Vlinks

‘Identiteitspolitiek moet niet afgevoerd worden, maar wel in ere worden hersteld’

Vlinks Vlinks streeft naar een sociaal, rechtvaardig en inclusief Vlaanderen met maximale autonomie.

‘Vanuit welke hoek er ook invulling wordt gegeven aan de identiteitspolitiek, van het doel om tot een open samenleving te komen met gelijkwaardigheid voor elk individu is geen sprake meer’, schrijft Tom Garcia van Vlinks. Hij pleit ervoor ‘om terug te grijpen naar de oorspronkelijke invulling van ‘identiteitspolitiek’, waarbij als uiteindelijk doel gestreefd wordt naar de opheffing van al die identiteiten’.

Sinds dit voorjaar doet het gerucht de ronde dat er een zogenaamde ‘migrantenpartij’ in de steigers staat. Die zou opgericht worden door voormalig SPA.’er Ahmet Koç, die vorig jaar wegens opruiende uitspraken bij de Vlaamse socialisten aan de deur werd gezet. Hij kon eerst nog rekenen op de steun van Dyab Abou Jahjah en groene oud-senator Meryem Kaçar, maar die twee hebben intussen aangekondigd met een eigen partij uit te pakken.

De botsende ego’s en daarbij horende twijfelachtige slaagkansen daargelaten, is dit initiatief een duidelijk symptoom van een dieperliggende kwaal die onze samenleving steeds verder verlamt, namelijk de ‘etnisering’ van het maatschappelijk debat. De neiging om alles te reduceren tot afkomst of etnie, het weze ‘de migrant van de derde generatie’ of ‘de bange, blanke man’, vervuilt elke discussie en maakt dat elk maatschappelijk probleem verzandt in oeverloos heen en weer gegooi met amalgamen allerhande.

Identiteitspolitiek moet niet afgevoerd worden, maar wel in ere worden hersteld

Rellende jongeren in Brussel worden voor de ene ‘jongeren die rebelleren tegen hun achterstelling omwille van hun migratieachtergrond’ en voor de andere ‘derde generatie migranten die weigeren zich aan te passen’. In beide gevallen wordt de etniciteit er bijgehaald als argument of verklaring voor het gedrag van die jongeren, terwijl het uiteindelijk om niets meer gaat dan onaanvaardbaar gedrag.

Deze ‘etnisering’ is op zich dan weer een uitloper van de inmiddels al vaak besproken en verklaarde ‘identiteitspolitiek’, waarbij groepen die zich onderdrukt of gediscrimineerd voelen op basis van kenmerken als ras, geslacht, seksuele voorkeur, religie of dergelijke en zich daarrond verzamelen om op die manier politieke druk uit te oefenen en hun rechten te doen gelden. Daar is op zich niets mis mee, maar de manier waarop ze nu gevoerd wordt, is contraproductief en zelfs destructief.

Gelijke rechten

De oorsprong van de ‘identiteitspolitiek’ is te vinden in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, toen de samenleving zich loswrikte uit de strakke regels en voorschriften van de socio-economische en religieuze maatschappij. Vastgeroeste denkbeelden en taboes werden gesloopt en minderheden in de samenleving kwamen op voor gelijke rechten. Vrouwen, zwarten, homo’s, jongeren, allemaal wilden ze hun plaats in de samenleving opeisen en verzamelden zich in ‘identitaire’ groepen om hun eisen kracht bij te zetten. In het begin diende die identiteitspolitiek dus om achtergestelde of gediscrimineerde groepen te identificeren en de problemen waarmee ze te kampen hadden, te definiëren. Het uiteindelijke doel was om die problemen weg te werken, zodat iedereen van dezelfde rechten kon genieten en er dus geen identiteitspolitiek meer nodig zou zijn. Het was dus a priori een emancipatorische politiek: iedereen ‘gelijk voor de wet’ en ‘gelijke kansen in het leven’.

Identiteitspolitiek kwam voort uit de optimistische levensvisie dat je alles kon bereiken zolang je maar je best deed. Ras, afkomst, geslacht of overtuiging zouden van geen tel meer zijn.

Identiteitspolitiek kwam voort uit de optimistische levensvisie dat je alles kon bereiken zolang je maar je best deed. Ras, afkomst, geslacht of overtuiging zouden van geen tel meer zijn. De “American Dream” was voor iedereen bereikbaar. De vele bewegingen rond burger-, vrouwen- en andere rechten zetten grote stappen voorwaarts, die zich uiteindelijk ook in legislatuur ter zake vertaalden, met wetten tegen discriminatie, rond abortus en voor homorechten. Maar door opeenvolgende economische crisissen, demografische evoluties en andere socio-economische factoren kon de belofte van sociale vooruitgang niet voor iedereen worden waargemaakt. De nobele strijd tegen identitaire discriminatie die moest leiden tot een open samenleving waarin elk individu gelijkwaardig was, veranderde stilaan in een naar binnen gekeerde defensieve kramp, waarbij elke minderheid zich in zichzelf opsluit en haar ontgoocheling op de anderen uitwerkt.

Dit proces overstijgt het links-rechts denken, want elk kamp heeft wel zijn eigen minderheid of minderheden die al naargelang verdedigd of bestreden moeten worden. De elementen die een identiteit van een andere doet verschillen, worden niet meer weggewerkt, maar net uitvergroot en bindende factor tegenover ‘de vijand’ gekoesterd. Rechtse populisten gebruiken die gevoelens en dikken ze nog aan om hun aanhang te vergroten en versterken. Het zogenaamde wij-zij denken geeft hen de nodige brandstof om aan de macht te komen en te blijven. Ze kiezen zorgvuldig hun identitaire groep en teren op zaken als ‘normen en waarden’ en de ‘bedreiging van de eigen cultuur’.

Links gaat in deze echter ook niet vrijuit. Zij kiezen partij voor andere groepen, die volgens hen ‘geen kansen genoeg krijgen’ en ‘nog altijd volop gediscrimineerd worden’. Deze vaststellingen worden dan niet aangewend om een constructief debat aan te gaan, maar worden eerder aangewend om de eigen misstappen te rechtvaardigen of om zaken af te dwingen die de eigen identiteit eerder bevestigen dan dat ze die overbodig maken. Kenmerkend bij zowel links als rechts is dan het zich wentelen in de slachtofferrol en het aanwijzen van de anderen als ‘de schuldige’ of ‘de slechte’.

Vanuit welke hoek er ook invulling wordt gegeven aan de identiteitspolitiek, van het doel om tot een open samenleving te komen met gelijkwaardigheid voor elk individu is geen sprake meer. Integendeel; elke gebeurtenis, elk nieuwsfeit, elke politieke beslissing wordt getoetst aan de eigen groep, afgewogen tegenover de andere en meteen als pro of contra gecatalogeerd. Polarisering, wordt dat wel eens genoemd. Het gevolg is dat geen enkel serieus maatschappelijk debat meer gevoerd kan worden, omdat iedereen zich opsluit in zijn eigen gelijk met het onrecht dat hen aangedaan wordt als ondoordringbare omwalling. En wanneer dat onrecht gebaseerd is op onveranderlijke, aangeboren eigenschappen als ras, huidskleur, geslacht of afkomst, valt de mogelijkheid op het ‘opheffen’ ervan natuurlijk helemaal weg.

De lange en moeizame strijd die gevoerd is om tot meer gelijkwaardigheid te komen, mag niet verdrinken in het introverte fatalisme dat nu heerst en gretig politiek wordt uitgebuit.

Met Vlinks willen we net teruggrijpen naar die oorspronkelijke invulling van ‘identiteitspolitiek’, waarbij als uiteindelijk doel gestreefd wordt naar de opheffing van al die identiteiten. Niet om tot een eenheidsworst te komen, maar net om de problemen waarmee onze snel veranderende maatschappij vandaag worstelt van alle ballast te ontdoen, zodat oplossingen kunnen gezocht en gevonden worden waar we met zijn allen beter van worden. Als een individu of een groep iets doet dat het samenleven hindert of de samenleving schaadt, dan doet identiteit er niet toe, zeker niet om staven dat ze meer of minder schuldig zijn omwille van die identiteit. Iedereen gelijk voor de wet.

Stilstaan is achteruitgaan, wordt wel eens gezegd. Hetzelfde geldt voor een identiteit die afgesloten wordt van de buitenwereld en van andere invloeden.

De lange en moeizame strijd die gevoerd is om tot meer gelijkwaardigheid te komen, mag niet verdrinken in het introverte fatalisme dat nu heerst en gretig politiek wordt uitgebuit.

Maar om de mensen uit hun hokje te krijgen, moet de angst voor de toekomst weggenomen worden, moeten er opnieuw vooruitzichten gecreëerd worden voor ons en voor onze volgende generaties, moet er opnieuw dat optimisme gekweekt worden dat er kansen voor iedereen zijn. Dat lukt niet door het gewoon te zeggen, maar moet gebeuren via concrete inspanningen als onder meer degelijk onderwijs, minder inkomensongelijkheid, meer armoedebestrijding en veel meer inspraak geven in en betrekken van de burger bij de politiek.

We moeten ook beseffen dat onze identiteit geen in marmer gebeiteld gegeven is, maar eerder een vloeibaar, veranderlijk iets is dat continu evolueert. Stilstaan is achteruitgaan, wordt wel eens gezegd. Hetzelfde geldt voor een identiteit die afgesloten wordt van de buitenwereld en van andere invloeden. Die zal niet evolueren, vervolgens dateren en vervolgens achterhaald raken en uitsterven. Het moet dus vooral ook van ons zelf komen. Het pluralisme waar we ons zo om roemden, moet weer terugkomen. Niet per se in zijn vorm van ‘multiculturele droom’ of ‘superdiversiteit’ waarbij alle verschillende culturen en religies en andere identiteiten netjes in hun eigen hokje naast elkaar leven, maar in de vorm van een gezonde stroom waar we samen naast, door, onder en over elkaar, maar allemaal in dezelfde richting gaan, met hetzelfde doel voor ogen: een sterke, open samenleving waarin er voor elk een plaats is en waar iedereen aan meebouwt.

We hoeven dus de identiteitspolitiek niet af te voeren, maar we moeten ze wel in ere herstellen.

Tom Garcia is kernlid van Vlinks.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content