Vrije Tribune

Mannenmishandeling: ‘Ik kreeg uit het niets een rake slag in het gezicht’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

‘1 op de 5 mannen is slachtoffer van partnergeweld’. Knack bracht de studie onder de aandacht, een man getuigt: ‘Ik had in haar geen gewelddadig persoon gezien. En ik vermoed de meeste andere mensen ook niet.’

Knack besteedde onlangs uitgebreid aandacht aan mannenmishandeling.

‘Internationale studies tonen dat een op de vier vrouwen een vorm van partnergeweld meemaakt, maar dat ook een op de vijf mannen soortgelijke ervaringen heeft. Sommige studies doen zelfs vermoeden dat er amper een verschil is tussen de genders.’

‘Voor veel mensen is geweld fysiek, maar iemand isoleren, financieel uitpersen, fysiek of emotioneel verwaarlozen, afkraken of dreigen met het afnemen van kinderen, zijn ook vormen van geweld.’

Twee jaar geleden maakte ik het zelf mee. Ik leerde haar kennen toen ze het moeilijk had, want haar ex had haar diep gekwetst. Ik deed m’n uiterste best haar goed te doen voelen.

Na een tweetal maanden samen zag ik voor het eerst haar andere kant.

Na een tegenslagje op het werk was ze ’s avonds vrij kortaf. Ik had ook een lastige dag achter de rug maar deed m’n best begripvol te zijn, al kreeg ik het verbaal hard te verduren. Ik begon te koken en gunde haar wat tijd voor zichzelf.

Mannenmishandeling: ‘Ik kreeg uit het niets een rake slag in het gezicht’

Even later kwam ze naar beneden. Meteen kreeg ik te horen dat ik nutteloos was als vriend. Laten voorbijwaaien dacht ik, wat tijd geven, ze is zichzelf niet.

Nadat ze toch nog eens moest opmerken dat ik zelfs nog geen aardappelen kon schillen zoals het hoort, ontglipte me een ‘alsjeblieft, kun je een beetje redelijk zijn’. Het volgende moment kreeg ik een rake slag in het gezicht. Uit het niets.

Nooit voorheen in men leven had ik het meegemaakt. En nu, niet eens tijdens een hevige discussie of ruzie, kreeg ik een harde klap vlak in mijn gezicht. De vuist gebald, het was niet meer dan nodeloze frustratie waar ik nog probeerde begrip voor op te brengen.

Het was mijn schuld ook, dat wist ze me achteraf duidelijk te maken. En misschien was het ook wel zo, ik had meer begrip moeten tonen.

Ik begon er op te letten, en zij zou het niet meer zover laten komen. Ik lette er wekenlang op en liet haar uitrazen telkens ze weer een lastige dag had. Ik was begripvol.

Maar vijf weken later had ze opnieuw een echte rotdag. Dat ze het mentaal moeilijk had, had ik intussen wel begrepen. Maar als ik er voor haar was, zou dat allemaal goedkomen.

Ik luisterde naar hoe haar dag was verlopen en wat er tegenzat. Daarna zou ze wel kalmeren dacht ik.

Terloops vertelde ik dat mijn moeder gevraagd had het komende weekend nog eens langs te komen. Plots begon ze haar frustraties opnieuw te ventileren en mijn ouders uit te schelden. Ik zei dat zoiets echt niet door de beugel kon, en plots waren daar opnieuw enkele slagen in m’n gezicht.

Ik beschermde mijn gezicht en begon te wenen. Drie maanden frustraties had ik verdragen, blijkbaar om opnieuw geslagen te worden. Ik zei haar die avond nog dat dit echt niet zo verder kon, dat ze moest hulp zoeken. Een antwoord had ze klaar: ‘Als je hier een woord over vertelt tegen iemand of me verlaat, vertel ik rond dat je me verkracht hebt.’

Ik had in haar nooit een gewelddadig persoon gezien en ik vermoed de meeste andere mensen ook niet. Als ik iemand zou verteld hebben dat ze me sloeg en zij vervolgens zou rondbazuinen dat ik haar verkracht had, denk ik dat de mening van velen snel gevormd zou zijn.

Ik ben tenslotte een man, en mannen verkrachten. Het staat zo vaak te lezen in kranten en tijdschriften. De man, de oorzaak van discriminatie en geweld.

Ik heb gezwegen en er een tijd over nagedacht. Ik sprak er later over met twee van m’n beste vriendinnen.

Maar nog een maand lang heb ik naar haar pijpen gedanst, mezelf weggecijferd, alles ondergaan. Elke keer ze me verbaal vernederde, haar frustraties op me losliet, m’n ouders of vrienden uitschold, heb ik me aangepast.

Dat deed ik ook telkens ze vond dat ik thuis moest blijven en ergens niet heen mocht, telkens ze vond dat ik haar dat zoveelste cadeautje moet kopen.

Ik durfde de relatie niet beëindigen, ik was doodsbang om als verkrachter bestempeld te worden.

De twee vriendinnen die op de hoogte waren, maakten me duidelijk dat het niet zo verder kon. Dat stelde me ook gerust. Minstens twee mensen wisten de waarheid en konden me steunen. Ze wisten wat ik had meegemaakt.

Ik koos – voor m’n eigen veiligheid – om de relatie stop te zetten met enkele andere mensen erbij. Hysterisch werd ze, maar ze durfde me door de aanwezigheid van anderen niet te slaan.

Nog steeds schaam ik me omdat ik me zo liet vernederen.

Het dramatische verdriet dat ze toonde, zorgde ervoor dat enkele vrienden me als harteloos beschouwden. Ze vonden het ook enorm grof van me dat ik haar niet naar huis wou brengen en voorgesteld had dat ze haar ouders zou bellen. Ik schaamde me nog steeds te diep om het echte verhaal te vertellen.

En nog steeds schaam ik me omdat ik me zo liet vernederen. Nog steeds weet niemand, buiten de twee vriendinnen, wat me overkomen is.

In vrijwel elk debat rond seksueel en fysiek geweld wordt de man herleid tot dader en de vrouw tot slachtoffer. Elke man wordt een pervert die een vrouw als een lustobject of als minderwaardig beschouwt. Deze veralgemening maakt van mij de dader die ik nooit was.

Tot op heden ben ik bang dat mijn ex me op een dag, omwille van een of andere frustratie, publiek als verkrachter zal bestempelen.

De auteur van het stuk koos ervoor anoniem te blijven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content