Hilde Van Mieghem, Vrouw van het Jaar 2017: ‘Ik kon niet anders dan reageren op Bart De Pauw’

© Carmen Devos
Simon Demeulemeester

2017 was een bewogen jaar. In de VS startte Donald Trump als president. In Frankrijk Emmanuel Macron. In Duitsland wankelde Angela Merkel. Maar geen enkel debat deed zoveel stof opwaaien als de #MeToo-beweging. Het Vlaamse gezicht daarvan werd actrice-regisseur Hilde Van Mieghem, die opkwam voor de slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag. Knack noemt haar met trots de ‘Vrouw van het Jaar’.

Wanneer ik voor haar voordeur sta, in hartje Antwerpen, kan ik even mijn ogen niet afhouden van de brievenbus. Hierin stopten onbekenden briefjes met boodschappen in boze hoofdletters: ‘Zatte, vuile ouwe hoer, gij moet opgesloten worden.’ Zoiets krijg je in Vlaanderen dus binnen wanneer je het opneemt voor slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag en seksueel misbruik. Zo dichtbij komt het soms: tot voorbij je voordeur.

‘Ik weet nu wat het betekent: in de vuurlinie staan’, zegt actrice-regisseur Hilde Van Mieghem. Ze heeft er zware weken opzitten, sinds ze optrad als spreekbuis van de vrouwen die bij de VRT een klacht indienden tegen televisiemaker Bart De Pauw. ‘Maar Vrouw van het Jaar van Knack? Zijn jullie zeker?’

#MeToo drong in 2017 door tot aan de Vlaamse keukentafels. Mede dankzij u. Dat vraagt moed, waarvoor hulde.

Hilde Van Mieghem:(verlegen) Ik weet inderdaad waarover ik spreek, en ik wil ook niet klagen. Weet u wat er bij mij niet ingaat? Dat slachtoffers die eindelijk durven te spreken zich zogezegd ‘in hun slachtofferrol wentelen’. Terwijl je net stópt met slachtoffer zijn op het moment dat je opstaat en zegt: ‘Ik pik het niet meer.’ Slachtoffer blijf je pas wanneer je niet meer durft of kunt spreken.

Ik kan altijd mededogen opbrengen voor daders. Ik zie de tragiek van iemand die zijn eigen graf delft.

U weet wat het is om op een podium te staan, en toch kost het u veel moeite om over dit onderwerp te spreken. Waarom doet u het dan toch?

Van Mieghem: Omdat mijn rechtvaardigheidsgevoel groter is dan mijn angst. En weet u wat helpt? Ik vind het makkelijker om voor een ander op te komen dan voor mezelf. Het gevolg is nu wel dat men van alles op me projecteert, van heldin tot duivelin. Het regent aanvragen om ambassadrice te worden van allerlei goede doelen, en aan de andere kant word ik uitgescholden en bespuwd.

Dat ik word uitgemaakt voor slet, is niet nieuw. Ik ben opgegroeid in een periode toen men nog erg worstelde met seksualiteit. Seks was vies en zondig – en toch werd het overal in gezien. Als kind werd ik voor hoer uitgescholden omdat ik actrice wilde worden. Negen was ik, toen de directrice van het Sint-Lutgardiscollege me naar voren riep in de klas, en aan iedereen zei dat ik een lichtekooi wilde worden. Op mijn dertiende werd ik van het internaat gegooid wegens ‘lesbische neigingen’, gewoon omdat ik ’s avonds naar de kamer van een vriendinnetje sloop om er een beetje te kletsen en te giechelen, zoals bakvissen dat nu eenmaal doen. En ik herinner me mijn allereerste verliefdheid – ach, het was zo onschuldig. Ik zat achter op de fiets van een jongen, met mijn armen rond zijn middel, en daar schreven we elkaar dan briefjes over: dat het een mooie dag was geweest. Meer niet. Toen ik op een dag thuis kwam, lagen al onze brieven uitgespreid over de keukentafel. Ik werd ondervraagd en beschuldigd van de goorste dingen. Dat was natuurlijk allemaal projectie van volwassenen, maar wat me nog het meeste raakte, was hoe invasief dat was. Die briefjes, hoe onschuldig ook, waren van míj. En dan word je zo te kijk gezet. En zo ging dat mijn hele leven door. (stilte) Het ultieme voorbeeld is de rechtszaak, eind jaren negentig, tegen de Franse topkok die me had verkracht. Zijn verdediging probeerde me toen weg te zetten als een slet die het zelf had gezocht.

Zulke redeneringen blijken springlevend. P-Magazine bestond het om een ranzige Facebookpost op zijn site over te nemen: ‘Hilde Van Mieghem maakte dankbaar gebruik van haar lijflijke charcuterie’, stond er, en dus moest u zwijgen over seksueel misbruik. Hoe gaat u om met zoveel platheid?

Van Mieghem: Een vreselijke combinatie van victim blaming en slut shaming was dat. Ik heb het zogezegd zelf gezocht omdat ik in 1987 in Playboy heb gestaan. Dat wordt me in 2017 blijkbaar nog altijd kwalijk genomen. Het toppunt is dat die fotosessie contractueel verplicht was, ze hoorde bij de marketing van de film waarin ik de hoofdrol speelde: Blonde Dolly. Daarin speelde ik een prostituee die vermoord werd – een waargebeurd verhaal, de moord is nooit opgelost. In mijn contract stond dat ik me niet kon onttrekken aan de marketing. Ik had weinig zin in die fotosessie, en heb afgedwongen dat ik niet in de lens zou kijken met een blik van ‘ik wil dit oh zo graag’. Dat maakte voor mij een groot verschil: die foto’s breken met de gangbare sfeer in zulke bladen, met de onuitgesproken toestemming om als vleeswaren te worden gezien. Ik had er geen probleem mee om mijn lichaam te tonen, mijn lijf is best oké. Maar ik wilde wél mezelf bewaren. En zo heb ik, denk ik, ook een beetje meegeholpen aan het vrijmaken van de vrouw.

'Moeten slachtoffers getuigen? Hoor eens: slachtoffers moeten helemaal niets.'
‘Moeten slachtoffers getuigen? Hoor eens: slachtoffers moeten helemaal niets.’© Carmen Devos

Maar terug naar P-Magazine. Weet u wat mij vooral trof? Dat die redactie tot tweemaal toe precíés hetzelfde deed als wat de verdediging van die verkrachter had gedaan tijdens de rechtszaak. Ze gebruikten dezelfde foto uit Blonde Dolly om aan te tonen wat voor slet ik wel was. En de verkrachter en P-Magazine-hoofdredacteur Koen De Nef stelden achteraf ook precíés dezelfde vraag: ‘Wat kan ik doen om het te repareren?’

Legt u eens uit waarom die zin u zo kwaad maakt.

Van Mieghem:(nadrukkelijk) Omdat ze daarmee de verantwoordelijkheid ontlopen om zelf met iets te komen. Weet ik veel wat ze kunnen doen. Nee, ze leggen het initiatief bij het slachtoffer. Wat ik alvast niet wilde, was de hypocrisie die P-Magazine als verontschuldiging liet doorgaan. Ze hemelden me op ‘als vrouw, actrice en moeder’. Als die De Nef zich oprecht had willen verontschuldigen, dan had hij over zichzelf moeten schrijven. Dan had hij geschreven dat hij ‘als man, journalist en vader’ over de schreef was gegaan.

Als iemand beseft dat hij of zij grenzen heeft overschreden en zich oprecht wil verontschuldigen, hoe moet dat dan?

Van Mieghem: Bel en zeg: ‘Ik besef dat ik over de schreef ben gegaan, dat spijt mij echt en ik zal met dat besef verder moeten leven.’ Dat is het begin van herstel, als dat al mogelijk is. Ik denk dat veel slachtoffers, afhankelijk van wat hen is aangedaan natuurlijk, daarvoor zullen openstaan.

Kijk naar de slachtoffers van Bart De Pauw die aan de alarmbel trokken. Geen van hen wilde zijn vel, noch willen ze zijn carrière kapotmaken. Het enige wat ze wilden, is dat het zou stoppen. Hij heeft het jammer genoeg anders gespeeld. In zijn filmpje op YouTube en daarna in zijn reacties bij de VRT en de VTM wentelde hij zich in de slachtofferrol. Ik kón niet anders dan reageren. En tegelijk vind ik het jammer. De Pauw had er als een held kunnen uitkomen.

Hoe dan?

Van Mieghem: Als hij dan toch wilde reageren, dan had hij oprecht mea culpa moeten slaan. Dat zou niet alleen hem helpen, maar ook zijn slachtoffers. Oprecht begrijpen wat je fout hebt gedaan en wat de gevolgen zijn geweest van je daden én je laten helpen: dat is de eerste stap. Kijk, ik kan altijd mededogen opbrengen voor daders. Dat komt uit mijn kindertijd, het ging er thuis vaak gewelddadig toe. Het goede dat daaruit is voortgekomen, is dat ik de tragiek zie van iemand die zijn eigen graf delft.

Wat De Pauw deed, is niet te vergelijken met wat u is overkomen. Ziet u ook de tragiek van uw verkrachter?

Van Mieghem: Ook daar had ik geen wraakgevoelens. Hij is schreeuwend naar de cel geleid: ‘Je ne suis pas un violeur!‘ Dat vond ik vreselijk. Je zag hoe zijn narcisme zich uitspreidde als een olievlek. Zijn familie, zijn vrienden, zelfs zijn dorp werden erin meegesleurd. Voor mij hoefde hij niet naar de gevangenis. Het enige wat ik wilde, was dat hij toegaf wat hij had gedaan. Maar nee, hij heeft ervoor gekozen mij af te schilderen als een fantaste.

Flirten is de jus van het leven. Maar flirt dan zoals Voltaire of Oscar Wilde dat konden!

Dat zoiets gebeurt in een rechtszaak waarin u het slachtoffer bent, kan iemand toch tot in de eeuwigheid woedend maken?

Van Mieghem: Ik geef het toe, ik heb vaak agressie voelen opkomen. Het daderschap is dan nabij, want vanuit je eigen pijn kun je ook onrecht aandoen. Slachtoffer wordt beul, zeggen ze, maar ik wil geen van beide zijn. Dat is me grotendeels gelukt. Natuurlijk is mededogen lastig, want er schuilt veel verdriet in. Tegelijk gaat er erg veel kracht van uit. Wie niet oordeelt, en vriendelijkheid en warmte kan blijven geven, kan ook blijven rechtstaan. Ik heb er altijd in geloofd dat het goede zal bovendrijven, zowel in mijn werk als in mijn leven. Mijn verbeelding heeft me altijd de veerkracht gegeven om niet in een depressie weg te zakken. Maar de laatste weken waren zwaar. Voor het eerst in mijn leven kwam ik in een zwarte spiraal terecht. Niets kreeg ik nog uitgesproken. Ik zag mijzelf een vuist maken en besefte ineens hoe machteloos dat gebaar ook kan zijn. Veel mensen zeggen me: zwijg gewoon, zet het nieuws uit, dan heb je er geen last van. Maar dat wil ik niet. Ik wil mezelf niet verdoven.

Dat zou de dood betekenen voor een artieste?

Van Mieghem: Inderdaad. Ik kan niet anders dan kwetsbaar in het leven staan. Ik ben bijna zestig. Als ik de balans van mijn leven opmaak, zie ik dat het een struggle is geweest, maar ik ben er wél bewust ingestapt. Ik had hart en hoofd kunnen verdoven met huisje-tuintje-baantje, maar dat wilde ik niet. Dan nog liever doodmoe worden van het gevecht.

‘Gij zult niet spreken’ is nog altijd een gebod in onze samenleving. Bij mij zit dat in elke vezel van mijn lichaam. Als je als kind voortdurend ingehamerd krijgt dat je moet zwijgen, dat nestbevuiling het ergste is wat er bestaat, dat je eraan gaat als je wel spreekt, dan wordt dat een deel van je. Wel, vandaag spreek ik tóch. Ook al gaat er dan in mijn lijf een alarm af. Gedaan met de angst, want angst verlamt en kleineert, angst houdt je gevangen in slachtofferschap. Je hoeft geen slachtoffer te blijven. Zoals de vrouwen die spreken over Bart De Pauw: zij zijn geenslachtoffers meer. Zij zijn vrouwen die zeggen: hier stopt het. Dat moet toegejuicht worden. ‘Gij zult niet spreken’ moet op de schop.

Hebben we met #MeToo een kantelpunt bereikt, denkt u?

Van Mieghem: Wat zeker bereikt is, is dat er alertheid is ontstaan. Misschien breekt dat de bezwering die vaak wordt uitgesproken over vrouwen: ‘Zwijg en doe voort.’ Maar er is nog veel werk. Dat zie je alleen al aan de reacties van sommige vrouwen die fulmineren tegen #MeToo. Mijn theorie is dat sommigen ook iets hebben meegemaakt maar dat ze beslist hebben om erover te zwijgen. #MeToo schreeuwt uit dat dit niet hoeft, dat het beter is om te praten. En ja, dat confronteert sommige mensen met hun pijn en met hun keuze.

Vindt u dat een slachtoffer de plicht heeft om te spreken? Regisseur Jan Verheyen zei dat hij het zich niet kon voorstellen dat slachtoffers dat niet doen.

Van Mieghem: Niet-slachtoffers kunnen zich inderdaad niet voorstellen wat een slachtoffer doormaakt. Ze denken dat het allemaal wel meevalt omdat je nog rondloopt. Weten zij veel in welke spiraal je ’s nachts rondtolt. Hier komt het: slachtoffers moeten helemaal niets. Ze mogen volledig voor zichzelf uitmaken wat ze willen.

Hilde Van Mieghem, Vrouw van het Jaar 2017: 'Ik kon niet anders dan reageren op Bart De Pauw'

Weet u wat ik nog het ergste vond in die hele verkrachtingszaak? Het proces, en hoe ik daar als hoer werd neergezet. Je moet ontzettend sterk in je schoenen staan om daardoor te spartelen. Als je nu ziet hoe iedereen roept en eist dat de slachtoffers hun anonimiteit doorbreken. Waarom? Om gelyncht te worden? Ze zullen wel op hun tijd naar buiten komen. Als je de bagger ziet die ik over me heen kreeg, hoeft het toch niet te verbazen dat zij bang zijn?

Hoe kijkt u vandaag naar De Pauw?

Van Mieghem: De VRT is heel streng voor hem geweest. Zijn exit had best eleganter gekund. Twee tot de zesde macht had bijvoorbeeld nog even kunnen doorspelen, denk ik. Ik zei het al: voor mij is er altijd nog mededogen. Geen medelijden, want dat is niet koosjer. Ik pleit voor het discours van de dunne lijn: niet wraakzuchtig of haatdragend, wel rechtvaardig en medevoelend.

Er wordt gewaarschuwd voor een neveneffect van #MeToo: sommigen zien er het begin van een puriteinse golf in.

Van Mieghem: Er zijn altijd mensen die de boel willen omdraaien. In plaats van te applaudisseren voor hen die spreken, brullen ze ‘heksenjacht!’ en ‘hysterische wijven!’ Hysterisch? Je hebt verdomme geen idee! Die vele, kleine dagelijkse daden van seksisme zijn een sluipend gif. Journaliste Cathérine Ongenae verwoordde het mooi op Facebook: ‘Elke keer is dat een sneetje erbij, en op den duur bloed je uit duizend kleine wonden.’ Dat weegt toch allemaal veel zwaarder door dan het te verwaarlozen aantal vrouwen dat uit is op wraak of aandacht? Dan maak ik me meer zorgen over het totalitaire van het goede, over het moraalridderschap. ‘Wij zijn goed, en wij veroordelen jou omdat je in Playboy staat!’ (fel) Ik zou ’s nachts niet in die mensen hun hoofd willen kijken en zien welke geheimen daarin zitten. Iedereen heeft dingen gedaan waarvoor hij of zij zich schaamt.

U dus ook?

Van Mieghem: Ook ik, zeker. In crisismomenten heb ik ook dingen gedaan waarover ik me achteraf schaamde. Ik ben weleens dronken in bed beland bij een man, ja. Ik heb dat kunnen plaatsen, ik kan er nu ook begrip voor opbrengen. Maar af en toe springt het me in de nek. Het is aan mij om daarmee verder te leven.

U hebt geld aangeboden gekregen van uw verkrachter, maar hebt dat geweigerd. Wat vindt u van slachtoffers die wel geld aannemen?

Van Mieghem: Dat moeten ze voor zichzelf uitmaken. Ik kan me voorstellen dat ze de strijd niet willen leveren, en daar heb ik respect voor. Maar ik zou het bloedgeld vinden, ik zou niet kunnen rondrijden in een auto die ik van een verkrachter heb gekregen. Het enige wat ik nog van hem wilde, was de erkenning van wat hij mij heeft aangedaan en dat het zich nooit meer zou herhalen. Meer niet.

Hoe kun je in godsnaam feminist zijn en emanciperen als dat niet in relatie tot een man kan?

U bent niet bezig met schuld en boete?

Van Mieghem: Alleen als dat iets kan goedmaken. Schuld is genuanceerd, er zit altijd nog een verhaal achter. Ik heb begrip, zonder iets goed te keuren. Vroeger vroegen ze me weleens waarom ik niet met mijn moeder brak, als ik dan toch zo’n moeilijke kindertijd had gehad. Waarom zou ik? Ik heb er maar één, en met haar breken is breken met een deel van mezelf. Ik wil liever samen nog ergens raken. Ik heb haar ook heel graag gezien, en ik heb begrip voor haar situatie toen: vrouwen zaten in tijden zonder de pil in een echtelijke val. Ze wilde werken, wilde in alle volheid vrouw zijn. Meer nog, ik vind het knap hoe ze nu met mij omgaat. Ik heb haar in films of interviews niet gespaard, hè. Daar heeft zij ook van afgezien. Dat we nu samen een weg gaan, is veel waardevoller dan wat je kunt bereiken met woede en wraak. Datzelfde mededogen kan ik opbrengen voor sommige daders, en voor mensen die jarenlang zagen wat er gebeurde en toch zwegen. Ja, dat was fout, maar de maatschappelijke druk was enorm. Weggelachen worden omdat je je mond opendeed, dat riskeerden ook mannen.

Hebt u ook mededogen met de mannen die vinden ‘dat ze tegenwoordig niets meer mogen’?

Van Mieghem: Met permissie: dat noem ik wankers. Je zag dat ook in de tijd van de zaak-Dutroux. ‘Mag ik nog met mijn kind in bad?’ Alsjeblieft, je weet toch wat kan en wat niet? Wie nattigheid voelt, moet vooral naar zichzelf kijken. Waarom zou een man niet mogen flirten met mij? Het is de jus van het leven. Laatst was ik in Venetië in een winkeltje. De man achter de toonbank zong een mooi lied, voor zichzelf, zonder mij aan te kijken. ‘Que bella canzone’, zei ik. Hij keek op en zei, terwijl hij in mijn ogen keek: ‘Si, una bella canzone per una bella donna.’ Ik smolt. Op wolkjes naar huis. Ik, bijna zestig, kreeg een compliment van een mooie man. Hij flirtte op een leuke manier met mij. Of neem die Duitser die ooit vroeg, wijzend naar mijn trouwring: ‘Zit uw huwelijk even stevig vast?’ Toen ik ja zei en hem dus afwees, antwoordde hij: ‘Aber wirklich, dann sind Sie glücklich‘. Dát is flirten met klasse. Dat is de ander het gevoel geven smashing te zijn. Als je dat zo doet, is het helemaal niet erg dat je seksueel gedreven bent. Flirt toch zoals Voltaire en Oscar Wilde dat konden! Dan mag en kan er heel veel. Wie zegt dat er niets meer mag, heeft vooral veel medelijden met zichzelf of zit niet al te netjes ineen.

Noemt u zichzelf een feministe?

Van Mieghem: Als ik al iets ben, dan wel humanist. Ik heb het moeilijk om me feministe te noemen omdat ik ze heb leren kennen in de jaren zestig en zeventig. Toen hielden ze bijeenkomsten die verboden waren voor mannen. Dat deed voor mij de deur dicht. Hoe kun je in godsnaam feminist zijn en emanciperen als dat niet in relatie tot een man kan? Vandaag is feminisme gelukkig veel genuanceerder. Ik sta met open mond te kijken naar iemand als Heleen Debruyne, die gewoon zegt dat onenightstands heerlijk zijn, zolang je er maar zelf zin in hebt. Dan hap zelfs ik naar adem. (lacht) Dat is baanbrekend, als vrouw zo openlijk voor je seksualiteit opkomen. Daar moet feminisme over gaan: zorgen dat de vrouw kan opkomen voor háár seksualiteit, en dat ze niet gebasht wordt omdat ze van seks houdt. Mág het even? (veert op) Maar nu zitten we alweer de hele tijd te emmeren over foute mannen, terwijl ik best weleens een ode aan de man wil afsteken.

De vloer is van u.

Van Mieghem: Het gaat te weinig over al die fantastische, leuke mannen. Ik ben ook aan de lopende band mannen tegengekomen die géén misbruik maakten van hun macht.

De mensen willen namen, mevrouw Van Mieghem!

Van Mieghem: (lacht) Om te beginnen mijn vader. Maar ook Hugo Claus, Marc Didden, Josse De Pauw en Guido Henderickx. Of de man, een ondernemer, die mij maandenlang heeft gesponsord zodat ik scenario’s kon schrijven en de overstap kon maken naar regisseren, en absoluut anoniem wil blijven. Zij steunden me allemaal, zonder daarvoor iets anders terug te willen dan dat ik mijn talent ontplooide. Dus ja, er zijn ook mannen die ons willen zien groeien en bloeien, in plaats van snoeien en omhakken.

Hilde Van Mieghem

1958 geboren in Antwerpen

1980 eerste rol in de film Vrijdag

1981 studeert af aan Studio Herman Teirlinck

1987 staat in Playboy na haar rol in Blonde Dolly

1991 speelt in Moeder, waarom leven wij?

1997 speelt in De suikerpot

2004regiedebuut met De Kus, regisseert daarna nog Dennis van Rita (2006), Smoorverliefd (2010) en Sprakeloos (2017)

2015 regisseert Voor altijd, een tv-programma over de dood

2017 speelt in televisiereeks Tabula Rasa, en eerder al in onder meer De Kavijaks (2005), De Smaak van De Keyser (2008) en In Vlaamse Velden (2013)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content