Ndiaye Mouhameth Galaye: ‘We hebben een Belgische islam nodig’

Ndiaye Mouhameth Galaye 'Er is veel te weinig controle op moskeeën. Ik verwijt de overheid nalatigheid.' © Jelle Vermeersch

Ndiaye Mouhameth Galaye, de man achter de Grote Moskee in Brussel, is wellicht de belangrijkste imam van het land. Toch is hij voor de meesten van ons een volstrekt onbekende. ‘Ik heb niets te verbergen.’

De meeste Vlamingen leerden Ndiaye Mouhameth Galaye kennen na zijn getuigenis voor de onderzoekscommissie naar de terreuraanslagen van 22 maart. Of er Syriëstrijders hadden gestudeerd aan zijn Islamitisch Cultureel Centrum van België (ICC), waar elk jaar een paar duizend moslims komen bidden en islamles volgen? Nee, daar had hij geen weet van. De commissieleden waren verbouwereerd. Uit rapporten van de Staatsveiligheid bleek dat minstens twee Syriëstrijders daar islamonderwijs hadden gevolgd. Zijn verklaringen zouden ook niet sporen met wat ICC-directeur Jamal Saleh Momenah vertelde. Heeft één van beiden gelogen? Commissievoorzitter Patrick Dewael (Open VLD) kondigde een formele klacht wegens meineed aan tegen beide heren. Die klacht is nog niet ingediend, maar wordt naar verluidt in detail ‘voorbereid’.

Ndiaye laat het niet aan zijn hart komen. Hij ontvangt ons thuis in een klein, keurig appartement op de zevende verdieping in het centrum van Brussel. Wanden vol boeken, een grote flat-screentelevisie, een Belgische driekleur. Zijn vrouw spreekt een beetje Nederlands, schenkt thee en zingt de lof van Brussel: ‘Een heel mooie stad vol diversiteit.’

‘Weet u dat ik na de aanslagen in Brussel volgens een internetpoll eventjes de meest geïnterviewde persoon ter wereld was?’ vertelt de imam. ‘Ik sprak met journalisten van alle continenten. Alleen de Belgische media vroegen me niets. Jullie zijn de eersten die me uitgebreid willen spreken.’

Laten we beginnen bij het begin: waarom en hoe bent u islamtheoloog geworden?

Ndiaye Mouhameth Galaye: Mijn ouders waren commerçanten in Senegal, maar daarnaast was mijn vader ook imam. Hij schreef zelfs een boek over islamitisch erfgoed. Hij is twee jaar geleden overleden, maar hij heeft me sterk geïnspireerd. Door hem ben ik in Caïro aan de Al Azhar-universiteit gaan studeren (Al Azhar geldt als belangrijkste religieuze universiteit voor het soennisme, nvdr.). Na mijn studie gaf ik les in Senegal, maar ik wilde voortstuderen. Ik diende aanvragen in voor universiteiten in Frankrijk en Canada, maar het eerste positieve antwoord kwam uit Luik, en dus ben ik daar filosofie gaan studeren. Mijn broer woonde toen al in Brussel, en hij heeft me tijdens mijn studie onderhouden. Naast filosofie heb ik dan tegelijk ook Frans gestudeerd.

U wilde in België een carrière als theoloog?

Ndiaye: Ik was eigenlijk van plan om terug te keren naar Senegal. Maar hoe gaat dat? Ik werd verliefd op een Belgisch meisje en we zijn getrouwd. (lacht) Helaas was het geluk niet eeuwigdurend, en na vier jaar hebben we een punt gezet achter onze relatie. Inmiddels ben ik getrouwd met mijn Senegalese vrouw en hebben we twee zoontjes.

Ik wilde graag doctoreren, maar daar had ik het geld niet voor en dus heb ik een baan gezocht. Ik kon als docent aan de slag bij de Islamitische Academie van Brussel. Dat verdiende slecht, maar het was wel de opstap naar het Islamitisch Cultureel Centrum van België toen ze daar een islamoloog zochten. Zo ben ik in 2014 aangesteld bij het ICC. Mijn kennis van het Frans heeft de doorslag gegeven. De meeste kandidaten spraken alleen Arabisch. Ik vind dat echt een probleem.

Waarom?

Ndiaye:De meerderheid van de moslimjongeren is hier geboren en kent weinig Arabisch. Hoe kun je ze dan als imam goede kennis van hun godsdienst bijbrengen als je geen Frans of Nederlands spreekt?

Er zijn te weinig capabele imams in België?

Ndiaye: Helaas wel. Veel imams worden hier gedropt vanuit Marokko of Algerije en beginnen meteen te preken, zonder de Europese context, laat staan de Belgische samenleving te kennen. Imams moeten ter plekke opgeleid worden door beslagen islamtheologen én in de taal van het land, anders krijg je euh…taferelen.

Wat bedoelt u met ’taferelen’?

Ndiaye: Bepaalde interpretaties van de islam die totaal niet stroken met de Europese en Belgische context en waarden. Het gaat bijvoorbeeld om interpretaties over de positie van de vrouw, over hoe relaties tussen mensen beleefd moeten worden, hoe men in deze maatschappij staat enzovoort. Dáár moeten imams in België over praten.

Hoe zit dat met de gelijkheid van man en vrouw in de islam? Wat vertelt u daarover als imam?

Ndiaye:Ook al zijn man en vrouw fysiek verschillend, voor de wet zijn ze elkaars gelijken en ook in de islam is dat zo.

De dagelijkse praktijk lijkt lichtjes anders.

Ndiaye:Sommige moslimmannen begrijpen dat compleet fout. Op het pre-islamitische Arabische Schiereiland, in de tijd voor de Profeet dus, had de vrouw geen recht op leven. De Profeet heeft dat soort dingen gecorrigeerd. Je moet uiteraard alles in zijn historische context begrijpen. Dat spreekt toch voor zich? Trouwens, ook in westerse samenlevingen is de gelijkheid van man en vrouw van recente datum. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens dateert van 1948. De strijd voor gelijkheid is ook hier nog altijd niet helemaal gestreden.

Een moslim die vrouwen als minderwaardige wezens behandelt, zit eigenlijk vast in een pre-islamitische visie. Maar ik erken dat er nog veel misogynie in de islamtheologie zit, en er op dat vlak nog veel werk aan de winkel is. Dat gaat veel dieper dan kwesties of vrouwen een hoofddoekje of een nikab moeten dragen.

Over die kleding hoeven we ons niet druk te maken?

Ndiaye: In een land als België een nikab dragen, is onzin. Dat past hier niet en ik vind het een misdrijf. Dat soort kleding is zelfs gevaarlijk voor de samenleving, want wie zegt dat er geen man met slechte bedoelingen zo’n nikab aantrekt? Veiligheid gaat boven alles. Ik heb dat allemaal ooit hardop gezegd op een conferentie over de heilige Maria in Brussel, en ik kreeg applaus op alle banken. Nogmaals, vrouwen en mannen zijn elkaars gelijken in de islam.

Vrouwen moeten dus ook imam kunnen worden?

Ndiaye:Ik vind dat we moeten evolueren naar vrouwelijke imams die voor de vrouwelijke moslims voorgaan in het gebed.

Maar niet voor de mannen?

Ndiaye:Laten we stap voor stap zetten. Nu een discussie beginnen over vrouwelijke imams die voor mannen én vrouwen preken, lijkt me geen prioriteit en leidt alleen tot zinloze polemiek. Het zou de aandacht afleiden van belangrijker kwesties vandaag, zoals veiligheid en radicalisering. Maar wees gerust, ook die kwestie komt nog wel op tafel.

Bent u met uw opvattingen geen grote uitzondering onder de imams?

Ndiaye: Dat zegt u, niet ik. Ik zeg alleen dat imams hier ter plaatse professioneel moeten worden opgeleid en volgens de normen en waarden die hier gelden.

Wie moet dat doen?

Ndiaye: De overheid in samenwerking met de Moslimexecutieve.

Heeft uw ICC daar ook geen grote verantwoordelijkheid?

Ndiaye: Het ICC is geen onderdeel van de Moslimexecutieve, maar als een samenwerking mogelijk zou zijn: heel graag. Ik heb al verscheidene keren voorstellen gedaan voor een betere samenwerking tussen islamitische instellingen, want ze werken naast elkaar, zonder veel overleg over wat dan ook. De Belgische overheden spelen hun rol niet genoeg: ze moeten meer begeleiden, adviezen geven én die instellingen desnoods terechtwijzen.

Wat er fout loopt binnen de moslimgemeenschap en haar instellingen is de schuld van Belgische overheden?

Ndiaye: Dat zeg ik niet, maar ik verwijt de overheid wel nalatigheid. Er is veel te weinig samenwerking met en controle op moskeeën en imams. Er zijn ook veel te weinig dwingende regels om islamitische instellingen te doen samenwerken.

De Grote Moskee is zelf niet eens erkend.

Ndiaye: Dat is een puur administratieve kwestie waar ik me als imam niet mee bezighoud. Daarvoor moet u bij de directeur zijn (directeur Momenah beloofde de onderzoekscommissie een erkenning voor de Grote Moskee te zullen ‘onderzoeken’, nvdr.). Maar is het niet vreemd dat de Grote Moskee, een geschenk van de koning van België in de jaren zestig, nog eens een aparte erkenning zou moeten krijgen? Ik vraag me soms af of de politieke wereld wel geïnteresseerd is in wat wij doen. We hebben eens een ontmoetingsdag georganiseerd voor politici om allerlei misverstanden over wat we doen en wie we zijn uit de weg te ruimen. Op een paar uitzonderingen na komen ze gewoon niet opdagen.

Misschien worden ze afgeschrikt door de reputatie van de Grote Moskee als broeihaard van salafisme?

Ndiaye: Ik denk het, en het ICC is daar het slachtoffer van. Als het ooit, vóór mijn tijd, een salafistisch centrum was, dan kan ik u nu met honderd procent zekerheid zeggen dat het sinds mijn komst helemaal géén salafistisch of wahabistisch centrum meer is. Het is toch wel zeer bizar dat het ICC dat etiket krijgt opgekleefd terwijl ik als imam in de verste verte géén salafist ben.

U bent soefi, zoals veel moslims uit Senegal?

Ndiaye: Ik houd van de soefi-spiritualiteit, maar ik ben geen soefi.

Welke islamstroming volgt u dan?

Ndiaye: Ik houd niet van dat hokjesdenken. Het draagt alleen bij tot nog meer verdeeldheid onder moslims. Ik ben islamtheoloog én filosoof en in mijn preken en lezingen komt het allemaal aan bod, ook het soefisme.

Haalt u ook westerse filosofen aan?

Ndiaye: Uiteraard. Ik heb het over Kant en over Descartes en zelfs vaak over Nietzsche en zijn fameuze ‘God is dood’. Dat soort boeiende ideeën moet je toch onderwijzen?

Krijgt u daar geen kritiek op?

Ndiaye:Integendeel, mijn studenten zouden het me kwalijk nemen als ik níét over westerse filosofen zou praten. Als er kritiek komt, is dat meestal op bijeenkomsten met andere islamtheologen omdat ik Rousseau, Kant enzovoort aanhaal over wereldse vraagstukken. Ik heb zelfs een conferentie gehouden over de hervorming van de Koran.

Op die conferentie verdedigde u het standpunt dat de Koran niet hervormd kan worden.

Ndiaye: (verrast) Aha, u hebt mijn toespraak bekeken? Als ik zeg dat de Koran niet kan worden hervormd, slaat dat níét op de inhoudelijke interpretatie ervan. We moeten de originele tekst niet herschrijven, want dan is het de Koran niet meer. Maar het goede begrip van de Koran kan en moet wél worden aangepast. Dat is de essentie van mijn betoog.

In welke zin aangepast?

Ndiaye:Aan de maatschappelijke context in België. Een rigide, puur historische kijk op de Koran is in een westers land niet wenselijk. We hebben een Belgische islam nodig. Moet ik vandaag nog interpretaties van een groot geleerde zoals Ibn Abbas volgen? Die dateren van de zevende eeuw.

Schuilt daarin niet het grote gevaar: dat vasthouden aan stokoude historische interpretaties?

Ndiaye:Die stokoude interpretaties van geleerden zijn op zich niet gevaarlijk. Het gevaar schuilt erin dat men teksten uit hun historische context haalt en ze hier en nu wil toepassen.

Maar hoeveel imams in België zeggen dat soort dingen in hun moskee?

Ndiaye:Ik weet dat niet, er zullen sowieso imams zijn die hetzelfde zeggen als ik.

Zou u als belangrijkste imam van België die boodschap niet zelf naar alle moskeeën moeten brengen?

Ndiaye: Ik word helaas nooit uitgenodigd. Ik kan toch moeilijk even een moskee binnenstappen en daar beginnen te preken? Dat zou in zeer slechte aarde vallen. De Franse islamoloog Rachid Benzine wil bijvoorbeeld graag met mij samenwerken (Benzine pleit onder andere voor het desacraliserenvan de Koran, en neemt krachtig stelling in tegen allerlei fundamentalistische interpretaties die tot terreur leiden, nvdr.).

Hoe is uw contact met imams zoals Khalid Benhaddou of Ibrahim Laytouss, die in Vlaanderen als islamhervormers bekendstaan?

Ndiaye: Ik ken hun naam en zie hen soms op tv, maar we hebben geen contact. Imam Nordine Taouil uit Antwerpen ken ik wel persoonlijk.

Taouil werkte nog voor de Grote Moskee en werd een paar jaar geleden door Alain Winants, de vorige baas van de Staatsveiligheid, neergezet als moslimextremist van salafistisch-wahabistische strekking.

Ndiaye: (haalt de schouders op) Daar weet ik niets van.

Nog even terug naar die salafistische reputatie van uw Grote Moskee. Het is toch bewezen dat bepaalde studenten van hier naar Syrië vertrokken zijn. Hoe verklaart u dat?

Ndiaye:Het is niet omdat het centrum gelinkt is aan Saudi-Arabië dat ik automatisch hetzelfde gedachtegoed als de Saudi’s heb of verkondig. Ik heb u toch uitgelegd waar ik voor sta?

Voelt u zich slachtoffer van dat imago van de Grote Moskee?

Ndiaye: Ja, zowel slachtoffer van de pers als van sommige politici. Ik ga geen namen noemen, dat zou onverstandig zijn. Over de media kan ik alleen zeggen dat er een soort lastercampagne is opgezet tegen het ICC als broeinest van wahabisme en salafisme. Ik heb al geprobeerd om dat te weerleggen, maar de media blijven tegen ons. Ik heb ooit een persconferentie georganiseerd, waarna ik in sommige artikels als een leugenaar werd afgeschilderd. Men legde me zelfs woorden in de mond die ik nooit heb uitgesproken.

U wordt nu zelf vervolgd voor leugens en meineed in de onderzoekscommissie.

Ndiaye:Daar heb ik nog niets officieel over vernomen. Ik vind het nogal ridicuul. Ik heb voor de commissie alleen getuigd. Ik zat daar niet als verdachte en wat ik heb verteld, was correct. Ik heb ook helemaal niets verzwegen, want ik kan toch niets vertellen over wat ik zelf niet weet? Zoals over de financiën van het ICC, of wie al dan niet naar Syrië is vertrokken. Ik ben theoloog, en het ICC wordt geleid door mijn directeur.

Is directeur Momenah een salafist?

Ndiaye: (lacht) Maar nee, hij is een simpele ex-militair. Onder imams noemen we dat soort gelovigen lambda-moslims, doorsneemoslims. De directeur is geen geschoold theoloog, we praten zelfs nooit over godsdienst of theologie. Salafisten verwerpen de moderne samenleving, en ik heb niet de indruk dat mijn directeur dat doet.

Wat heb ik dan gezegd dat niet klopte? Als ik onder eed verklaar dat ik geen studenten ken die in Syrië zijn gaan vechten, dan bedoel ik alleen dat ik geen overzicht heb van alle studenten van het ICC. Ik kán er materieel gewoon niet van op de hoogte zijn of er al dan niet vertrokken zijn. Studenten die aanstalten maakten om te vertrekken naar Syrië of Irak hebben we dat altijd zeer sterk afgeraden. Blijkbaar zijn er twee meisjes vertrokken. Ik las dat ook in de media, maar het is niet ons onderwijs dat hen daartoe heeft aangezet, dat hebben hun echtgenoten gedaan. Als iemand zich als student inschrijft voor een cursus en nadien naar Syrië vertrekt, heb ik die dan gestuurd? (luid) Nee. Er zijn blijkbaar ook studenten van de Université libre de Bruxelles naar Syrië vertrokken. Is de ULB daar dan verantwoordelijk voor? Nogmaals, we zijn geen salafistische moskee, al zullen er wellicht salafisten onder onze studenten hebben gezeten. Ach, men weet goed genoeg welke gevaarlijke moskeeën achter de rekrutering en radicalisering van jongeren zitten, en dat is niet de Grote Moskee.

Overlegt u met de Moslimexecutieve over die gevaarlijke moskeeën?

Ndiaye: (afgemeten)Wij hebben geen problemen met de Executieve, onze relatie is gewoon goed, maar er lopen soms wel zaken fout.

Bijvoorbeeld?

Ndiaye: Na de aanslagen op 22 maart organiseerde de Moslimexecutieve een herdenkingsoptocht voor de slachtoffers. Het ICC was niet aanwezig, omdat we niet op de hoogte waren noch uitgenodigd werden. Nadien hebben sommigen verklaard dat we wél uitgenodigd waren, maar we zouden zogezegd hebben geweigerd. Ik vind dat beneden alle peil.

Is dat geen bizarre gang van zaken tussen belangrijke mosliminstellingen?

Ndiaye: Dat moet u aan de Moslimexecutieve vragen. Er zijn weinig officiële contacten. Voor de ramadan heb ik contact gehad met de Executieve om te praten over de stand van de maan (de ramadan volgt de islamitische maankalender, nvdr.). Maar dat is het zowat. Als ze ons nodig hebben, mogen ze me altijd een seintje geven.

Werkt u samen met politie- en veiligheidsdiensten?

Ndiaye: Soms krijgen we een agent over de vloer en waar ik kan, help ik. Maar ik ben leraar, geen agent. Ik heb wel al vaker geradicaliseerde jongeren op andere ideeën gebracht.

Hoe doet u dat?

Ndiaye:Een studente bracht een geradicaliseerde vriendin mee. Tijdens ons eerste gesprek maakte ze meteen duidelijk dat ik geen goede imam was, want ik droeg een pak en ik was gladgeschoren. We hebben ongeveer een uur gepraat en toch vroeg ze een tweede afspraak. Ze bracht dan haar literatuur mee, onder andere van de radicale salafistische sjeik Albani. Ik heb met mijn teksten argument per argument van Albani weerlegd. In de Koran is bijvoorbeeld geen sprake van Syrië of Irak als heilige bestemming, maar wel van Palestina. Ik vroeg haar waarom er dan geronseld werd om niet naar Palestina maar naar Syrië of Irak te emigreren, en daar de cowboy te gaan uithangen? Omdat de ronselaars de rekruten bespelen en als kanonnenvoer gebruiken. Voor alle duidelijkheid: ik roep niemand op om waar dan ook naartoe te trekken, ook niet naar Palestina. Elke tekst die dat meisje aanhaalde om haar radicalisering te rechtvaardigen, heb ik zo weerlegd. Uiteindelijk heeft ze het begrepen.

Is het zo gemakkelijk om iemand met een paar theologische gesprekken te deradicaliseren?

Ndiaye:Je kunt perfect op theologische wijze de IS-propaganda ontkrachten. Ik heb daarvoor zelfs een lesmodule over hervorming van de Koran klaar. Ik heb ooit de Brusselse minister voor Jeugdbijstand, Rachid Madrane (PS), voorgesteld om daarmee samen een plan uit te werken tegen radicalisering. Ik heb nooit een afspraak gekregen.

Weet u waarom?

Ndiaye: Ik vermoed omdat ik voor het ICC werk. Sommigen willen gewoon niet met ons praten of naar ons luisteren.

Waarom blijft u dan bij het ICC?

Ndiaye: Omdat het mijn broodwinning is, en omdat ik vind dat ik er goed werk lever. Het is toch onzin om de Grote Moskee en het ICC weg te zetten als salafistisch omdat onder andere Saudi-Arabië gebouwen heeft gefinancierd? Ik ben aangeworven door de raad van bestuur, en daar zitten evengoed vertegenwoordigers van Marokko, Turkije en Senegal in.

Maar goed, radicale propaganda ontkrachten, verloopt eerst en vooral via theologische weg. Je moet die oude teksten maximaal deconstrueren. Dat is wat goede theologen doen: deconstrueren én hervormen.

Hoeveel imams delen uw opvattingen?

Ndiaye: Geen idee. Ik weet alleen dat de imams die ik heb aangetrokken om hier les te geven op dezelfde golflengte zitten. Ik ken niet alle imams en ik heb ook geen mandaat van de overheid om alle imams op dat spoor te zetten of op te leiden.

Zou u dat willen?

Ndiaye: Waarom niet? We zijn vragende partij en hebben bij de Moslimexecutieve al vaker een ballonnetje opgelaten om de rekrutering van imams te begeleiden. Men vindt dat dan wel een goed idee, maar er gebeurt verder niets mee.

Is een zogenaamde rationele islam wel mogelijk? Geloof en wetenschappelijke ratio staan toch haaks op elkaar?

Ndiaye:De islam ís rationeel voor mij. Mohammed Abdoe was een grote Egyptische islamgeleerde die in de negentiende eeuw pleitte om de rede centraal te stellen in de islam omdat er te veel vreemde, irrationele elementen waren ingeslopen. Abdoe zei dat niet de islam maar de mensen irrationeel waren omdat ze hun godsdienst slecht begrepen. Allah richt zich niet tot irrationele gekken, maar tot redelijke mensen die nadenken over wat ze doen. Dat is het grote probleem met IS-aanhangers: ze weigeren als naïevelingen om zelf te denken.

Geradicaliseerde moslims zijn voor u dommeriken die niet nadenken?

Ndiaye:Ze zijn gehersenspoeld en begrijpen hun eigen godsdienst niet, maar volgen slaafs wat ze wordt wijsgemaakt en vinden hun islam boven elke ratio verheven. De grote islamgeleerde Averroes heeft een boek geschreven, De definitieve verhandeling, waarin hij pleitte voor een rationalistische filosofische benadering van de islam.

Dat was in de twaalfde eeuw, en Averroes werd toen vervolgd wegens zijn rationele benadering. Het schiet dus niet echt op met die rationele islam.

Ndiaye: (onverstoorbaar) Dat boek verklaart perfect dat rede en godsdienst geen tegenpolen zijn, maar op één lijn staan. Thomas van Aquino zei een eeuw later net hetzelfde: religie en filosofie zijn als broer en zus. En vandaag komen mensen vertellen dat religie en rede incompatibel zijn? Er is geen contradictie.

Hoe verklaart u de groeiende islamofobie? Heeft het alleen met aanslagen te maken?

Ndiaye:De verklaring is onbegrip. Men maakt een amalgaam van alles en nog wat. Pers en politici doen het elke dag opnieuw. Sommige politici voeren al campagne voor de verkiezingen van 2019. Met uithalen naar moslims kun je blijkbaar gemakkelijk een buzz rond jezelf creëren en de media spelen daar gretig op in.

Aan wie denkt u nu?

Ndiaye:Nee, ik noem geen namen, maar zulke politici zijn niet geloofwaardig.

Nogal wat politici blijven ervan overtuigd dat het ICC en de Grote Moskee het islamisme aanwakkeren.

Ndiaye: Minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) heeft zelf verklaard dat er geen probleem van islamisme is bij de Grote Moskee of het ICC.

Een krant schreef dat u 1,2 miljoen euro budget hebt om het salafisme te verspreiden.

Ndiaye:Onzin, want ik heb helemaal geen budget. Er zijn alleen centen voor gas en elektriciteit en de wedde van de islamleraren. Ik ben een werknemer met een contract van onbepaalde duur en ik verdien ongeveer 2000 euro per maand. Dát is mijn budget. Ik geef les en vorming. Voor vragen over budgetten moet u bij mijn directeur zijn. Hoe vaak moet ik het nog herhalen: we zijn géén wahabisten of salafisten. Integendeel, ik heb er zelf bijna dagelijks last van.

Hoe?

Ndiaye:In de ogen van salafisten ben ik geen goede moslim, en soms komen er naar de moskee en dan bidden ze ostentatief niet mee. Maar dat stoort me niet, ze mogen denken wat ze willen en ik zal er altijd tegen ingaan, zeker bij de jongeren. Ik vind hun opvattingen dus jammerlijk, maar die diversiteit wil ik respecteren zolang er geen geweld of druk bijkomt.

Zetten salafisten u niet onder druk?

Ndiaye: In het begin wel, toen enkele jongeren wat problemen maakten over wat ik preekte, maar ze zijn uiteindelijk vertrokken en niet meer teruggekeerd.

Vertrokken naar Syrië?

Ndiaye:Dat weet ik niet, ik zie ze alleen niet meer. Bovendien hebben ze hier ook nooit gestudeerd. Hun radicale ideeën pikken ze op het internet op of in obscure moskeetjes en kleine groepjes.

Sharia4Belgium was zo’n groepje waarvan de leden en hun leider, Fouad Belkacem, ook in de Grote Moskee en het ICC rondhingen.

Ndiaye:Dat waren jongeren zonder kennis en zonder intellectuele bagage of studie. Het enige wat ze deden was de samenleving afwijzen en de islam fout interpreteren. Hun grote leider zit in de cel als gevolg van al zijn stommiteiten.

Vreest u nog aanslagen?

Ndiaye:Ik ben optimistisch, op voorwaarde dat de overheid doet wat ze moet doen.

Wat moet de overheid doen dat ze vandaag niet doet?

Ndiaye:De overheid moet absoluut meer samenwerken met moskeeën en moslimverenigingen. Ze moet in de moskeeën gaan luisteren wat daar door wie verkondigd wordt, en desnoods ingrijpen als imams een gevaarlijk discours houden. Dat gebeurt veel te weinig. Zet die imams onder druk, controleer ze. Hetzelfde geldt voor wat islamleraren in de scholen vertellen. Ook daar moet de overheid veel strikter samenwerken rond het islamonderwijs en de manier waarop dat gegeven wordt. Ik heb er geen enkel probleem mee dat ze naar mijn preken of lessen komen luisteren. Zowat al mijn preken en lezingen kun je trouwens op het internet terugvinden. Ik heb niets te verbergen. Nulrisico bestaat niet en ik weet ook dat één persoon volstaat om een bloedige aanslag te plegen, maar meer structurele controle zou al flink wat individuen afschrikken.

De overheid moet het doen, zegt u. Maar wat met de verantwoordelijkheid van de moslimgemeenschap zelf? De kritiek is dat we die zelden horen.

Ndiaye:U hoort de moslimgemeenschap niet of nauwelijks omdat er ook niet naar geluisterd wordt. Ik vertegenwoordig uiteraard niet de hele moslimgemeenschap, maar u bent wel het eerste grote medium dat uitgebreid met mij komt praten. Er zijn genoeg mensen zoals ik die u aan het woord kunt laten. Práát met ze en met die gemeenschap, luister naar hun problemen. Helaas gebeurt dat nauwelijks. Er wordt meer over dan met die gemeenschap gepraat. Ik ben België veel verschuldigd, ik sta in het krijt bij dit land. Ik heb hier mogen studeren, ik kan hier werken en ik ben trots dat ik in België woon. Als ik iets kan terugdoen voor dit land, dan doe ik het graag. Ik zie het zelfs als mijn plicht. En ik ben echt niet de enige moslim die er zo over denkt.

Voelt u zich Belg?

Ndiaye:Ja, ook al ben ik Senegalees en heb ik de Belgische nationaliteit niet. Nog niet, want ik heb ze deze maand aangevraagd (rommelt in zijn paperassen en toont de officiële documenten, nvdr.). Ik woon, werk en leef hier met mijn gezin en ik hou van dit land, dus lijkt het me logisch dat ik ook Belg word. Het is trouwens de derde keer dat ik de Belgische nationaliteit aanvraag, de vorige keren werd ze me geweigerd.

Waarom?

Ndiaye:Dat weet ik niet goed. Bij mijn eerste aanvraag was ik werkloos, misschien was het daarom? Of het met mijn godsdienst te maken had, weet ik evenmin. Hopelijk lukt het nu wel. Ik heb op mijn aanvraagformulier geschreven dat ik me volledig schik naar de grondwet en de wetten van het Belgische volk en naar het Europees Mensenrechtenverdrag. Dat is toch duidelijk?

De grondwet en de wetten staan boven uw geloof?

Ndiaye:U stelt de verkeerde vraag. Religie is een privézaak en de wetten en de grondwet gelden voor iedereen. Niets of niemand belet moslims om hier als gelovige te leven. Er is vrijheid van godsdienst en eredienst. Wat wil je nog meer? Er is hoogstens een probleem met een kleine minderheid radicale moslims, maar níét met de islam als godsdienst.

Niet alleen radicale moslims vinden dat bijvoorbeeld de sharia boven onze seculiere wetten staat.

Ndiaye: Het is een compleet dwaas idee om hier de sharia te willen invoeren. We hebben die hier niet nodig. En wat is dat, de sharia? Letterlijk betekent het de stem die je moet volgen om als moslim een goed leven te leiden, en dat kun je beter in België dan in sommige Arabische landen. Hier mag je als moslim hardop je gedacht zeggen en je godsdienst belijden. We hebben recht op sociale zekerheid, goed onderwijs, uitstekende gezondheidszorg enzovoort. In veel Arabische landen heb je zulke basisrechten gewoon niet. Ik ben dus in de eerste plaats een burger van dit land, en daarnaast ook moslim.

Het interview loopt op z’n einde. Mevrouw Ndiaye komt nog wat thee schenken. De imam zegt: ‘Zeg madam, wist jij wel dat wij salafisten zijn?’ (bulderlach)

Door Jan Lippens en Montasser AlDe’emeh, foto’s Jelle Vermeersch

‘In een land als België een nikab dragen, is onzin. Dat past hier niet en ik vind het een misdrijf. Veiligheid gaat boven alles.’

‘We zijn vragende partij om de rekrutering van imams te begeleiden. Men vindt dat een goed idee, maar er gebeurt verder niets mee.’

‘De overheid moet in de moskeeën gaan luisteren, en ingrijpen als imams een gevaarlijk discours houden.’

‘Ik heb voor de derde keer de Belgische nationaliteit aangevraagd. De vorige keren werd ze me geweigerd.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content