Jean-Marie Dedecker (LDD)

‘Ontslag Karl Drabbe: ‘Gauche caviar’ verdraagt geen Vlaams engagement’

‘Onze gesubsidieerde cultuurcenakels bulken van de politieke correctheid en van de uitsluitingsmechanismen voor tegengestelde meningen die hun gedachtengoed aantasten’, schrijft Jean-Marie Dedecker naar aanleiding van het veel besproken ontslag van Karl Drabbe bij uitgeverij Pelckmans.

De Vlaamse literaire uitgeverswereld is een microkosmos, een mini sterrenstelsel bevolkt door een hond en een paardenkop. Toch kroop half opiniërend Vlaanderen afgelopen week verontwaardigd in de pen om het plotse ontslag van Karl Drabbe bij uitgeverij Pelckmans-Polis te becommentariëren. Na 17 jaar trouwe dienst en kameraadschap met zijn baas Thom Pelckmans werd Karl bij het huisvuil gezet van de uitgeverij met dezelfde naam. In zijn ontslagbrief werd Karl gedwongen om een clausule van zwijgplicht te ondertekenen zoniet zou hij geen opstapvergoeding uitbetaald krijgen. De geruchtenmolen begon te draaien. Karaktermoord met voorbedachten rade en een opiniedelict. Pelckmans praatte, Drabbe zweeg.

‘De zaak-Drabbe: ‘Gauche caviar’ verdraagt geen Vlaams engagement’

Karl is al een kwarteeuw Vlaams-Nationalist, gepokt en gemazzeld in de ideologische studentenwereld van het Leuvense KVHV (Katholiek Vlaams Hoogstudenten Verbond) waarvan hij, als notoir atheïst, nochtans zelf nooit lid was. In 2002 gaf hij Dewevers eerste boek uit “Vlaamse vaandels, rode petten”. Hij engageerde zich ook jaren geleden al voor de Vlaamsgezinde opiniesite Doorbraak.be. Dit engagement werd een alibi voor de linkse politiek correcte kerk om Karl in de rechtse (katholieke) hoek te stigmatiseren.

Nochtans bouwde hij een algemeen literair fonds uit voor zijn- hoofdzakelijk educatieve- uitgever Pelckmans, onder het motto ontzuiling en diversiteit, wars van links of rechts. Een pluralistische bibliotheek met zelfs meer linkse dan rechtse auteurs, van Walter Zinzen tot Ludo Abicht en Johan Leman, en met roeptoeters als Dyab Abou Jahjah. Dit tot grote tevredenheid van zijn baas. Hij kreeg nooit een evaluatie- of functioneringsgesprek. “Als het niet goed zou zijn, dan had je het geweten” zei Thom. Met een nettowinst van 3 miljoen euro per jaar rinkelde de kassa bij Pelckmans. Toen ik hem begin dit jaar op een literaire avond ontmoette had men hem nog maar net een dikke Duitse salariswagen onder zijn kont geschoven. De klassieke loonsverhoging om aan de wurggreep van onze exorbitante sociale lasten te ontsnappen.

Literair kippenhok

Hij haalde zelfs Harold Polis van de Bezige Bij naar Pelckmans, nadat de Bij in Antwerpen haar literaire bijenkorf op slot deed. De bijenkorf van Polis bestond uit een zwerm politiek correcte auteurs. Ze kregen bij de rechtse imker Drabbe een nieuwe start. Huisje weltevree werd verstoord met de komst van Eric Willems in mei 2015, als nieuwe manager. De man had carrière gemaakt bij de afdeling stripboeken van de Standaarduitgeverij, bij WPG en bij Audax.

Voor twee hanen op een mesthoop is er al geen plaats, laat staan in een literair kippenhok. Karl werd aangemaand zijn engagement voor Doorbraak.be stop te zetten. Gauche caviar verdraagt geen Vlaams engagement.

Wat Drabbe stapsgewijs ook deed, eerst als schrijver, dan uit de kern- en eindredactie en in augustus uiteindelijk uit de Raad van Bestuur van Doorbraak. De publicatie achteraf van een oud artikel uit 1996 van zijn pen naar aanleiding van het overlijden van de faciliteitenburgemeester van Strombeek-Bever Ernest Soens, werd hem meteen als een “zware fout” aangerekend. Een week later volgde zijn ontslag …

Lawaai in huis

De werkelijke reden voor zijn gedwongen exit was echter van politiek ideologisch aard, namelijk het op stapel staande nieuwe boek van Wim van Rooy: ‘Waarover men niet spreekt, bezonken gedachten over postmodernisme, Europa, islam’. In 2010 had Wim Van Rooy al “Kritische assays over een politieke religie, de islam”, gepubliceerd bij ASP (Academic & Scientific Publishers). Daarover schreef Geert van Istendael: ‘Elk democratisch debat is gebaat bij een zo breed mogelijke basis van ideeën, feiten, meningen. Niets wegmoffelen, geen taboes, dat is het devies. Niets is vergeven boven kritiek. Oneens? Des te beter. Waar hebben we anders democratische debatten voor? Er moet lawaai zijn in huis, zoals mijn grootvader zaliger placht te zeggen. Daarom alleen al is dit boek belangrijk. Zeg maar onmisbaar.’

Karl had zes kritiekvolle gesprekken met Van Rooy over de inhoud en de vorm (o.a. te veel herhalingen en te volumineus). Eric Willems verweet hem alleen de eerste drukproef gelezen te hebben en niet het manuscript. Hij vond het boek discriminerend en racistisch en weigerde het te publiceren. Volgens hun dadingsovereenkomst kreeg Van Rooy de drukproef tegen… zwijgplicht, waaraan geen van beide zich hield en de zwartepiet werd doorgespeeld naar Karl Drabbe.

‘Van een uitgever, die marktleider is in educatieve publicaties, verwacht je een minimale culturele en literaire meerstemmigheid.’

Karl Drabbe werd gedefenestreerd langs het kelderraampje, maar het groeide uit tot een “affaire” die de ideologisch neutrale vitrinekast van Pelckmans-Polis aan diggelen gooide. Elke uitgeverij heeft het recht de boeken te publiceren die ze zelf wilt. Maar van een uitgever, die marktleider is in educatieve publicaties, verwacht je een minimale culturele en literaire meerstemmigheid, evenals een open debat in voor- en tegenspraak. Onze gesubsidieerde cultuurcenakels bulken van de politieke correctheid en van de uitsluitingsmechanismen voor tegengestelde meningen die hun gedachtengoed aantasten. Framing, shaming en uitsluiting. Te veel “rechtse” schrijvers in het portfolio is zelfs gevaarlijk voor een uitgever. In De Morgen van 03/09/2011 verklaarde uitgever André Van Halewyck nog: “Onze relatie met Tom Lanoye is sterk bekoeld sinds we Dedecker publiceerden”.

Zelfcensuur is echter de ergste vorm van censuur. Ze doodt de creativiteit.

De censuur van de katholieke kerk, de index librorum prohibitorum ontstond in de vijfde eeuw van onze tijdrekening en ze werd pas in 1966 afgeschaft. In zijn Areopagitica schreef de Engelse dichter John Milton in 1644 dat geen enkel boek mocht verboden worden voor het gedrukt was. Vandaag heerst er een Pensée Unique bij de uitgevers die zelfs het drukken van tegenstrijdige boeken trachten te verhinderen.

‘Ik ben altijd op mijn hoede voor mensen die zichzelf revolutionair noemen.’

Tussen 1706 en 1788 werden er in Frankrijk 28.877 aanvragen tot publicatie ingediend bij de “Directeur de la Librairie” want wie een boek wilde publiceren moest daarvoor toestemming vragen. Amper in 40% van de gevallen werd toestemming gegeven. Voltaire vond de druk van de Franse censuur zo ondraaglijk dat hij in Genève ging wonen. Naar aanleiding van de dag van het boek vroeg uitgever Willy Haas begin 1933 aan alle Duitse schrijvers om hun mening te geven over de rol van de literatuur in de moderne samenleving. Erich Kästner, auteur van ‘ Drei Männer im Schnee’, schreef het volgende op 17 maart 1933: ‘Er zijn schrijvers, die eisen, dat men de meningen van anderen verbiedt en er zijn schrijvers, die geloven dat men de eigen mening kan verbieden. De weinigen die overblijven, horen in weerwil van al hun verschillen samen. En alleen zij zijn van belang.’

Kästner dook onder en pas op 10 mei 1958 op een bijeenkomst van schrijvers kon hij vertellen wat hij op 10 mei 1933 had meegemaakt: het vuur werd gestoken in de hoge stapels boeken die overijverige studenten en burgers in de loop van de dag hadden bijeengebracht. “Een revolutionair moet alles kunnen.” zei Goebbels toen. “Hij moet even groot zijn in het omverhalen van wat onwaardig is, als in het opbouwen van het waardevolle.” (bron: ‘Misdaad en boete’ van M. Gevaert)

Ik ben altijd op mijn hoede voor mensen die zichzelf revolutionair noemen, opleggen wat een andere mag denken en de vrije meningsuiting willen beknotten.

Partner Content