Valerie Van Peel (N-VA)

‘Het recht op een leefloon koppelen aan een behandeling is zeggen: Wij geven je niet op’

Valerie Van Peel (N-VA) Federaal volksvertegenwoordiger en ondervoorzitter van N-VA

‘Wat staat er echt in ons wetsvoorstel in verband met verslaafden met een leefloon?’ Valerie Van Peel (N-VA) verduidelijkt haar plannen. ‘N-VA wil OCMW’s maximaal laten inzetten op de strijd tegen verslavingen.’

‘N-VA wil verslaafden leefloon afpakken’ stond gisteren op diverse websites te lezen. Een verkeerd gekozen titel, die het debat compleet vervuilt. ‘N-VA wil ocmw’s maximaal laten inzetten op de strijd tegen verslavingen’, was een juistere titel geweest.

Want wat staat er echt in ons wetsvoorstel?

Dat elk OCMW voor cliënten met een verslaving moet bekijken of behandeling nog mogelijk enwenselijk is. Dat moet gebeuren in samenspraak met een arts. Is behandeling aangewezen, dat moet die worden opgenomen in het geïndividualiseerd project voor maatschappelijke integratie (GPMI). Dat is een contract op maat tussen cliënt en OCMW waarin beschreven staat wat van de client wordt verwacht in ruil voor een leefloon.

‘Het recht op een leefloon koppelen aan een behandeling is zeggen: ‘Wij geven je niet op”

Het GPMI is geen koud contract, maar een persoonlijk begeleidingstraject dat over een lange periode geëvalueerd wordt en enkel sancties als een schorsing toelaat binnen een duidelijk wettelijk kader. Het is ook geen nieuw instrument, maar wel één dat aan hervorming toe is, zoals in het regeerakkoord opgenomen. In zijn huidige vorm is het ‘geïndividualiseerde project’ administratief een kluwen Bovendien is het alleen verplicht voor wie jonger is dan 25.

In de praktijk wordt ons wetsvoorstel breed gedragen. Dat bewijzen reacties van collega-ocmw-voorzitters Philippe De Coene (SP.A) en Egbert Lachaert (Open VLD). Die verklaarden gisteren dat zij vandaag al doen wat we in ons wetsvoorstel beschrijven. “Wie geen enkele bereidheid toont om te werken of zich te laten behandelen, geven wij op”, reageerden zij. “Maar we moeten ook durven toe te geven dat er een kleine groep is die door verslaving en bijhorende kwalen reddeloos verloren is voor de arbeidsmarkt, ook met behandeling.”

Dat klopt. Alleen is het niet aan het OCMW, noch aan de beleidsmakers om die inschatting te maken, maar aan een arts. Vandaar dat ons wetsvoorstel het betrekken van een arts bij deze beslissing ook verplicht.

‘Onbedoeld dreigen deze OCMW’s de verslaving alleen verder te financieren en daar wordt niemand beter van.’

Maar als het vandaag al kan, waarom dan nog een wetgevend initiatief? Dat ligt voor de hand. Lang niet elk ocmw gaat op dezelfde manier met deze problematiek om. De houding ‘het heeft toch geen zin’, is wijder verspreid dan zou mogen. Cliënten met een verslaving worden al te snel ‘met rust gelaten’. Een job zit er voor hen toch niet in, dus waarom proberen? Door ze een dak boven hun hoofd te bezorgen en 50 euro per week in hun broekzak doen we toch genoeg? Nee, de ambitie moet groter zijn. Onbedoeld dreigen deze OCMW’s de verslaving alleen verder te financieren en daar wordt niemand beter van. Want gelooft u nu echt dat iemand met een verslaving die 50 euro per week gebruikt louter voor eten en kleren?

Via het verstrekken van leefloon, via schuldbemiddeling, via het vergoeden van medische kosten kunnen ocmw’s de verslaafde op de been houden en erger vermijden.

‘De samenleving mag en moet de ambitie hebben om de verslaving waar mogelijk terug te dringen en de slachtoffers ervan te re-integreren in de maatschappij en in de arbeidsmarkt.’

Maar is dat voldoende? De samenleving mag en moet de ambitie hebben om de verslaving waar mogelijk terug te dringen en de slachtoffers ervan te re-integreren in de maatschappij en in de arbeidsmarkt. Want waar ben je als cliënt met een verslaving nu het beste af? Bij een OCMW dat jou koste wat kost wil aanzetten een behandeling te volgen zodat er hoop is op een betere toekomst? Of één dat redeneert dat er met jou toch niets meer aan te vangen is, en dus een minimale financiële hulp tot het einde van je dagen voorop stelt? Het eerste model lijkt me niet alleen het enige juiste, het is er ook één waarvoor élk ocmw moet kiezen. Omdat elke cliënt met een verslaving hier recht op heeft.

Dat het aantal ocmw-cliënten dat worstelt met een verslaving vandaag niet wordt geregistreerd en er dus geen concrete cijfers bestaan, valt te betreuren. Het toont ook aan dat er in het verleden te weinig is nagedacht over een duidelijk kader voor deze problematiek. En toch is de omvang ervan niet te overschatten. Hoe omgaan met cliënten met een verslaving is een vaak terugkerend gesprekspunt op vergaderingen met OCMW-voorzitters uit de regio. En een dagelijkse realiteit in alle OCMW’s.

Het recht op een leefloon koppelen aan een behandeling is zeggen: Wij geven je niet op. Niet meer, niet minder. Het is de plicht van een OCMW om mensen met alle middelen die ze hebben maatschappelijk te integreren. Mensen helpen om hun leven terug in handen te nemen en daarvoor structuur bieden is de missie van elk OCMW. Dan moeten we ook op deze problematiek blijvend inzetten. Allemaal. Dat is waar dit wetsvoorstel over gaat.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content