, volgens hun bronnen “contacten zou hebben gehad met de broers Abdeslam”.

Het rapport dateert van drie weken na de aanslagen in ­Parijs, op het moment dat in Brussel terreurniveau 4 van kracht was.

On hold

Vier maanden later werd Abdeslam opgepakt in de woning van Mohamed.

Volgens de kranten werd het rapport echter nooit doorgestuurd naar de politiedatabank ANG, wat nochtans volgens de richtlijnen zou moeten gebeurd zijn, maar werd het enkele maanden “on hold” gezet door de Mechelse korpschef.

Het Comité P. zal nu onderzoeken of de informatie op een andere manier werd overgemaakt aan het federaal parket en de terrorismespeurders, en of Abdeslam vroeger had kunnen opgepakt worden als de informatie wel correct was doorgegeven.

Als de richtlijnen niet werden nageleefd, “dan kunnen wij de individuele verantwoordelijkheden aflijnen en mogelijke schuldigen aanduiden”, aldus de woordvoerder van Comité P.

(Belga/RR)

Partner Content