Karel De Gucht: ‘Anthonissen (BBI) is een machtswellusteling’

© Reuters
Simon Demeulemeester

Karel De Gucht is scherp voor de directeur van de Bijzondere Belastinginspectie BBI Karel Anthonissen. ‘Hij heeft veel macht en kan daar niet mee omgaan. Hij is een machtswellusteling. Ik vind dat gevaarlijk.’

Karel de Gucht laat zich op de VRT-radio erg scherp uit over Karel Anthonissen, de directeur van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI), met wij hij een juridische strijd uitvecht over het al of niet ontduiken van belastingen door het gezin De Gucht. ‘Meneer Anthonissen is directeur bij de belastingen. Dat geeft hem veel macht en hij kan daar niet mee omgaan. Hij is een machtswellusteling. Ik vind dat gevaarlijk.’

Financiën overweegt cassatieonderzoek’

“We zullen het arrest onderzoeken en dan overwegen of we in cassatie gaan, zoals we dat in iedere zaak doen.” Dat zegt woordvoerder van de federale overheidsdienst (FOD) Financiën Francis Adyns in een reactie op de beslissing van het Gentse hof van beroep, dat oordeelde dat de Bijzondere Belastinginspectie niet het recht had om de bankrekeningen van Eurocommissaris Karel De Gucht en diens echtgenote en politierechterMireille Schreurs in te kijken. Over de grond van de zaak geven Financiën, de BBI en directeur Karel Anthonissen geen commentaar.

Het Gentse hof van beroep oordeelde dat de fiscus onvoldoende aanwijzingen van belastingontduiking had om de rekeningen van het echtpaar in te kijken. De machtiging om de rekening in te kijken werd vernietigd door het hof van beroep en alle gegevens daaruit mogen door de fiscus niet gebruikt worden. Dat betekent dat de fiscus de betwiste aandelentransactie die ontdekt werd, niet kan aanwenden in de belastingzaak die in 2015 gepleit zou worden.

‘Voorbeelddossier’

De Belgische staat kan wel nog in cassatieberoep gaan tegen het arrest van het Gentse hof van beroep. Volgens de FOD Financiën wordt de zaak van De Gucht en zijn echtgenote als elke andere zaak beschouwd. Ook Anthonissen verklaarde voor het hof van beroep dat de zaak “één van 800 gevallen” is waarbij het bankgeheim werd opgegeven door de Gentse BBI sinds de nieuwe wet daarover.

Anthonissen stelde wel in een interview met de Wall Street Journal dat de zaak “een voorbeelddossier” is geworden. “Maar het is niet ik die een voorbeeld maak van meneer De Gucht, maar hij die een voorbeeld maakt van zichzelf”, liet Anthonissen noteren. “We proberen onze job goed te doen. Simpele, gewone mensen moeten belastingen betalen. Waarom zouden we uitzonderingen maken omdat meneer De Gucht zoveel druk op ons zet.” Pas als er duidelijkheid komt over het cassatieberoep, wordt uitgemaakt of de zaak in 2015 voor de fiscale kamer van de Gentse rechtbank van eerste aanleg voortgezet wordt.

Villa in Toscane

De fiscus startte het onderzoek, omdat de villa van het echtpaar in Toscane argwaan wekte, maar volgens de verdediging van De Gucht werd dat onroerend goed niet persoonlijk aangehouden, maar door een Italiaanse vennootschap naar Italiaans recht.

Doordat de fiscus uiteindelijk de rekeningen van het echtpaar kon inkijken, werd een betwiste aandelentransactie opgemerkt. De Gucht realiseerde in 2005 een winst van 1,2 miljoen euro met het verkopen van aandelen van een zinkbedrijf, en het is op die transactie dat de fiscus 900.000 euro eist van het echtpaar. Die zaak wordt pas in januari 2015 gepleit voor de fiscale kamer van de Gentse rechtbank van eerste aanleg, maar het hof van beroep deed nu al uitspraak over de procedurekwestie rond de inzage van de bankrekeningen van het echtpaar.

Cassatieberoep

Volgens de verdediging van De Gucht gebeurde dat onwettig. Het Gentse hof van beroep oordeelde dat de fiscus inderdaad onvoldoende aanwijzingen van belastingontduiking had om de rekeningen van het echtpaar in te kijken. De machtiging om de rekening in te kijken werd vernietigd door het hof van beroep en alle gegevens daaruit mogen door de fiscus niet gebruikt worden. Het hof van beroep vernietigt de machtiging tot bankonderzoek en legt de fiscus “verbod op om (de gegevens) aan te wenden voor taxatiedoeleinden of onderzoeksdoeleinden”.

Dat betekent normaal gezien dat de fiscus de betwiste aandelentransactie die ontdekt werden, niet kan aanwenden in de belastingzaak die in 2015 gepleit zal worden. De Belgische staat kan wel nog in cassatieberoep gaan tegen het arrest van het Gentse hof van beroep.

Volgens de verdediging van De Gucht had Karel Anthonissen, de gewestelijk directeur van de Bijzondere Belastinginspectie (BBI) Gent, blijk gegeven van partijdigheid in het dossier, maar het hof oordeelde dat die “partijdigheid niet aanwezig is in het dossier”. Het hof stelde wel dat de fiscus de termijn van het onderzoek naar het echtpaar De Gucht in 2010 niet had mogen uitbreiden, omdat er “toen geen objectieve aanwijzingen van belastingontduiking waren in het dossier”. De Gucht, zijn advocaat Victor Dauginet en Anthonissen waren niet aanwezig bij de uitspraak.

‘Opgelucht’

“Ik ben blij dat de zaak van de baan is en dat er een einde komt aan de vaudeville opgezet door meneer Anthonissen”, reageert Karel De Gucht. “Dat was geen procedurekwestie maar gewoon een onrechtmatige onderzoeksdaad.”

“Theoretisch kan men altijd in cassatie gaan, maar eerlijk gezegd is er geen enkele grond tot cassatie”, zegt De Gucht. “De zaak heeft lang genoeg geduurd.”

Dit was geen procedurekwestie, maar een onrechtmatige onderzoeksdaad

Karel De Gucht

Volgens het hof van beroep was “partijdigheid niet aanwezig in het dossier” in hoofde van Anthonissen, maar De Gucht betwist dat. “Ik vind dat die man partijdig is en zijn eigen administratie vindt dat ook. Hij heeft opdracht gekregen van zijn administratie om zich niet meer met de zaak bezig te houden, juist wegens aanwijzingen van partijdigheid.” Gevraagd of hij verdere stappen onderneemt tegen Anthonissen, zegt De Gucht: “Ik zal er eens over nadenken onder de kerstboom.”

De zaak zelf wil De Gucht achter zich laten. “Ik vind dat ik ook het recht heb om met rust gelaten te worden. Telkens als er een stap gezet werd in dit dossier werd ik door het slijk gehaald. Ik zie niet goed in waarom ik nog drie, vier jaar of meer zou moeten procederen als nu duidelijk is dat dit een procedure is die nergens op lijkt.”

“De rechtbank zou mij trouwens ook ten gronde gelijk gegeven hebben”, zegt De Gucht. “Men mag enkel een bankonderzoek doen als er aanwijzingen van fraude zijn, en er waren geen aanwijzingen van fraude, punt gedaan. Dat was geen procedurekwestie maar gewoon een onrechtmatige onderzoeksdaad. Het is dus geen technische fout maar een onderzoeksdaad die niet mocht gesteld worden omdat er geen reden voor was.” (Belga/AVE/SD)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content