Jurist Pieter Cannoot: ‘De overheid heeft de gevolgen van de transwet onderschat’

© iStock
Ann Peuteman

De kans is groot dat er straks een derde gender bijkomt, maar uiteindelijk zullen M, V en X helemaal worden afgeschaft. Volgens jurist Pieter Cannoot is er geen weg meer terug.

‘De juridische categorieën man en vrouw zullen verdwijnen’, zegt jurist Pieter Cannoot, die bij het Human Rights Centre van de Universiteit Gent aan een doctoraat over seksuele identiteit werkt. ‘Op de duur zal gender iets zijn wat tot het intieme privéleven van de mens behoort.’ Op het vlak van seksuele geaardheid is België vandaag al een van de meest progressieve landen ter wereld, en nu ziet het ernaar uit dat ons land ook wat genderidentiteit betreft een voortrekkersrol zal spelen. Al lijkt dat niet met evenveel enthousiasme te zijn. ‘Zonder het goed en wel te beseffen heeft de overheid met de invoering van de nieuwe transwet een heel proces in gang gezet’, zegt Cannoot. ‘Samen met Malta, Denemarken, Noorwegen en Ierland is België een van de weinige landen die de medische voorwaarden om officieel van gender te veranderen al heeft geschrapt. Door de nieuwe transwet hoef je geen behandelingen of operaties meer te ondergaan om je gender te kunnen aanpassen. Zelfs een diagnose van genderdysforie is niet nodig. Het enige wat je hoeft te doen, is officieel verklaren dat je je genderregistratie wilt aanpassen. Ik vermoed dat de wetgever de gevolgen daarvan heeft onderschat.’

Gender hoort geen deel meer uit te maken van onze burgerlijke staat

Hoe bedoelt u?

Pieter Cannoot: Veel ministers en parlementsleden dachten wellicht dat de transwet alleen betrekking zou hebben op de relatief kleine groep transpersonen, en dat het daarbij zou blijven. Maar in de praktijk heeft die beslissing een beweging in gang gezet die invloed heeft op het hele rechtssysteem. Door de nieuwe wet registreren we nu iemands genderidentiteit in plaats van zijn biologische geslacht. De logische volgende stap is een wettelijke regeling voor de 2,2 procent van de bevolking die zogenaamd non-binair is. Dat zijn mensen die zich zowel man als vrouw, geen van beide of iets daartussenin voelen. Belangenverenigingen voor holebi’s en transpersonen zoals Çavaria, Genres Pluriels en Rainbowhouse Brussels zijn al naar het Grondwettelijk Hof gestapt om de afschaffing van opdeling in mannen en vrouwen te vragen. De redenering erachter is dat de wetgever de zelfbeschikking op het vlak van gender, die met de transwet is ingevoerd, niet tot twee categorieën kan beperken.

Is het logische gevolg dan de invoering van een derde gendercategorie?

Cannoot: In eerste instantie waarschijnlijk wel. Alleen dreigt die X dan een soort restcategorie te worden en kan er een hiërarchie van categorieën ontstaan: M> V> X. Dat zou natuurlijk heel stigmatiserend zijn. Op lange termijn lijkt zo’n derde categorie me geen oplossing. Ook al omdat de kans groot is dat er gaandeweg nog categorieën zullen bijkomen. Zoals je vandaag op Facebook al uit 71 genders kunt kiezen: van man, vrouw en anders tot queer en genderflux. Mettertijd kunnen we in een situatie belanden waarbij iedereen zijn gender vrij mag invullen in pakweg dertig tekens.

Dat zal toch voor chaos zorgen?

Cannoot: Alles hangt af van de waarde die we aan gender toekennen. Eeuwenlang werden er rechten en plichten aan gekoppeld, die meestal in het voordeel van de mannen waren. De voorbije eeuw hebben we er alles aan gedaan om van dat systeem af te stappen, maar vreemd genoeg blijven we gender een grote waarde toebedelen. Vandaar dat de overheid de grenzen van die categorieën nog zo veel mogelijk probeert te bewaken. De kans is dus groot dat ze er in eerste instantie eerder een categorie aan toevoegt dan dat ze de genderregistratie helemaal overboord gooit. Nochtans hoort gender geen deel meer uit te maken van de burgerlijke staat.

Jurist Pieter Cannoot: 'De overheid heeft de gevolgen van de transwet onderschat'
© iStock

Is het wel haalbaar om de traditionele indeling in mannen en vrouwen helemaal te schrappen?

Cannoot: Zeker. De meeste argumenten die tegenstanders aandragen, vallen makkelijk te ontkrachten. Zo wordt vaak beweerd dat genderregistratie een belangrijke rol speelt bij de identificatie van personen. Maar uit mijn onderzoek blijkt dat het tegenwoordig geen doeltreffend identificatiemiddel meer is. Als ik me als man bij de politie aanmeld, zal geen enkele agent twijfelen aan de M op mijn identiteitskaart. Maar ben ik als vrouw uitgedost, dan zullen er alarmbellen afgaan. Terwijl de transwet er net voor heeft gezorgd dat het ieders vrije keuze is om zich als man of vrouw te presenteren. De vingerafdruk die straks op onze identiteitskaart zal staan, is dus een veel efficiënter identificatiemiddel.

Hoe kan de overheid nog een degelijk antidiscriminatiebeleid voeren als mensen niet meer als man of vrouw te boek staan?

Cannoot: Andere discriminatiegronden, zoals religie of seksuele oriëntatie, worden toch ook niet geregistreerd? Beweert iemand het slachtoffer te zijn van genderdiscriminatie, dan volstaat het dat de betrokkenen verklaren wat hun gender is. Hetzelfde geldt voor de quota die onder meer in de politiek en het bedrijfsleven gerespecteerd moeten worden. Om te controleren of de raad van bestuur van een beursgenoteerd bedrijf aan de quotavereisten voldoet, moet de bestuursleden simpelweg naar hun gender worden gevraagd.

Dan kan men toch een raad van bestuur met alleen mannen installeren, zolang een derde van hen maar beweert vrouw te zijn?

Cannoot: Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt helemaal niet dat het afschaffen van genderregistratie tot misbruiken zou leiden. Toch niet meer dan al het geval is.

Zou het einde van de opdeling in mannen en vrouwen dan in geen enkel domein van de samenleving tot problemen leiden?

Cannoot: Sommige dingen zouden erdoor kunnen worden bemoeilijkt. Door de transwet hoeft het biologische geslacht van een mens nu bijvoorbeeld al niet meer samen te vallen met zijn genderidentiteit. Toch vertrekt ons recht nog in grote mate van het principe dat iemand met mannelijke geslachtskenmerken ook een mannelijke genderidentiteit heeft. Als ik morgen naar de burgerlijke stand ga om een vrouwelijke identiteit aan te nemen, dan zal het rechtssysteem er automatisch van uitgaan dat ik ook een vrouwelijk geslacht heb. Een van de gevolgen daarvan is dat ik zal worden uitgenodigd voor borstkankerscreenings, terwijl ik helemaal geen borsten heb. Als de overheid dat wil oplossen, moet ze investeren in andere vormen van informatiegaring, en dat kost natuurlijk geld. Maar zoals het Duitse Grondwettelijk Hof onlangs bepaalde, is dat nog geen legitiem argument tegen de afschaffing van genderregistratie.

Waarschijnlijk zal de wetgever het in de toekomst niet meer hebben over de vader en de moeder, maar over ouder één en ouder twee

Moeten de huidige regels over ouderschap en afstamming dan ook op de schop?

Cannoot: Afstamming hangt nog grotendeels af van de rol die iemand opneemt. Verandert een vrouw haar genderidentiteit, dan wordt ze de vader van de kinderen die daarna nog worden geboren – behalve als ze uit haar buik komen. Een man die voor een leven als vrouw kiest, wordt dan meemoeder. Maar ook de discussie over afstamming beperkt zich niet tot transpersonen. Tegenwoordig krijgen sommige mensen een kind via een draagmoeder, is het mogelijk dat een baby drie biologische ouders heeft en duiken er ‘koppels’ op die uit drie personen bestaan. Door die evolutie, die alleen maar zal toenemen, botst ons afstemmingsrecht tegen zijn grenzen aan. Op termijn zal er dus iets moeten veranderen. Waarschijnlijk zal de wetgever het in de toekomst niet meer hebben over de vader en de moeder, maar over ouder één en ouder twee. En in sommige gevallen zelfs over een derde en vierde ouder.

Denkt u dat de Belgische regering op korte termijn iets zal veranderen aan de huidige indeling in mannen en vrouwen?

Cannoot: Op het kabinet van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) heeft men al de mogelijkheid onderzocht van een inclusief burgerlijk recht waaruit de termen man en vrouw zijn verdwenen. Om dat daadwerkelijk in te voeren, is er alleen politieke wil nodig. Hoe snel de wet zal worden aangepast, hangt voor een groot deel van het Grondwettelijk Hof af. Als het beslist dat de wetgever een alternatief moet uitwerken voor het huidige binaire systeem, zoals de belangengroepen vragen, dan kan de aanpassing al over anderhalf jaar worden doorgevoerd. Laat het Grondwettelijk Hof de overheid meer ruimte, dan zou het nog vijf à tien jaar kunnen duren. Ondertussen zullen zowel binnenlandse lobbygroepen als internationale organisaties zoals de Verenigde Naties en de Raad van Europa de druk nog opvoeren. Een weg terug is er in elk geval niet meer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content