Yves T'Sjoen

‘Hoeveel Nederlandstalige literatuur vind je in buitenlandse boekenwinkels?’

Yves T'Sjoen Hoogleraar moderne Nederlandse literatuur (UGent) en verbonden aan de Universiteit Stellenbosch

‘Hoeveel Nederlandstalige literatuur zullen de Erasmusstudenten aantreffen in de boekhandels in de steden waar ze dit jaar verblijven’, vraagt professor Yves T’Sjoen (UGent) zich af.

Tijdens gastdocentschappen, ook op vakantiedagen in het buitenland, gaat mijn aandacht in de plaatselijke boekhandel naar de aanwezigheid van Nederlandstalige literatuur in vertaling. Het is inmiddels een onhebbelijke gewoonte vluchtig na te kijken welke teksten van Nederlandse en Vlaamse auteurs door de boekhandelaar worden aangeprezen. De verwachtingsvolle speurtocht leidt doorgaans naar een plank, verscholen in de boekenwinkel, waar enkele uitgaven een kortstondig en helaas een meestal onopgemerkt bestaan leiden. Nochtans gooien enkele hedendaagse Nederlandstalige auteurs internationaal hoge ogen. Nominaties en prijzen voor Stefan Hertmans‘ oorlogsbestseller Oorlog en terpentijn, zoals een vermelding op de Longlist The Man Booker Prize 2017 en in de New York Times Top 10 (“Best Book of 2016”), en bekroningen van werk in vertaling van onder anderen Cees Nooteboom laten zien dat in het buitenland aandacht bestaat voor de Nederlandse literatuur.

Relaas van een steekproef

Vandaag stond ik toch even verbouwereerd te kijken. In de Provençaalse regio waar Hugo Claus en Ivo Michiels verbleven, Claus een tijdlang in Cavaillon en Michiels vele jaren tot zijn overlijden in Le Barroux, heeft het hoofdfiliaal van een bekende Franse boekhandelketen geen enkele titel van deze naoorlogse Vlaamse reuzen in Franse vertaling in de aanbieding. De keten staat bekend onder een naam die rijmt op de titel van dit magazine. Geen Le chagrin des Belges (Alain van Crugten, 1987) en ook Orchis militaris (Koenraad Tommissen, 2003) ontbreekt. Hoog in een kast met Nederlandstalige (“littérature néerlandophone”) en Scandinavische literatuur, vooral Karl Ove Knausgård, trof ik welgeteld twee vertalingen uit de Nederlandse literatuur aan. In maart 2017 verscheen Fromage van Willem Elsschot in een vertaling van Xavier Hanotte in het fonds van Le Castor Astral. Eerder zijn in dezelfde reeks Galaxie de romans Villa des Roses, Le Feu follet, L’Embrouille en Le Bateau-citerne verschenen (vertaler Marnix Vincent). Het andere boek dat voorradig is, is van Herman Koch. Na Le Diner bij Editions 10/18 (Belfond) is in 2013 in een vertaling van Isabelle Rosselin Villa au Piscine (Zomerhuis met zwembad) uitgegeven.

Inspanningen van letterenfondsen

Het Nederlands Letterenfonds en het Vlaams Fonds voor de Letteren leveren aanzienlijke inspanningen voor het stimuleren van “kwaliteitsvolle” vertalingen uit en naar het Nederlands. Naast Vertalershuizen in Amsterdam en Antwerpen (Berchem) bestaat een effectieve subsidieregeling voor vertalingen. Jaarlijks worden in verschillende genres meerdere titels in vertaling geproduceerd. Wie een volledig overzicht wenst, kan terecht op de Vertalingendatabank van het Nederlands Letterenfonds en het VFL (ondersteund door de Taalunie). Voor Claus zijn vandaag 254 vertalingen geregistreerd, van Michiels 22.

‘Hoeveel Nederlandstalige literatuur vind je in buitenlandse boekenwinkels?’

In het Nederlandse taalgebied wordt financieel en logistiek veel ingezet op vertalingen. De literatuur van de Lage Landen wordt geëxporteerd naar andere taal- en cultuurgebieden. De zes titels van Michiels in het Frans zijn evenwel onvindbaar in de Zuid-Franse boekhandel. Ook recentere vertalingen van Nederlandstalige boektitels komt de belangstellende Franse lezer in de door mij bezochte boekwinkel niet tegen. Hopelijk heb ik ongelijk en is mijn scepsis onterecht want gebaseerd op een lukraak bezoek. Mijn vrees is dat bijna anderhalf decennium na Salon du Livre in Parijs (2003), toen de Nederlandstalige literatuur het speerpunt van de boekenbeurs was, ook in andere grote steden in Frankrijk – mogelijk Parijs uitgezonderd – onze schrijvers er in het Frans mogelijk bekaaid vanaf komen.

Gezien de werkbeurzen voor vertalers en andere financiële middelen die door letterenfondsen worden geïnvesteerd in vertalingen, is de vraag hoe promotie en distributie van gesubsidieerde vertalingen verlopen. Promotie wordt hoe dan ook gevoerd tijdens grote internationale boekenfestivals, zoals in oktober 2016 in Frankfurt. Een jaar eerder, tijdens een colloquium in Den Haag na afloop van een panelgesprek over literatuur in vertaling georganiseerd door de onderzoeksgroep CODL (Circulation of Dutch Literature), overhandigde VFL-directeur Koen van Bockstal mij twee chique uitgegeven, in vierkleurendruk vervaardigde brochures waarin recent verschenen en geplande uitgaven met vertaalwerk worden aangeprezen. Er gaat veel geld naar promotie van Nederlandse literatuur in het buitenland. In maart lanceerde het VFL nog Flanders Literature, volgens de website “de merknaam waaronder het VFL literatuur uit Vlaanderen promoot in het buitenland” (www.flandersliterature.be). Precies daarom, na die genereuze geste, verwacht ik tijdens mijn bezoek aan de grootste boekwinkel in een buitenlandse grootstad méér dan twee titels. Wie weet waren de vertalingen van Nederlandse en Vlaamse schrijvers net bijna uitverkocht.

Vragen staat vrij

Hebben het Nederlands Letterenfonds en het VFL overzichten van oplage- en verkoopcijfers van Nederlandstalige literatuur, bijvoorbeeld in het Franse taalgebied? Worden door deze instituties receptieteksten bijgehouden, reacties van in voorkomend geval Franstalige critici in literaire bijlagen van kranten en weekbladen en op internet? Is er überhaupt een kijk op de inkoop door buitenlandse boekhandels? Of is dat louter een zaak van de buitenlandse uitgevershuizen en spelen subsidieverstrekkende instanties daarin geen rol? Indien boekproducties van de Nederlandse literatuur in andere talen aanzienlijk worden betoelaagd, maak ik mij sterk dat ook het traject van de vertaalde werken gedetailleerd wordt bijgehouden. In dat geval kan misschien worden verklaard waarom naast Elsschot (Polis) en Koch (Ambo/Anthos), toch goed gespijsde vertalingen, geen Franse vertalingen van Vlaamse schrijvers onder wie Claus en Michiels en van bijvoorbeeld Monika van Paemel (Les pères maudits, 1990), Annelies Verbeke (Dors!, 2005) en Dimitri Verhulst (La merditude des choses, 2011) permanent beschikbaar zijn. Na lovende commentaren in Le Monde en andere Franse kwaliteitskranten vraag ik mij af waarom de internationale bestseller Guerre et Térébenthine van Hertmans (vertaling Isabelle Rosselin, Gallimard, 2015) klaarblijkelijk niet langer in voorraad is. Er is vast een verklaring voor. Ligt het aan de inkoper buitenlandse literatuur, het inkoopbeleid van de keten of van het filiaal zelf? Hoe zit het trouwens met de verspreiding van vertalingen in de buitenlandse boekhandel? Niet alleen de subsidie van vertaalarbeid, ook de promotie, misschien wel de distributie en in elk geval (het opvolgen van) het receptiedossier van Nederlandse en Vlaamse auteurs in het buitenland behoren tot de core business van de letterenfondsen.

Nederlandse literatuur in Europese universiteitssteden

Schrijvers zoals Claus en Michiels komen in de Vlaamse canonlijst “50+1” voor met De Oostakkerse gedichten, Het verdriet van België respectievelijk Het boek Alfa. Klassiekers verdienen naast een betrouwbare teksteditie een anderstalig publiek. Daar is in het verleden nogal arbitrair werk van gemaakt. De boekhandel die ik en passant bezocht, beschikt alvast niet over titels van onze canonieke auteurs. Natuurlijk is dit geen basis voor relevante conclusies. Wie weet zit de zomervakantie er voor iets tussen dat het aanbod mager is. Daarom verdient het aanbeveling dat we bijvoorbeeld onze Erasmusstudenten komend semester een opdracht meegeven. Op het Europees verblijfsadres kunnen zij in de plaatselijke boekhandels een steekproef houden en nagaan in hoeverre Nederlandse literatuur in vertaling effectief beschikbaar is. Hopelijk treffen zij méér titels aan dan wat ik vandaag toevallig kon opsporen.

Envoi. Ik heb dan maar uit deernis en wellicht meer als daad van rechtvaardigheid het in de zon badende graf van Ivo Michiels bezocht. In de wetenschap dat alleen in zijn teksten de schrijver zichzelf overleeft.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content