Vlinks

‘Is meer Engels in het hoger onderwijs wel een goed idee?’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

‘Uiteraard is kennis van meerdere talen een zeer positieve zaak, maar het Nederlands mag daardoor niet in de verdrukking komen’, schrijft Erik D’hamers van Vlinks. Hij benadrukt de troeven van het Nederlands als onderwijstaal.

Duits is één van de meest onderschatte talen in Vlaanderen. In verhouding spreken weinig mensen het, of zijn er weinig die Duits willen leren. In vacatures wordt er ook niet veel naar gevraagd, ook al is Duits in de industrie en de haven een zeer belangrijke taal. Ik merk bij sommige Vlamingen zelfs een afkeer van de Duitse taal, allicht om oorlogshistorische redenen. Redenen die zeer menselijk en begrijpelijk zijn, maar niet heel doordacht. De huidige generatie Duitsers kan je onmogelijk nog met de schuldvraag belasten, maar het ‘genezingsproces’ zal allicht nog enkele generaties vergen.

Met het Engels is het anders gesteld. Zowel in Vlaanderen als in Nederland is het de feitelijke tweede taal geworden, tevens mede als gevolg van het oorlogsverleden. Vlaamse bedrijven die ook in Wallonië actief zijn communiceren vaak onderling in het Engels, tot spijt van wie het benijdt. Uiteraard is kennis van meerdere talen een zeer positieve zaak, maar het Nederlands mag daardoor niet in de verdrukking komen.

‘Is meer Engels in het hoger onderwijs wel een goed idee?’

De Universiteit Gent en de Vlaamse onderwijsraad (Vlor) willen meer Engelstalige opleidingen. Momenteel mogen maximaal 6% van de bacheloropleidingen en 35% van de masters in een andere taal -in de praktijk meestal het Engels- gegeven worden en er moet ook steeds een Nederlandstalige versie van de desbetreffende opleiding bestaan. De Vlor wil deze quota afschaffen, quota die zelfs nog niet gehaald worden. Maar is meer Engels in het hoger onderwijs wel een goed idee?

De moeilijkheidsgraad van correct Engels wordt stevig onderschat. Wij denken als Vlaming wel dat we goed Engels spreken, maar de werkelijkheid is anders. Als je je enkel beroept op wat je passief leert via radio en tv, kom je vaak minder ver dan je zou willen. Stone coal English is geen Engels. En niet enkel studenten, maar ook docenten kunnen zich niet altijd goed in correct Engels uitdrukken. Dit draagt niet bij aan kwalitatief goed onderwijs.

Daarnaast kunnen we ons de vraag stellen of we hier wel de uitmuntende Engelstalige studenten zullen aantrekken? In heel wat gevallen krijgen we hier studenten en docenten van wie het Engels ook niet de moedertaal is, en de taal minder goed onder de knie hebben. Kan dit niet leiden tot een verschraling en verarming van de taal, én van het onderwijs? Bovendien kunnen we ons ook afvragen wat de gevolgen zijn voor het Nederlands. Als het steeds minder gebruikt wordt, wordt het Engels als onderwijstaal dan geen self fulfilling prophecy?

En wat met de gevolgen voor de kennis van het Frans en Duits bij onze studenten. Het is al erg gesteld met de evolutie van de talenkennis in Vlaanderen, wat we toch één van onze troeven mochten -en hopelijk in de toekomst terug mogen- noemen. Want talen ken je nooit genoeg.

Verengelsing van het hoger onderwijs is helemaal geen vooruitgang, maar wel een terugkeer naar het verleden. De argumenten van kardinaal Mercier tegen de vernederlandsing van de universiteiten van Leuven en Gent, waren dezelfde als de huidige argumenten voor de verengelsing. Mercier had geen principiële bezwaren tegen het Nederlands, maar bleef zijn hele leven overtuigd van de intellectuele superioriteit van het Frans als cultuur- en wetenschapstaal. Zijn starre houding tegenover de vernederlandsing van de universiteiten stond in schril contrast met de openheid die hem op vele andere domeinen kenmerkte.

Bovendien kan verengelsing van de universiteiten een drempel zijn voor nieuwkomers die zich eerst al het Nederlands machtig hebben gemaakt, of nog aan het vervolmaken zijn. Voor niet iedereen is Engels een tweede of derde taal, wat wij dikwijls wel vanzelfsprekend blijken te vinden. Voor nieuwe Vlamingen is het belangrijk dat ze in de eerste plaats goed en correct Nederlands leren, wat voor velen geen eenvoudige opdracht is. Bij sommigen gaat het zelfs heel moeizaam, niet iedereen is een polyglot. Ook wordt het met de leeftijd er niet gemakkelijker op om nog een nieuwe taal te leren. Wie na zijn twaalf jaar nog een nieuwe taal moet aanleren, ervaart veel meer moeilijkheden dan wie dat op jongere leeftijd doet. We mogen van nieuwkomers niet verwachten dat ze snel en onmiddellijk Nederlands kunnen, maar voor hun eigen belang en toekomst is het absoluut noodzakelijk dát ze het leren.

De verengelsing van ons hoger onderwijs dreigt het Nederlands te verdringen. Het Standaardnederlands hebben we absoluut nodig om mensen te verbinden; oude en nieuwe Vlamingen, jong en oud, Vlamingen en Nederlanders. Een sterke Nederlandse eenheidstaal is noodzakelijk voor het onderwijs, industrie, wetenschap, economische welvaart en sociale vooruitgang. Ook in de Europese Unie staan we sterker met een Nederlandse eenheidstaal. Daarbij aansluitend is het volgens ons geen goed idee om teksten te ‘vervlaamsen’ en dat we uit luiheid of gematigdheid een tussentaal, Verkavelingsvlaams of Soapvlaams gebruiken.

In 2014 schreven vier wetenschappers uit Amsterdam in een manifest voor het behoud van het Nederlands op de universiteit: “Waaraan meten we af of iemand beschaafd, geletterd en intellectueel gevormd is? Niet aan zijn of haar diploma’s, niet aan postcode of tafelmanieren, en al helemaal niet aan de mate waarin hij of zij erin slaagt een lucratieve betrekking te verwerven. Datgene wat iemand toegang geeft tot de voorhoede van intellectuelen in een samenleving, is het vermogen zich, zowel mondeling als schriftelijk, foutloos, helder en genuanceerd uit te drukken in een taal waarvan hij of zij alle finesses doorgrondt. Vanzelfsprekend is het voor Nederlandse academici, zeker wanneer zij geesteswetenschappen beoefenen, van eminent belang dat zij zich goed kunnen uitdrukken in het Engels en moeiteloos Frans en Duits kunnen lezen, maar het is de perfecte beheersing van hun moedertaal die bepaalt of ze in eigen land kunnen meedraaien op het hoogste niveau.

Gelukkig vindt de Vlor zelf dat we waakzaam moeten blijven dat ook in de toekomst het Nederlands niet wordt verdrongen door het Engels. Ze gingen cijfermatig na wat de stand van zaken is van het gebruik van het Engels in het hoger onderwijs in Europa, en concludeerden dat het aanbod nog erg beperkt blijft. Enkel in Nederland dreigt de slinger over te slaan -60% van de universitaire opleidingen in Nederland wordt in het Engels gegeven- maar dat is zeker niet het voorbeeld dat de Vlor wil volgen.

To be, or not to be, that is the question. Als we in Vlaanderen mensen willen blijven verbinden en ons onderwijs hoogstaand willen houden, dan hebben we er alle baat bij om op te komen voor het behoud van het Nederlands in het hoger onderwijs en het gebruik van Standaardnederlands als eenheidstaal in Vlaanderen én in Nederland.

Erik D’hamers is kernlid van Vlinks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content