Le Soir jaagt op Vuye

De visies van Hendrik Vuye, professor constitutioneel recht in Namen, op de staatshervorming worden in Franstalig België niet door iedereen gesmaakt.

Hoe groot is de vrijheid van meningsuiting van een academicus die deelneemt aan het publiek debat? En heeft hij de plicht om die vrijheid op te nemen? De vraag stond centraal op het Derde Ethisch Forum van de University Foundation in Brussel (2004) onder leiding van Philippe Van Parijs, en is vandaag zeer actueel. Dat ondervond Hendrik Vuye, professor constitutioneel en publiek recht aan de Universiteit van Namen (FUNDP). Tijdens Matin Première op de RTBF (19 augustus) liet hij zich ontvallen dat men ‘Bart De Wever en de N-VA te veel diaboliseert’. Een uitspraak die de Naamse academici meteen in het verkeerde keelgat schoot.

De krant Le Soir, kennelijk niet bepaald blij met de N-VA-achtige uitspraken van Vuye, pikte het verhaal op (20 augustus) onder de titel ‘Un professeur de Namur consulté par la N-VA’. Een provocatie? Journalist Bernard Demonty, die het artikel schreef, relativeert: ‘Puur journalistiek vonden we het verbazingwekkend dat een Nederlandstalige professor die in Namen les geeft, werd geconsulteerd door een Vlaamse partij, en nog door wel de N-VA. Als een Vlaamse politicus zich laat adviseren door het FDF zouden we precies hetzelfde doen.’

Vuye, die in Matin Première een zeer genuanceerd standpunt neerzette over de staatshervorming en het institutionele kluwen dat Brussel is, vindt niet dat hij zich heeft vergaloppeerd. ‘Precies zoals alle andere professoren constitutioneel recht, word ik geraadpleegd door politieke partijen. Ik ben geen consultant, ik werd gewoon geconsulteerd. Ik ben geen lid van de N-VA’, reageerde hij in Le Soir.

De decaan van de rechtsfaculteit van Namen, Yves Poullet, liet een enigszins andere visie horen. ‘Vuye had mij zijn onafhankelijkheid en zijn neutraliteit gegarandeerd’, zei hij in Le Soir, maar hij voegde er meteen aan toe dat ‘de benoeming van Vuye een moeilijke beslissing was geweest’. ‘Een risico’ zelfs, ‘want het gaat om een Nederlandstalige professor die benoemd is voor een cursus publiek en constitutioneel recht’. In juni belde ook al CDH-voorzitster Joëlle Milquet met de Naamse universiteit om haar verontwaardiging over Vuye uit te schreeuwen.

Is het ‘een gevaar’ om een Nederlandstalige professor Grondwettelijk Recht in Franstalig België aan te werven? Haal je een spion binnen door zoiets te doen? Voor Philippe Van Parijs, die zwaar tilt aan dergelijke kritiek, kunnen professoren ‘hun eigen vrijheid en verantwoordelijkheid om te praten met wie ze willen’ niet luid genoeg verkondigen. ‘Niet alleen zijn publieke adviezen aan politici perfect legitiem, ze hoeven ook niet “neutraal” te zijn. Idealiter gaan ze uit van een competente feitelijke analyse, aangevuld met een waardeoordeel, dat men op elke moment wil verdedigen en expliciteren.’ Een professor als Hendrik Vuye moet met andere woorden zijn werk kunnen doen.

Ingrid Van Daele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content