Migratie toen en nu: Sterke vrouwen

In de reeks Migratie, toen en nu komen jongeren tussen 15 en 30 met een migratieachtergrond aan het woord.

Naar aanleiding van 50 jaar Turkse en Marokkaanse migratie lanceert politiek filosoof en Brusselaar Bleri Lleshi samen met Knack.be de reeks Migratie, toen en nu. In deze reeks komen jongeren met een migratieachtergrond tussen 15 en 30 jaar aan het woord. Ze vertellen over het migratieverhaal van hun ouders of grootouders, maar ook wat dat verhaal vandaag voor hen betekent.

Toen ik 17 was, heeft mijn grootmoeder een aantal maanden bij ons gewoond. We hadden regelmatig ruzie. Het is voor een Chileense niet meer dan normaal dat de grootmoeder de plak zwaait. Als Belgische puber had ik daar andere ideeën over. Ik vond dat enkel mijn moeder iets over mij te zeggen had. Vorig jaar stuurde ik mijn oma een brief om me te verontschuldigen, en om haar te duiden dat de oorzaak in het cultuurverschil lag.

Mijn grootmoeder langs vaders kant werkte voor het blad ‘Anàlisis’. Een van de weinige kritische media tijdens het Pinochet regime dat de corruptie van de overheid en de schending van de mensenrechten aankaartte. Het blad zou later moeten sluiten en de journalisten werden vervolgd. Dit hield mijn oma niet tegen want zij leefde voor haar werk.

In 1982, een jaar voor mijn geboorte, vluchtte mijn oma naar Parijs waar ze zich omschoolde tot sociaal werkster. Om daar met junkies, daklozen en prostituees te werken in het beruchte 10de arrondissement. Of het nu in Chili of Parijs was, haar engagement voor de mensen bleef hetzelfde.

Mijn grootmoeder langs moeders kant was even toegewijd aan de samenleving. Zij was haar hele leven kleermaakster, en voedde drie kinderen op als alleenstaande vrouw. Ze was ook een mirista, actief lid van de Movimiento de Izquierda Revolucionaria (M.I.R). De revolutionaire beweging M.I.R. ontstond naar aanleiding van de dictatuur in Chili onder generaal Pinochet. In die tijd werden bij mijn oma thuis geheime bijeenkomsten gehouden.

Migratie toen en nu: Sterke vrouwen

Francisca Perez Ortega

Op aandringen van mijn grootmoeders zijn mijn ouders Chili ontvlucht. Hun veiligheid stond op het spel. Mijn ouders wilden een betere toekomst voor mijn broer en mij. Van die periode kan ik me niets herinneren. Ik weet dat we met vier waren. Ik was drie, mijn broer was één, mijn moeder 23 en mijn vader 27 jaar oud. Het was januari 1987 toen we in België aankwamen. Een nieuw land, een nieuw leven.

Mijn ouders gingen al snel uiteen en mijn moeder voedde ons alleen op. Ik heb bewondering voor wat ze deed. Hier was ze dan, een alleenstaande moeder van twee kinderen. In een land waar ze geen enkele van de landstalen sprak, en waar ze zelfs in het begin niet mocht werken aangezien ze politiek vluchtelinge was. Haar familie en vrienden bevonden zich aan de andere kant van de wereld.

Ik groeide op in een rustige gemeente aan de rand van Brussel. Ik was altijd en overal de eerste buitenlandse. Het eerste buitenlands gezin in onze straat, de eerste buitenlandse op school, de buitenlandse in de vriendenkring…

Ik voelde me een individu tussen twee werelden in. Ik was geen Chileense; ik heb zelfs geen herinneringen aan mijn geboorteland. Maar een echte Belgische was ik ook niet; daar werd ik op tijd en stond wel op gewezen. Want hoe ouder ik werd, hoe groter mijn sociaal netwerk, hoe vaker de nadruk op mijn “roots” werd gelegd door anderen. Het zorgde ervoor dat de zoektocht naar mijn eigen identiteit dubbel zo moeilijk was. Intussen is het duidelijk. Ik voel me bovenal Belgische, in de tweede plaats Brusselaar en als allerlaatste Chileense.

Al mijn herinneringen zijn verbonden aan dit land. Eén van mijn eerste herinneringen gaat over mijn eerste school. Pas in België aangespoeld sprak ik geen woord Nederlands. Ik weende wekenlang hele dagen, omdat ik niemand kon verstaan. Mijn moeder vertelt dat ik haar gedurende ons eerste jaar in België iedere dag vroeg wanneer we terug naar huis zouden gaan.

Al mijn herinneringen zijn verbonden aan dit land

Francisca Perez Ortega

Op mijn tweede school ging het beter. Ik leerde Nederlands op een half jaar tijd. In de lagere school was ik altijd één van de beste drie leerlingen van de klas. In het secundair keerde dit al snel, en belandde ik al gauw in het Belgische watervalsysteem. Ieder jaar ‘zakte’ ik van richting, en ik moest ook een aantal keren mijn jaar overdoen. Ik kreeg altijd het advies om van richting te veranderen en volgde geen enkele richting twee jaar na elkaar. In het zesde jaar hoorde ik bij de top drie van de klas, maar buisde ik op mijn eindwerk. Mijn promotor had me niet de nodige informatie doorgegeven om op tijd mijn eindwerk in te dienen. En dus voltooide ik mijn laatste jaar zonder mijn middelbaar diploma te halen.

Ik had nooit leren studeren. En hoe kan een kind nu thuis geholpen worden, als de ouders niet eens de taal machtig zijn? Ik heb uiteindelijk mijn middelbaar diploma nog altijd niet gehaald. Maar intussen ben ik wel op basis van een assessment toegelaten aan een hogeschool in Brussel, waar ik nu verpleegkunde studeer.

Ik ben al 21 jaar niet meer in Chili geweest. Het zou fijn zijn om eens naar Chili te gaan, om eindelijk mijn familie te ontmoeten.

Francisca Perez Ortega
Francisca Perez Ortega© Safiye Bingöl

Zodra ik mijn diploma heb zou ik graag eens tijdelijk naar het buitenland trekken. Niet per se naar Chili, eerder naar het noorden. Dat is denk ik het voordeel van kind van migranten te zijn, het feit dat ik overal kan aarden en een groot aanpassingsvermogen heb.

Francisca Perez Ortega is 30 jaar

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content