De (s)preekstoel van Knack.be

‘Hoog tijd om minderjarigen als volwaardige mensen te bekijken en te behandelen’

De (s)preekstoel van Knack.be Knack.be maakt ruimte voor religie en levensbeschouwing

‘Minderjarigen moeten ruimte krijgen voor inspraak en dialoog op elk niveau’, schrijft Erika Coene van de Gezinsbond. ‘Daarom pleiten wij voor een systeem van getrapte meerderjarigheid.’

De juridische en maatschappelijke realiteit sporen niet altijd gelijk, zo is dat ook bij minderjarigen. Volgens het Burgerlijk Wetboek zijn zij handelingsonbekwaam. Dat betekent dat zij voor iedere rechtshandeling beroep moeten doen op een wettelijke vertegenwoordiger, vaak de ouders. Lid worden van de jeugdbeweging, een bankrekening beheren en ja, zelfs als ze een jas willen kopen. Allemaal handelingen die een minderjarige, al gaat het over een zeventienjarige, volgens de wet niet alleen kan ondernemen.

‘Hoog tijd om minderjarigen als volwaardige mensen te bekijken en te behandelen’

Gelukkig mildert andere wetgeving op sommige vlakken dit al te strikte principe. Denken we bijvoorbeeld aan de wet op de patiëntenrechten die minderjarigen inspraak geeft bij medische behandelingen. De dagelijkse maatschappelijke realiteit toont dan ook een genuanceerder beeld. Minderjarigen nemen wel zelfstandig initiatieven. Ze participeren en leveren een grote en waardevolle bijdrage aan de samenleving. Hoog tijd dus om hen als volwaardige mensen te bekijken en op die manier ook te behandelen. Dat vraagt bijsturing van het recht op diverse vlakken.

Niet langer een stem in de woestijn?

Minderjarigen moeten ruimte krijgen voor inspraak en dialoog op elk niveau. Niet alleen in concrete situaties, maar ook wanneer het beleid beslissingen neemt die hen aanbelangen. Bovendien moeten minderjarigen hun stem kunnen laten horen, los van hun ouders of een andere wettelijk vertegenwoordiger. Dit is vooral van belang wanneer hun belangen niet gelijklopen met die van hun ouders of als de relatie vertroebeld is.

‘Jongeren rechten toekennen zonder dat ze die in praktijk kunnen afdwingen, is zinloos.’

Het is de enige manier om toch de kans te krijgen om hun visie op de kwestie weer te geven. Concreet gaat het bijvoorbeeld om een jongere die naar een andere school wil dat diegene die zijn ouders voor hem hebben gekozen, of een andere studierichting wil gaan volgen. Of die in therapie wil gaan, terwijl de ouders dat niet nodig vinden.

Hoorrecht zoals we dat vandaag kennen in juridische procedures volstaat niet. Jongeren rechten toekennen zonder dat ze die in praktijk kunnen afdwingen, is zinloos. Een zelfstandige rechtstoegang is noodzakelijk.

Volwassen worden gaat geleidelijk aan

Vanzelfsprekend kan niet elke minderjarige op dezelfde leeftijd op een evenwichtige manier omgaan met een pakket verantwoordelijkheden. Het is een delicate evenwichtsoefening tussen de broodnodige bescherming van minderjarigen (die ook de reden voor het invoeren van de handelingsonbekwaamheid was) en het geleidelijk aan geven van vrijheid en verantwoordelijkheden. De Gezinsbond pleit daarom voor een systeem van getrapte meerderjarigheid. Ouders krijgen een centrale rol. Meestal kunnen zij het beste inschatten in hoeverre hun kinderen in staat zijn bepaalde beslissingen zelfstandig te nemen. Maar het systeem houdt meer in dan dat.

‘Dertienjarigen zijn vaak perfect in staat om bijvoorbeeld aankopen te doen met een beperkt budget, of om zich kandidaat te stellen voor een auditie.’

Voor kinderen jonger dan 12 jaar verandert er weinig aan de huidige situatie. Jongeren zijn op die leeftijd vaak nog effectief te jong om weloverwogen beslissingen te kunnen nemen. De wettelijk vertegenwoordiger is dan het best geplaatst om dit te doen in het belang en in de plaats van de minderjarige. We kunnen echter het belang van inspraak en dialoog niet genoeg benadrukken, ook voor deze jonge kinderen. Zeker in situaties wanneer het hun morele, fysieke, psychische of seksuele integriteit aanbelangt.

De leeftijdscategorie 12- tot 14-jarigen is vaak al in staat om gebruikelijke rechtshandelingen te stellen, afhankelijk van context en maturiteit. Dertienjarigen zijn vaak perfect in staat om bijvoorbeeld aankopen te doen met een beperkt budget, of om zich kandidaat te stellen voor een auditie. Als hun ouders oordelen dat zij hiertoe in staat zijn, zorgt een wettelijk vermoeden ervoor ze dit ook effectief kunnen doen. Als anderen hier een andere mening op nahouden, dan kunnen zij dit aan een rechter voorleggen en het tegendeel aantonen.

Uiteenlopende visies

Soms loopt de visie van de jongere en zijn ouders evenwel niet gelijk, en is het noodzakelijk om de jongere hierin de kans te geven zijn visie ook aan de rechter voor te leggen. Vandaar dus het belang van zelfstandige rechtstoegang.

Gaat het over kwesties die de morele, fysieke, psychische of seksuele integriteit van de minderjarige aanbelangt, dan komt de beoordeling van de minderjarige op de eerste plaats. Denk hierbij aan het volgen van een therapie, de keuze voor een besnijdenis, het lidmaatschap van religieuze verenigingen. Tenzij die indruist tegen expliciete wetgeving uiteraard. Ook hier kan iemand die er een andere mening op nahoudt (bijvoorbeeld de ouders), zich wenden tot de rechtbank.

‘Rechten van kinderen staan niet lijnrecht tegenover rechten van volwassenen. Zij hebben beiden de verantwoordelijkheid om samen, in dialoog, een evenwicht te vinden tussen elkaars rechten.’

In de leeftijdscategorie 14- tot 16-jarigen kan een derde die te goeder trouw is er van uitgaan dat de minderjarige de rechtshandeling kan stellen. Een vijftienjarige lid maken van een vereniging, of iets verkopen, mag in principe geen probleem zijn. Ook hier weer kan al wie het daar niet mee eens is, verhaal halen bij de rechtbank (bijvoorbeeld als de aankoop buiten proportie is met de middelen van de jongere). En net als bij de vorige leeftijdscategorie is de beoordeling van de minderjarige zelf doorslaggevend als het gaat om zijn integriteit.

Laatste leeftijdscategorie: de minderjarigen tussen 16 en 18 jaar. Deze adolescenten kunnen alle rechtshandelingen zelfstandig stellen, behalve diegenen waarvoor een wettelijke uitzondering is voorzien. Meest voor de hand liggen de rechtshandelingen met een grote vermogensrechtelijke impact zoals aan- en verkoop van een onroerend goed, vestigen van een hypotheek, aanvaarden en verwerpen van een nalatenschap. Uiteraard gelden de algemene regels van het verbintenissenrecht, en kan wie daar belang bij heeft de nietigheid inroepen als daartoe een reden bestaat.

Gezin als uitvalsbasis

Rechten van kinderen staan niet lijnrecht tegenover rechten van volwassenen. Zij hebben beiden de verantwoordelijkheid om samen, in dialoog, een evenwicht te vinden tussen elkaars rechten. De gezinscontext is bij uitstek het milieu waar zo een dialoog tot stand kan komen. Het gaat over geven en nemen, verantwoordelijkheid opnemen voor de ander en tegelijk onderwerp van verantwoordelijkheid zijn voor die ander. Natuurlijke processen binnen een gezin die we expliciet moeten benoemen en waarbij we de actoren in hun rol moeten versterken.

Erika Coene is juriste en volgt bij de Gezinsbond de thema’s familierecht en media op.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content